Nieuws
Sanering varkensboeren levert te weinig op
De sanering van de varkenshouderij, een subsidieregeling waarmee honderden varkensboeren worden uitgekocht, levert minister Carola Schouten niet de beloofde beperking op van stikstof-uitstoot. De minister heeft de geplande besparing al beloofd aan miljardenprojecten in de woning- en wegenbouw, die van de stikstof-ruimte afhankelijk zijn om volgend voorjaar van start te kunnen gaan.
Dat blijkt uit onderzoek van Platform voor onderzoeksjournalistiek Investico in samenwerking met EenVandaag en mede voor De Groene Amsterdammer. Minister Schouten besloot vorige maand de saneringsregeling voor varkenshouders te gebruiken voor stikstof-besparing, nadat haar maatregel voor eiwitarm veevoer was gesneuveld. Ze vertrouwde daarbij op een calculatie van het Planbureau voor de Leefomgeving die het effect van de maatregel echter bijna drie keer te hoog inschatte.
Minder deelnemers dan verwacht
De stopregeling voor varkensboeren was aanvankelijk overtekend, maar inmiddels haakt de ene na de andere boer af. Van de 407 boeren die aan de voorwaarden voldoen, zal slechts 50 tot 60 procent daadwerkelijk tekenen, verwacht POV, de belangenbehartiger van de varkenssector. Schattingen van agrarische adviesbureaus DLV en ABAB, die veel met individuele boeren om tafel zitten, komen overeen met deze cijfers. Het PBL ging uit van 361 deelnemers voor hun berekening. Als minder varkensbedrijven uiteindelijk besluiten te stoppen leidt dat tot minder stikstofreductie.
Bovendien baseerde het PBL zich voor haar berekening op een rekenmethode van het RIVM, die er vanuit gaat dat alleen bedrijven dichtbij natuurgebieden, en dus met relatief veel stikstofschade, konden deelnemen aan de sanering. In de voorwaarden voor de regeling speelt de afstand tot een natuurgebied echter geen rol. Ook boeren met relatief weinig stikstofschade doen mee. Door de methode komt het PBL uit op een veel te hoge reductie van 8,5 rekeneenheden stikstofneerslag. Op basis daarvan beloofde de minister al 6,4 rekeneenheden aan de bouw, terwijl de varkensregeling waarschijnlijk niet meer dan 3,0 gaat opleveren, zo blijkt uit de herberekening van Investico.
Het ministerie houdt voorlopig vast aan de ruime berekening van PBL en blijft van mening dat de maatregelen ‘voldoende opleveren voor de bouwopgave en dat er geen tekort zal ontstaan’, zegt een woordvoerder. Desnoods worden later nieuwe maatregelen genomen: ’Pas in april 2021 staat vast hoeveel depositieruimte de maatregel precies oplevert’. Als dat minder is dan de bouw nodig heeft, zal het kabinet nieuwe maatregelen treffen.
Dat de minister voortijdig milieuvoordeel heeft weggegeven, wordt ontkend. De beloften van minister Schouten zijn volgens het ministerie nog niet definitief: ‘Er wordt geen stikstofruimte uitgegeven voordat deze daadwerkelijk is gerealiseerd.’
Uitkoopregeling duur en inefficiënt
De uitkoopregeling, die de afgelopen jaren aan de Tweede Kamer is verkocht als maatregel voor geuroverlast, broeikasgassen en stikstof, is voor al die doelen extreem duur of niet efficiënt, blijkt verder uit het onderzoek. Niet alleen de stikstofwinst is te hoog berekend; door te soepele voorwaarden komen ook boeren die vrijwel geen geuroverlast veroorzaken in aanmerking voor de subsidieregeling. En met 1516 euro per bespaarde ton CO2 is het daarnaast ook een van de duurste maatregelen uit het klimaatakkoord.
Vooral de varkensboeren zelf zijn bij de uitkoop gebaat, net als de grootste financier van de sector Rabobank. Uit de reconstructie van Investico blijkt dat de maatregel in 2015 werd ontworpen om de varkenssector een economische oppepper te geven, die destijds in een ernstige conjuncturele crisis verkeerde. Het ontwerp van de subsidieregeling is afkomstig van een commissie bestaande uit de Rabobank, varkenshoudersorganisatie POV en het ministerie van Landbouw. ‘Geur, klimaat en stikstof: allemaal prachtig, maar daar was het mij niet om te doen.’ zegt Uri Rosenthal, oud-minister en tot eind 2019 voorzitter van de commissie. ‘Ik wilde de boeren meer rendement geven’.
Minister Schouten verviervoudigde het budget voor de regeling in drie jaar tijd tot bijna een half miljard euro, maar benoemde daarbij nooit meer het oorspronkelijke economische doel. Bij elke verhoging van het budget bleven de voorwaarden ongewijzigd. De Rabobank, die het grootste deel van de voorwaarden schreef, zal veertig procent van het subsidiebedrag ontvangen in de vorm van afgeloste leningen, aldus de berekening van Investico. Robert Hoste, econoom varkensproductie bij Wageningen Economic Research controleerde en verbeterde de berekening.
‘Als je wil saneren, zeg het dan gewoon’
Bart Jan Krouwel, oud-Rabobankier en mede-oprichter van de Triodos bank vindt het ‘volstrekt’ onverstandig dat de bank zo’n belangrijke rol heeft gekregen bij de totstandkoming van de overheidsmaatregel. Rudy Rabbinge, emeritus hoogleraar aan de Wageningen Universiteit en onderdeel van de Commissie Remkes die het kabinet adviseert over de stikstofproblematiek, noemt de subsidieregeling ‘weggegooid geld’. De commissie hekelde vorig jaar al het vrijwillige karakter van de regeling waardoor ook varkensboeren met een geringe stikstofdepositie in aanmerking komen. Rabbinge heeft genoeg van de ‘gelegenheidsargumenten’ van minister Schouten: ‘Als je wil saneren, zeg het dan gewoon’.
De Rabobank erkent dat bij het ontwerpen van de regeling veel varkenshouders liquiditeitsproblemen hadden en een kwart van de varkensboeren was ondergebracht bij de afdeling bijzonder beheer. ‘Maar dat staat niet gelijk aan faillissementen of afboeken van financieringen, want dat komt zelden voor.’
Nu de varkenssector weer goed draait, loopt de bank juist inkomsten mis door het krimpen van hun portefeuille in de sector, zegt de woordvoerder. ‘Varkenshouders lossen hun eventueel resterende schuld nu in één keer af waar ze dat anders de komende jaren hadden gedaan. De varkenshouderij portefeuille van de Rabobank is gezond.’