Nieuws
Mei Li Vos weg bij Alternatief Voor Vakbond na verzet PvdA-leden
PvdA-senator Mei Li Vos stopt als vicevoorzitter van Alternatief Voor Vakbond (AVV), die ze in 2005 mede heeft opgericht. Haar bestuursfunctie bij de alternatieve vakbond is niet langer te combineren met haar lidmaatschap van de Eerste Kamer voor de Partij van de Arbeid. ‘Ik moet me te vaak afvragen of ik iets wel kan zeggen uit hoofde van mijn functie bij de vakbond of als Eerste Kamerlid.’, schrijft ze op haar Facebook-pagina. ‘Haar positie werd onhoudbaar’, beaamt ook AVV-voorzitter Martin Pikaart.
Vos ligt onder vuur vanwege haar werk voor de alternatieve vakbond, die volgens sommige PvdA-leden het werk van de ‘gewone’ vakbond ondermijnt. De leden verzamelden de afgelopen weken steun voor een motie om ‘nepbonden’ als de AVV niet langer toe te laten tot cao-overleg. Die motie wordt komende zaterdag vrijwel zeker op het PvdA-partijcongres aangenomen. Ook FNV-medewerkers betichtten Vos er regelmatig van een ‘nepbond’ te besturen omdat AVV nauwelijks leden heeft en grotendeels door werkgevers wordt gefinancierd.
Alternatieve vakbonden financieel afhankelijk van werkgever
Zeker 50 duizend Nederlanders werken nu onder relatief slechte cao’s die alleen door alternatieve bonden zijn ondertekend, blijkt uit onderzoek van Platform voor onderzoeksjournalistiek Investico met De Groene Amsterdammer, dagblad _Trouw_en radioprogramma Argos. Dat geldt bijvoorbeeld voor schilders in loondienst, callcentermedewerkers en horecabeveiligers. Bijna één op de tien cao’s werd in 2019 gesloten met alleen alternatieve bonden aan de onderhandelingstafel, berekende het Ministerie van Sociale Zaken vorig jaar.
Alternatief Voor Vakbond bestaat echter juist ook voor niet-leden, zegt voorzitter Pikaart. ‘Alle werknemers in een sector mogen meestemmen over de cao’s die wij sluiten, niet alleen onze leden.’ Hierdoor ontvangt de bond nauwelijks contributie en wordt veruit het grootste deel van de vakbondskas gevuld met geld van de werkgevers in de sectoren waar de alternatieve bond cao’s sluit. Alle bonden krijgen zulke bijdragen, maar de AVV is er voor maar liefst 97 procent van afhankelijk.
Oprichten vakbond is erg gemakkelijk
De Nederlandse wet stelt nauwelijks eisen aan organisaties die zich vakbond noemen. Werkgevers die de ‘echte’ vakbond buiten de deur willen houden, blijken inmiddels te kunnen kiezen uit een keur aan spookvakbonden en flexonderhandelaars om toch een cao af te sluiten. Tegelijk verloren de traditionele bonden de afgelopen twee jaar bijna honderdduizend leden, ondermeer door vergrijzing.
Alternatieve vakbonden ontkennen dat ze voor hun voortbestaan afhankelijk zijn van de bijdragen van werkgevers en daardoor voor werknemers ongunstige cao’s afsluiten. Vakbond voor het KPN-personeel Qlix tekende onlangs als enige vakbond de cao voor callcentermedewerkers hoewel daarvan slechts enkele tientallen medewerkers lid zijn. De grote bonden wilden die cao niet tekenen, en FNV spreekt zelfs van ‘de slechtste cao van Nederland’.
‘Ik wil ook zeker niet zeggen dat het een top-cao was’, zegt voorzitter Michael Boers van Qlix; die tevens in dienst is bij KPN als adviseur. ‘Maar wij hebben getekend voor verbeteringen.’ Dat zijn bond onderhandelt over callcenters die zijn werkgever KPN zo goedkoop mogelijk wil inhuren, is volgens hem niet vreemd. ‘Ik ga niet over de inkoopafspraken van KPN. Wij denken gewoon dat je met dialoog veel kunt bereiken.’
Een andere alternatieve bond, Landelijke Belangen Vereniging (LBV), is verantwoordelijk voor ongeveer twintig cao’s, zegt voorzitter Ger IJzermans. Een daarvan was voor de schilders bijvoorbeeld toen de werkgevers er in 2016 niet uitkwamen met de traditionele vakbonden. FNV en CNV noemen die cao slechter dan het eindbod van de werkgevers dat zij destijds links lieten liggen. Volgens IJzermans was het een kwestie ‘van plussen en minnen’.
Emiel Woutersen is stafredacteur bij Investico. Hij focust zich op datajournalistiek en schrijft onder andere over de financiële sector en het uithollen van de overheid.
Marieke Rotman schrijft voor Investico onder meer over georganiseerde criminaliteit en de invloed van conservatief christelijk rechts in Nederland.