Wet Verplichte GGZ bureaucratisch gedrocht

25 meter papier voor een gedwongen opname

Wachtruimte van een GGZ-instelling Beeld door: Roos Koole

Nieuws

Gedwongen behandeling psychiatrische patiënt loopt vast in bureaucratie

De nieuwe Wet Verplichte GGZ, die sinds begin dit jaar de gedwongen behandeling regelt voor mensen met een psychische stoornis, leidt tot veel nieuwe bureaucratie en tot dusver niet tot betere zorg. Patiënten raken in de war of in paniek door de reeks brieven waarin ze worden betrokken bij hun gedwongen opname. Psychiaters twijfelen aan het nut van de vele schriftelijke plichten waartoe de wet verplicht. Burgemeesters vinden de nieuwe ‘hoorplicht’ bij dwangopname een theoretische oefening.

Dat zeggen betrokken behandelaars, juristen, burgemeesters en vertegenwoordigers van patiënten tegen Platform voor Onderzoeksjournalistiek Investico voor publicaties vandaag in _De Groene Amsterdammer en dagblad Trouw. _Goedbedoelde waarborgen voor patiënten, zoals het recht om gehoord te worden door de burgemeester of om een eigen alternatief ‘plan van aanpak’ te maken om niet te hoeven worden opgenomen, leiden volgens hen vooral tot meer papier, terwijl gedwongen zorg er zelden mee wordt voorkomen.

Wet schiet doel voorbij

‘In plaats van handen aan het bed, heb je nu handen aan het toetsenbord’, zegt psychiater Pieter Prins, geneesheer-directeur bij instelling Altrecht. ‘Je zou die tijd liever besteden aan praten met de patiënt, om te kijken hoe je onvrijwillige zorg kan voorkomen.’ Ook patiëntenrechtenadvocaat Dick Poot ziet voor zijn cliënten weinig voordeel. ‘In praktijk gaat dit compleet over hun hoofden heen. Voor mij is het ondoenlijk om het met hen te bespreken omdat het nauwelijks uit te leggen valt en ik merk dat zij er angstig van worden.’

Volgens de wet moet uitgebreid worden gecorrespondeerd over de (voorgenomen) dwangbehandeling met familie, het openbaar ministerie, de burgemeester en in enkele gevallen zelfs de minister van Veiligheid. Nog meer brieven gaan er naar de patiënt, diens advocaat en vertrouwenspersoon. Dat kost per patiënt drie tot vier keer zoveel tijd als voorheen, zeggen geneesheer-directeuren.

Blijf op de hoogte van onze onderzoeken. Meld je aan voor de nieuwsbrief

Patiënten kunnen zelf een alternatief plan opstellen om dwangzorg af te wenden. Die intentie is goed maar pakt minder mooi uit dan gedroomd, zegt geneesheer-directeur van Rivierduinen Remco de Winter. Als patiënten er al op ingaan, staan hun plannen volgens hem meestal vol met ‘onzin’. ‘Eigenlijk slaat het nergens op. We gaan natuurlijk niet die ingewikkelde dwangzorgaanvraag doen als we denken dat er nog een mogelijkheid is dat de patiënt vrijwillige zorg wil ontvangen.’

Zijn collega Prins van instelling Altrecht bevestigt: ‘Het gaat hier om een groep mensen die de post vaak niet eens opent. De bedoelingen waren goed, maar het schiet volkomen z’n doel voorbij.’ Psychiater in opleiding Jessica Verhagen deed de afgelopen zes maanden in haar instelling Dimence onderzoek naar het plan van aanpak. Slechts 5 procent van de patiënten leverde een plan in. Patiëntenrechtenadvocaat Poot: ‘95 procent van mijn cliënten ontbreekt het aan ziektebesef. De stoornis staat aan het roer. Dat is iets wat je altijd voor ogen moet hebben.’

Hoorplicht

Burgemeesters zetten vraagtekens bij de hoorplicht die de wet voorschrijft. Die leidt niet tot een ander oordeel over de crisismaatregel, is de ervaring van Liesbeth Spies, burgemeester van Alphen aan den Rijn en voorzitter van het Nederlands genootschap van Burgemeesters.

‘Zeker als iemand in een psychose zit, geen goed zelfinzicht heeft, en de arts adviseert dat diegene niet gehoord kan worden, dan is mijn stellige overtuiging toch dat het advies van de arts meer leidend moet zijn dan de wet die zegt: horen.’

Speurwerk

Dwangzorg chaos ondanks nieuwe wet

In deze aflevering van Speurwerk hoor je Investico-redacteuren Emy Koopman en Catrien Spijkerman over hun onderzoek naar de wet verplichte GGZ

Luister de aflevering

Verantwoording

Investico is radicaal transparant. In verantwoordingsdocumenten maken wij onze onderzoeksmethodes en resultaten openbaar zodat publiek en andere onderzoekers ons werk kunnen controleren en erop kunnen voortbouwen. In de longread van het onderzoek hieronder verwijzen noten naar het bronmateriaal. Wilt u meer weten over onze missie en methode? Lees meer

Onderzoek met bronnen

25 meter papier voor een gedwongen opname

Wachtruimte van een GGZ-instelling Beeld door: Roos Koole

Een nieuwe wet in de GGZ zorgt voor paniek in de klinieken: er moet ineens zorg worden geboden aan mensen die misdrijven hebben begaan. Dat leidt tot onveiligheid.

De één verscheurt ze, de ander trekt ze door de wc, weer een ander gooit ze in je gezicht, weet Claar Mooij.1 Brieven, soms meerdere per dag, die ze als psychiater van ggz-instelling Lentis in een eindeloze stroom op haar patiënten afvuurt. ‘Verschrikkelijke brieven,’ geeft ze toe, in ‘zwaar juridisch jargon’. Toch verstuurt Mooij ze, omdat dit sinds 1 januari bij wet verplicht2 is. Patiënten moeten voortaan op de hoogte worden gebracht van iedere stap in de procedure van gedwongen zorg. ‘Formeel is het in hun eigen belang: zodat ze weten wat er gaat gebeuren en ze een klacht kunnen indienen.’

Maar onder patiënten zien de psychiater en haar collega’s bij iedere nieuwe brief de wanhoop toenemen. ‘Het gaat om heel kwetsbare mensen, vaak in ernstige psychische nood, soms erg achterdochtig. Wat denk je dat het voor effect heeft als je ineens een stuk of tien brieven van de ggz ontvangt? “Ze zitten achter me aan”, denk je dan.’ Veel patiënten lezen de brieven ook niet, merken Mooij en collega’s van andere ggz-instellingen.3 Eén patiënt probeerde zijn brieven zelfs in de fik te steken. Verpleegkundigen konden de brand nog net voorkomen.4

Twaalf jaar werd er gewerkt aan de Wet Verplichte GGZ, die gedwongen behandeling voor mensen die door een psychische stoornis een gevaar zijn voor zichzelf of anderen beter had moeten regelen.5 Nederland kampt al jaren met een groeiend aantal dwangopnames, wat naast kostbaar vooral ook traumatiserend is voor de mensen zelf.6 De nieuwe wet moest het tij keren. Kon onder voorganger Bopz (Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen) dwangzorg alleen in de instelling worden geboden, de Wet Verplichte GGZ zou ‘behandeling op maat’ bieden, zoals medicatie slikken in de thuissituatie.7 In overeenstemming met internationale verdragen zou dwang alleen worden toegepast bij een aanzienlijk risico op ‘ernstige schade8’. En dan nog alleen als er echt niets anders op zit; als ‘ultimum remedium’, en zoveel mogelijk naar de wensen van de patiënt.9

Word nu Vriend van Investico en versterk de onderzoeksjournalistiek in Nederland

Steun ons

Van deze beloften lijkt nog weinig terechtgekomen. Mede door de tussenkomst van corona is het aan de vroege kant voor conclusies, maar duidelijk is dat de nieuwe regels leiden tot verwarring en frustratie bij alle partijen. Platform voor onderzoeksjournalistiek Investico volgde afgelopen half jaar de invoering van de dwangwet. We spraken ruim vijftig betrokkenen, waaronder zorgprofessionals, (vertegenwoordigers van) patiënten en familie, juristen en burgemeesters. Zij vertelden dat de talloze regels rond gedwongen behandeling de zorg eerder slechter maken dan beter. Goed bedoelde waarborgen voor patiënten, zoals het recht om gehoord te worden door de burgemeester of om een eigen alternatief ‘plan van aanpak’ te maken om niet te hoeven worden opgenomen, blijken in de praktijk plichtmatige exercities geworden. In de huidige invulling wordt gedwongen zorg er zelden mee voorkomen.10

Bureaucratisch gedrocht

‘“Wauuuuuw!!!”, dacht ik. “Wie heeft dit geschréven?!”’ Rutger Kips roept het uit zonder een greintje cynisme.11 Hij kon zijn ogen niet geloven toen hij twaalf jaar geleden, oktober 2008, de eerste versie12 van de wet las: twintig A4’tjes. ‘Het was bloedsimpel, iedereen kon het begrijpen. Die combinatie van zo’n helder wetsvoorstel, met zo’n stevige rechtsbescherming voor de patiënten – ik was in één klap enthousiast!’

Sinds 2006 zet Kips zich als jurist en activist in voor de rechten van daklozen, verslaafden en psychiatrisch patiënten. Hij weet hoe benard hun positie is: zelf was hij ook vijf jaar dakloos. ‘Ik heb ook weleens in een isoleercel gezeten, op het politiebureau,’ vertelt Kips, in zijn flat in een buitenwijk van Nijmegen. ‘Een week lang, met het licht en de radio aan. Je bent dan echt gedehumaniseerd. Maar dat is niks vergeleken met de verhalen van mijn cliënten, die maanden zaten opgesloten in de ggz. Verschrikkelijk! Nederland greep veel te lichtvaardig naar het middel van dwang. We waren Europees kampioen13 mensen opsluiten.’ 

Namens patiëntenbelangenvereniging MIND was Kips vanaf het begin af aan nauw betrokken bij de totstandkoming van de Wet Verplichte GGZ.14 Hij noemt het zijn ‘levenswerk’. ‘Jarenlang heb ik als een leeuw gevochten om de mensenrechtenbescherming in die wet overeind te houden.’ In zijn woonkamer schuift hij zijn fiets opzij om een kast te kunnen openen. Er verschijnt een paar meter aan stoffige dozen, volgestouwd met papier.15 ‘Dit is alleen nog maar van vóór 2012. Op mijn computer staat nog zeker een halve gigabyte aan documenten.’ Hij slaakt een diepe zucht. ‘We begonnen met een makkelijk wetsvoorstel, en tien jaar later zitten we met een bureaucratisch gedrocht van heb ik jou daar.’ 

Waslijst aan schriftelijke plichten

Op 28 januari dit jaar lopen drie psychiaters en twee verpleegkundigen het Tweede Kamergebouw binnen en spreiden over de gang een 25-meter lange papierrol uit: alle documenten die zij moeten invullen, ondertekenen en/of versturen in het proces van dwangzorg.16 ‘Je zag mensen echt in de hal omkijken van: wat gebeurt hier?!,’ zegt psychiater Pieter Prins.17 Als geneesheer-directeur is hij bij zijn instelling, Altrecht, verantwoordelijk voor het bijhouden van de juridische regels. Daarnaast is hij voorzitter van de commissie Wet en Regelgeving van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP). Maar zelfs Prins kan de dwangwet niet doorgronden, elke keer komt hij nieuwe dingen tegen. Met de witte loper wil de NVvP aandacht vragen voor de kafkaëske situatie waarin ggz-personeel is beland.18 

In de honderd pagina’s die de uiteindelijke wet is gaan tellen, zitten ruim dertig schriftelijke plichten voor de ggz, vooral voor de geneesheer-directeur: naar de familie, het openbaar ministerie, de burgemeester, en in enkele gevallen zelfs de minister van Veiligheid.19 Nog meer brieven gaan er naar de patiënt, diens advocaat en vertrouwenspersoon. Dat kost per patiënt zo’n drie tot vier keer zoveel tijd als voorheen, vertellen geneesheer-directeuren.20 Instellingen namen er extra medewerkers voor aan – of hebben de vacatures nog openstaan, want het tekort aan psychiaters is groot. ‘Een collega-psychiater en een collega-geneesheer-directeur zijn al opgestapt vanwege die wet,’ zegt Remco de Winter, van Rivierduinen. ‘En zelf heb ik echt slapeloze nachten: hoe krijgen we dit allemaal geregeld?’ 

Al het schrijfwerk gaat ten koste van goede zorg, vinden de zorgverleners. Prins: ‘Je zou die tijd liever besteden aan praten met de patiënt, om te kijken hoe je onvrijwillige zorg kan voorkomen. In plaats van handen aan het bed, heb je nu handen aan het toetsenbord.’ Patiëntenrechtenadvocaat Dick Poot ziet niet in wat zijn cliënten aan de bureaucratie hebben. ‘In praktijk gaat dit compleet over hun hoofden heen. Voor mij is het ondoenlijk om het met hen te bespreken. Niet vanwege de tijd, die moet je dan maar maken, maar omdat het nauwelijks uit te leggen val en ik merk dat zij er angstig21 van worden.’ 

Ook het Openbaar Ministerie kan het werk niet bijbenen, ondanks extra geld dat de politiek vrijmaakte om meer officieren van justitie aan te stellen.22 Met name in Oost-Nederland, Amsterdam en Rotterdam zijn er grote vertragingen in de aanvragen van de zogenaamde ‘zorgmachtiging’: langdurige onvrijwillige behandeling bij mensen die zichzelf of anderen wel ernstige schade berokkenen, maar waar nog geen acuut gevaar23 dreigt. Het OM zegt een plan te hebben om de achterstand in te lopen, maar ondertussen verslechtert de toestand van deze mensen omdat ze niet willen worden behandeld.24 Belangenbehartiger Cliëntenbelang Amsterdam kent patiënten wier zorgmachtiging begin dit jaar werd aangevraagd en er nog altijd niet doorheen is. ‘Dat is natuurlijk zeer kwalijk. Zo wordt het uiteindelijk toch een crisis,’ zegt projectleider Esther Kok.25 

Belangenstrijd

Hoe kon het heldere wetsvoorstel uitmonden in het ‘bureaucratische monster’ dat het volgens betrokkenen geworden is? Vanaf het begin botsten de belangen. Vertegenwoordigers van patiëntenbelangen drongen aan op zoveel mogelijk manieren om dwang te kunnen afwenden.26 Burgemeesters en politie wilden juist meer mogelijkheden om in te grijpen.27 De ggz en het OM – worstelend met te weinig capaciteit – wilden er geen van beide meer verantwoordelijkheden28 bij.

In de eerste versie van de wet, waar Kips zo enthousiast over is, leek de belangenstrijd nog te kunnen worden opgelost via ‘commissies’: groepjes van een onafhankelijke psychiater, een jurist en een vertegenwoordiger van het familie- en patiëntperspectief. Zij moesten samen met de patiënt onderzoeken of gedwongen behandeling echt nodig is, of dat er vrijwillige alternatieven bestaan. De rechter zou op basis van hun advies de beslissing nemen.29

De commissies zijn het geesteskind van psychiater Remmers van Veldhuizen, die in Australië had gezien hoe goed ze daar werkten:30 ‘In een prettige, bijna no-nonsense sfeer werd gezegd: er is van alles geprobeerd met jou, je hebt voor angst gezorgd in je gezin en dingen kapot gemaakt en nu vindt de dokter dat je gedwongen moet worden behandeld. Dan kon de patiënt zelf iets uitleggen, bijvoorbeeld: als ik díe medicatie krijg, word ik stapeldol. Er viel te onderhandelen.’

Een Nederlandse pilot bevestigt dat familieleden en patiënten zich door de commissie serieuzer genomen voelen,31 al vindt Gee de Wilde, mede-oprichter van de voorloper van MIND, de commissies het begin van de juridisering en bureaucratisering.32 Hij had liever gezien dat er harder was gewerkt aan het voorkomen van dwang dan aan het regelen ervan.

Psychiaters zijn overwegend positief over de commissies, maar zij klagen ook over de mogelijke bureaucratie: er zouden zo’n 26 extra psychiaters33 nodig zijn. Rechters vinden de procedure te complex.34 Bezuinigingsdrift na de kredietcrisis geeft de doorslag: de politiek vindt de geschatte 30 miljoen kosten te veel.35 In 2012 veegt minister Schippers ze van tafel.36 Maar wie moet dán de gevoelige kwestie van gedwongen behandeling aanvragen bij de rechter? De taken worden herverdeeld, waarbij vooral de geneesheer-directeuren verantwoordelijk worden gemaakt.37 Zijzelf zijn daar niet onverdeeld gelukkig mee: het betekent alsnog meer werk en meer benodigde menskracht.38 Ook de patiëntenverenigingen zijn niet blij: zij vrezen voor de traditionele almacht van de dokter.39

Els Borst

Het gebakkelei rondom de wet komt in een stroomversnelling na de moord op Els Borst, in februari 2014. De moordenaar, Bart van U., verkeert in de waan een goddelijke opdracht40 te hebben gekregen. In een onderzoek naar de tragedie, komt de commissie Hoekstra met vernietigende conclusies over de rol van de politie, Openbaar Ministerie (OM) en – in mindere mate – de ggz. Eén van de fouten luidt dat de partijen informatie over Van U. niet met elkaar deelden, waardoor zij de risico’s verkeerd inschatten. De commissie stelt dat er dringend een betere aanpak moet komen van mensen die door hun psychische stoornis een gevaar voor de samenleving kunnen vormen. 41

‘Het debat sloeg definitief om van “minder dwang toepassen”, naar “we moeten de samenleving beschermen tegen die enge, verwarde personen”,’ herinnert Rutger Kips zich.42 Burgemeesters en politie laten luider van zich horen: zij willen meer middelen om mensen die door een psychische stoornis overlast veroorzaken in zorg te krijgen en deze wet lijkt daar de weg43 voor. Er ontstaat een wapenwedloop tussen bescherming van de openbare orde enerzijds en rechtsbescherming van patiënten anderzijds. Terwijl Rutger Kips en andere vertegenwoordigers van het patiëntperspectief met lede ogen aanzien hoe het maatschappelijke debat verandert, hameren ze steeds harder op de zorgvuldigheid van de besluitvorming. ‘Wij wilden absoluut niet dat de psychiaters vanuit hun tunnelvisie zomaar konden beslissen dat dwangzorg nodig was,’ zegt Kips. ‘Wij wilden dat een onafhankelijke partij zou meekijken over de schouder van de geneesheer-directeur.’

Die rol wordt de Officier van Justitie toebedeeld. Voortaan moet het OM de gedwongen behandeling bij de rechter aanvragen.44 Niet alleen wordt zo tegemoet gekomen aan de wens van de patiëntenverenigingen om de besluitvorming te toetsen, het OM krijgt ook een centrale rol bij de vele nieuwe informatieplichten in de wet waar vanuit veiligheidsperspectief behoefte aan was. Alle informatie over patiënten die GGZ, politie, gemeente en het OM moeten gaan uitwisselen, moet gaan samenkomen bij de Officier van Justitie. Het OM heeft weinig zin haar ‘zwarte’ strafrechtjas te verruilen voor een ‘witte’ doktersjas en waarschuwt dat zij de werkdruk niet aan zal kunnen, maar dat mag niet baten; iemand moet het doen.45

De geneesheer-directeur lijkt daarmee op de achtergrond te komen, maar ook de informatie- en verantwoordingsplichten voor de ggz nemen alleen maar toe. De procedure is met tussenkomst van de Officier van Justitie veel ingewikkelder geworden, en om patiënten hier goed van op de hoogte te houden, moeten die vele brieven46 krijgen. Wat ook in die patiëntenbescherming past: mensen krijgen de mogelijkheid om zelf een ‘plan van aanpak’ te schrijven om gedwongen behandeling te voorkomen. 47 Kips geeft het grif toe: ‘Aan een heleboel bureaucratie die nu in de wet zit, heb ik persoonlijk bijgedragen. Ik sta daar nog steeds achter. Het was bedoeld om de mensenrechten te bewaken: dwangtoepassing mag alleen als het écht niet anders kan en alleen via een uiterst zorgvuldige procedure.’  

‘Dit is geen betere wet,’ zegt psychiater en huidige voorzitter van de NVvP Elnathan Prinsen in mei 2017 tijdens een deskundigenbijeenkomst in de Eerste Kamer.48 Ook andere deskundigen, waaronder het OM, roepen de senatoren op de wet niet af te hameren. Maar de politiek heeft haast: het wetgevingsproces duurt nu al lang genoeg. Bij voorganger Bopz, waaraan meer dan twintig jaar werd geschaafd, kwam dat de uitvoerbaarheid ook niet ten goede. Wat nog wel wordt bedongen is uitstel in de invoering, en de belofte van een evaluatie, twee jaar na ingang. 

‘Hoorservice’

Het ene moment staat geneeskundestudent Anne boodschappen te doen, het volgende probeert ze wijs te worden uit het onsamenhangende verhaal van een man die zojuist heeft geprobeerd zichzelf te suïcideren.49 Voor de student is het haar bijbaantje. Zo’n twee keer per week heeft ze acht uur lang ‘bereikbaarheidsdienst’: ze hoort de verhalen aan van mensen die acuut gedwongen behandeling dreigen te krijgen. Anne krijgt een oproep wanneer er ergens in Nederland voor iemand een crisismaatregel wordt aangevraagd. Van tevoren weet ze nooit wat ze gaat krijgen. Vaak iemand in psychose, soms iemand die suïcidaal is, anorectisch, of met een verslaving. Binnen een uur wordt van haar een verslag verwacht. Ze moet een vast script afdraaien: vragen of de patiënt toestemming geeft voor een gesprek; wat zijn ‘visie’ is op de crisismaatregel; of ze zijn gegevens mag doorsturen naar de patiëntenvertrouwenspersoon en of de patiënt afziet van het recht op een advocaat.  

Anne doet het werk van de burgemeester. De Wet Verplichte GGZ bepaalt namelijk dat er door de burgemeester ‘gehoord’ moet worden, om een onafhankelijk oordeel te vormen of gedwongen behandeling wel ’aan50 b. betrokkene, zo mogelijk, in de gelegenheid heeft gesteld om te worden gehoord.’] is. Veruit de meeste gemeenten besteden deze ‘hoorplicht’ uit aan de GGD of aan een bedrijf.51 Anne belandde bij deze ‘hoorservice’ via een uitzendbureau. Ze had eerder nog nooit met psychotische mensen gepraat. ‘Het zijn heel aparte gesprekken. Dan vraag ik: wat vind je van de crisisopname?, en zegt diegene: ik heb bloemkool gegeten. Ik kijk er nog iedere keer van op.’ Ze doet haar werk zo consciëntieus en empathisch mogelijk. Officieel moet ze zich aan het script houden, maar onbegrijpelijke formuleringen zoals ‘heeft u bedenkingen tegen het laten bijstaan door een advocaat?’, past zij aan: ‘U heeft recht op een advocaat, wilt u dat?’ 

Hoewel Anne tevreden is met haar bijbaan, kent ze ook frustratie: ‘Ik wil hen helpen, maar in meer dan de helft van de gevallen is het onbegonnen werk, omdat iemand niet praat of omdat er geen touw aan vast te knopen is.’ In andere gevallen is er wel een gesprek mogelijk. ‘Dat zijn vaak mensen waarbij suïcidaliteit speelt, of anorexia. Hun visie kun je echt opschrijven en dan hoop ik maar dat de burgemeester dat ook in overweging neemt en niet denkt: ik keur alles goed.’ De beslissing van de burgemeester krijgt ze niet te horen. Als zij haar verslag heeft geüpload, is haar taak volbracht. 

Elders in het land logt een burgemeester in op het informatie-uitwisselingssysteem voor de dwangwet, via de computer of de smartphone. In het dossier ziet die burgemeester het advies van de arts en kan hij of zij het hoorverslag lezen of terugluisteren.52 De hoorplicht is de burgemeesters net zo in de maag gesplitst als de officieren van justitie de regierol.53 ‘Een bijna theoretische exercitie,’ werd de plicht voor ingang van de wet genoemd door Liesbeth Spies, burgemeester van Alphen aan den Rijn en voorzitter van het Nederlands genootschap van Burgemeesters.54 Na een half jaar ervaring vindt ze dat nog steeds: ‘Zeker als iemand in een psychose zit, geen goed zelfinzicht heeft, en de arts adviseert dat diegene niet gehoord kan worden, dan is mijn stellige overtuiging toch dat het advies van de arts meer leidend moet zijn dan de wet die zegt: horen.’

Volgens Spies leidt de hoorplicht niet tot een ander oordeel over de crisismaatregel.55 ‘Ik heb nog geen situaties gehad waarin het advies van de behandelend arts niet is opgevolgd. Ook van collega’s heb ik dat nog niet gehoord. Ik vraag me ook oprecht af of het in het belang van de cliënt is. Die is vaak al uit z’n eigen omgeving gehaald, vervoerd naar een locatie waar de beoordeling plaatsvindt, en dan moet er dus ook gehoord worden.’ 

Investico werkt altijd samen met andere media. Zo versterken we de onderzoeksjournalistiek in Nederland.

Lees meer over ons

Alternatief plan

Ook het ‘plan van aanpak,’ het alternatieve plan dat een patiënt zelf mag opstellen om dwangzorg af te wenden, pakt minder mooi uit dan gedroomd. Binnen drie dagen nadat de patiënt een brief van de geneesheer-directeur heeft ontvangen, moet die schriftelijk melden zo’n plan te willen maken.56 Maar als patiënten daar al op ingaan, vertelt Remco de Winter, geneesheer-directeur van Rivierduinen, dan staan hun plannen meestal vol met ‘onzin’. ‘Eigenlijk slaat het nergens op. We gaan natuurlijk niet die ingewikkelde dwangzorgaanvraag doen als we denken dat er nog een mogelijkheid is dat de patiënt vrijwillige zorg wil ontvangen.’ Pieter Prins van Altrecht bevestigt: ‘Het gaat hier om een groep mensen die de post vaak niet eens opent. De bedoelingen waren goed, maar het schiet volkomen z’n doel voorbij.’

Psychiater in opleiding Jessica Verhagen deed de afgelopen zes maanden in haar instelling Dimence onderzoek naar het plan van aanpak.57 Slechts 5 procent van de patiënten leverde een plan in. ‘Dat is ontzettend weinig,’ zegt ze. ‘Maar: bij de helft van hen – 3 procent van het totaal – was het plan zo goed, dat het dwangzorg kon voorkomen.58 Voor hen werkt het dus wél.’ Het ging vooral om patiënten die ziektebesef hebben en al eerder dwangzorg hadden gehad, zegt Verhagen.59 ‘Je kunt je afvragen of we bij die ene patiënt die een succesvol plan schrijft niet sowieso de dwangzorg hadden kunnen afwenden. Hebben we daar al die brieven voor nodig?’ 

NVP overweegt nieuwe acties

Het protest van de psychiaters met de papierrol lijkt indruk te hebben gemaakt: al in februari zegt staatssecretaris Blokhuis reparaties60 toe. Maar omdat fundamentele wijzigingen met een reparatiewet niet gemaakt kunnen worden, blijken de aanpassingen miniem, zoals een verruiming van een termijn met een paar dagen.61 ‘Een zoethoudertje,’ aldus geneesheer-directeur Chefren ten Noever62 van Fivoor. Naar schatting gaat er van de 25 meter lange rol slechts zo’n 1,5 meter63 af. 

Nu duidelijk is dat de ggz nog meerdere jaren opgescheept zit met een wet die zij onuitvoerbaar vindt, beraamt de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie nieuwe acties. ‘Misschien een week geen crisisopnames doen?,’ overweegt voorzitter Elnathan Prinsen hardop aan de telefoon. ‘Er komt een punt waarop je burgerlijk ongehoorzaam móet zijn.’ Ten Noever riep tijdens een overleg met collega’s uit andere instellingen al op tot een boycot: ‘Als iedereen er zo op vastloopt, waarom dan niet het ultieme middel inzetten en de wet gewoon niet meer uitvoeren? De rechtbank, het OM, de GGZ – we lopen allemaal vast. Het is gevaarlijk, het is prutswerk! Weg ermee!’

Toch benadrukken de betrokkenen nog altijd achter de idealen van de wet te staan: dwang voorkomen, zorg op maat, inspraak voor patiënt en naasten – de geest van de wet vindt men prachtig, maar die geest is inmiddels ver te zoeken. De letter van de wet wordt ondertussen over alle patiënten uitgestort, terwijl slechts een enkeling, mondig en intelligent, daar raad mee weet. Patiëntenrechtenadvocaat Dick Poot: ‘95 procent van mijn cliënten ontbreekt het aan ziektebesef. De stoornis staat aan het roer. Dat is iets wat je altijd voor ogen moet hebben.’ Zorg op maat? ‘De nieuwe wet staat humane zorg in de weg.’

In zijn huiskamer in Nijmegensteekt Rutger Kips nog een sigaret op. ‘Het is zo technisch geworden, zo bureaucratisch. Het is ook verschrikkelijk moeilijk: het gaat over een enorm breed scala aan mensen en aan gektes, en daar moet het allemaal voor kloppen. Je probeert de connectie te houden tussen wetssysteem, de bureaucratie eromheen, en de mens. Maar dan verdwijnt toch de mens uit beeld. Niemand heeft het zo bedoeld, en toch is het gebeurd.’


  1. Telefonisch interview met Claar Mooij, 1 juli 2020 

  2. De wettekst van de Wet Verplichte GGZ (wvggz) is hier te vinden. Een vereenvoudigde uitleg staat hier 

  3. Telefonische interviews met acht geneesheer-directeuren (zie ook verderop in het artikel), onderzoeker Jessica Verhagen, en Elnathan Prinsen, de voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie 

  4. Telefonisch interview met geneesheer-directeur die anoniem wil blijven, vanwege het feit dat de betreffende patiënt zich in dit voorbeeld zou kunnen herkennen 

  5. We gaan uit van twaalf jaar omdat we tellen vanaf beginjaar 2008, waarin minister Ab Klink per Kamerbrief de breed gedeelde noodzaak uitspreekt voor ‘een nieuw wettelijk kader’ en eindjaar 2020 (het jaar waarin de wet in gaat), zie hier. De wettekst was echter al afgehamerd in 2018, dus je kunt ook van tien jaar spreken. Aan de andere kant kun je het wetsproces ook eerder laten beginnen, al bij de evaluatie van voorganger Bopz (wet Bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen). Vandaar dat wij kozen voor twaalf jaar 

  6. Zie hier en hier 

  7. In zijn Kamerbrief uit 2008 zegt Klink dit al (citaat: Passende zorg voor mensen met psychische stoornissen, ongeacht waar zij zich bevinden, is het uitgangspunt.) 

  8. Ernstige schade (Engels: serious harm) werd later in het proces veranderd naar ernstig nadeel, maar in eerdere versies van de wet staat deze term nog, bijvoorbeeld hier. Ernstig nadeel werd door patiëntenorganisaties opgevat als een gevaarlijke verruiming, zie bijvoorbeeld hier 

  9. Dit is nog steeds de letter van de wet, zie hier voor een eenvoudige uitleg 

  10. Deze voorlopige conclusie stellen wij op basis van wat de betrokkenen vertelden en het onderzoek naar het eigen plan van aanpak bij Dimence (zie verderop in dit artikel). Dat gedwongen behandeling niet lijkt te worden voorkomen, wordt verder gesuggereerd door cijfers over het aantal opgelegde dwangmaatregelen die we hebben opgevraagd bij Raad voor de Rechtspraak t/m juni 2020 - na een dip in de maanden februari en maart zijn deze vergelijkbaar met voorgaande jaren 

  11. Interview bij Rutger Kips thuis, 12 juni 2020. Ook telefonisch gesproken op 10 april 2020 en 16 juli 2020 

  12. Deze conceptversie van het wetsvoorstel uit 2008 hebben wij van betrokkenen toegestuurd gekregen. Zoals meer conceptversies die wij voor dit artikel hebben bekeken, is dit document (op moment van publicatie, 22-07-2020) online niet terug te vinden; in te zien op aanvraag 

  13. Over kampioen mensen opsluiten zie wederom hier 

  14. Kips zat in de klankbordgroep maatschappelijke opvang en werd toen door Landelijk Platform GGZ (de voorloper van MIND) gevraagd commentaar te geven op het eerste wetsvoorstel. Zie o.a. het jaarverslag van het Landelijk Platform GGZ uit 2009 waar Rutger Kips in de Werkgroep Wet Verplichte GGZ zit 

  15. Voor een deel van de documenten die met het wetsproces gepaard zijn gegaan, zie hier 

  16. Zie hier 

  17. Toelichting Pieter Prins op actie via LinkedIn, 3 april 2020. Naast de LinkedIn-conversatie zijn drie telefonische gesprekken gevoerd met Prins: op 2 april, 7 mei en 28 mei 

  18. Dit ging gepaard met het aanbieden van een petitie 

  19. In pdf-versie telt de wettekst zoals aangenomen op 24 januari 2018 honderd paginas. De schriftelijke plichten hebben we simpelweg geturfd: in totaal komt het woord schriftelijk 95 keer voor, meestal in de combinatie schriftelijk en gemotiveerd, 37 keer is die schriftelijke plicht voor de GGZ (geneesheer-directeur, zorgaanbieder of zorgverantwoordelijke). Dit hebben we conservatief ingeschat als ruim dertig. Daarvan gaat het in 26 gevallen om een taak voor de geneesheer-directeur 

  20. Deze inschatting van de extra werklast werd gemaakt door: Heleen Schaffels (InGeest), Pieter Prins (Altrecht), Julian Garcia (GGZ Noord-Holland Noord). Patiëntenrechtenadvocaat Dick Poot sprak in een telefonisch gesprek op 10 juni 2020 ook van dossiers die drie keer zo dik zijn als onder de Bopz 

  21. Dick Poot zei dit in een telefonisch gesprek op 10 juni 2020. Hij is ook telefonisch gesproken op 24 april, 25 mei en 2 juli 2020 

  22. Dit bevestigt Heleen Rutgers, landelijk portefeuillehouder Verplichte Zorg bij het OM in een interview op het kantoor van het OM in Utrecht, op 19 juni. Bij het gesprek is ook Janine Berton aanwezig, landelijk Officier van Justitie Verplichte zorg. Rutgers kan niet zeggen hoeveel extra geld het OM kreeg, maar spreekt van vele miljoenen voor verschillende doelen, zoals de implementatie van de wet, het extra personeel, het informatie-uitwisselingssysteem 

  23. Ibid. Heleen Rutgers benadrukt wel (citaat): We hebben 10 regio’s in Nederland. In de rest van de regio’s is het gewoon op orde 

  24. Ibid. Heleen Rutgers zegt dat er (citaat) een plan van aanpak ligt om de achterstanden in te lopen en te zorgen dat geen nieuwe ontstaan. Dus ik verwacht ook dat op relatief korte termijn de boel op orde is. De vertragingen werden op 6 juli via email bevestigd door Esther Kok van Cliëntenbelang Amsterdam. Ook geneesheer-directeur Arnoud Jansen van Dimence sprak van de vertragingen bij het OM in een telefonisch interview op 20 maart 

  25. Esther Kok in email-conversatie op 6 juli 2020 

  26. Gesprekken met Jolijn Santegoeds (telefonisch, 9 juli 2020), Gee de Wilde (telefonisch, 10 juli 2020) en Rutger Kips 

  27. Zie bijvoorbeeld de brief van de politie (ondertekend door korpschef Blokhuijzen) aan Hirsch-Ballin van 4 februari 2009, waarin aangegeven wordt dat politie in crisissituaties moet ingrijpen, maar dat dit nu ‘buitenwettelijk’ is - de politie moet dus een rol krijgen in de wet. Tegelijkertijd benadrukt de politie dat zij niet verantwoordelijk wil zijn voor het vervoer van psychiatrische patiënten. (Zie verder voetnoot 47) 

  28. Samenvattende analyse op basis van Kamerstukken en lobby-documenten (deels niet openbaar beschikbaar, verkregen via bronnen), en n.a.v. gesprekken met mensen die direct bij het wetstraject betrokken waren, waaronder Rutger Kips, Remmers van Veldhuizen, Rob Keurentjes, Gee de Wilde, Jolijn Santegoeds en Adger Hondius 

  29. Zie het wetsvoorstel uit 2010 

  30. Telefonisch interview met Remmers van Veldhuizen, 4 juni 2020 

  31. Zie Project Commissies Verplichte Geestelijke Gezondheidszorg: Advies van de Stuurgroep (3 februari 2010) 

  32. Telefonisch interview met Gee de Wilde, 10 juli 2020. De Wilde is mede-oprichter van een koepel van patiëntenorganisaties: Landelijk Platform GGZ. Deze koepel draagt tegenwoordig de naam MIND 

  33. Zie de reactie op wetsvoorstel verplichte GGZ door NVvP, KNMG en Verenso (ouderengeneeskunde) van 15 oktober 2010 en de aparte reactie van de NVvP van 10 oktober 2010. De artsenverenigingen geven in die brief óok aan de procedure complex te vinden. De 26 extra psychiaters staan niet in deze brief, die komen uit de Monitor Pilotcommissies Verplichte GGz, te vinden in de bijlage van Project Commissies Verplichte Geestelijke Gezondheidszorg: Advies van de Stuurgroep (3 februari 2010) 

  34. Rob Keurentjes legde dit uit in een telefonisch interview op 28 maart 2020. Keurentjes is rechter, was voorzitter van de derde Evaluatiecommissie van de BOPZ, schreef een boek over de WVGGZ en over de voorloper BOPZ, en was vanaf het begin betrokken bij de totstandkoming van de WVGGZ. Hij legde uit dat de rechters niet tevreden waren met de rol die ze tov de commissies zouden krijgen. Ze wilden enerzijds niet deelnemen aan de commissies, maar wilden anderzijds ook niet de bevindingen van de commissie zomaar overnemen - ze zouden het werk van de commissie dus zelf opnieuw willen doen 

  35. Vertrouwelijk document: Toelichting op de wijzingen in het wetsvoorstel WvGGZ (5 maart 2012). Hierin wordt ook gesproken van de zeer beperkte financiële ruimte op de begrotingen van Veiligheid en Justitie en VWS 

  36. Ibid. In de Eerste Nota van Wijziging (30 september 2013) zijn de commissies dan ook verdwenen 

  37. Zie de Eerste Nota van Wijziging (30 september 2013) 

  38. Zie bijvoorbeeld de brief van de NVvP aan staatssecretaris Teeven in reactie op het voorstel voor de nota van wijziging (brief van 4 mei 2012). Hierin spreekt de NVvp van de sterk verzwaarde rol van de geneesheer-directeur en de enorme tour de force die de uitvoering van de wet zal kosten 

  39. Zie bijvoorbeeld de brief van LPGGz aan minister Schippers in reactie op het voorstel voor de nota van wijziging, consultatieronde april 2012 (brief van 1 mei 2012) 

  40. Zie bijvoorbeeld dit bericht van nu.nl 

  41. Zie het rapport van de Commissie Hoekstra 

  42. Dit is ook terug te zien in het Kamerdebat van 1 juli 2015 n.a.v. het rapport van de commissie Hoekstra 

  43. De observatiemaatregel is hiervan een goed voorbeeld. Deze maatregel - die uiteindelijk weer uit de wet is gehaald - zou het mogelijk maken om iemand onder dwang vast te houden van wie vermoed wordt dat hij een psychische stoornis heeft die een nadeel voor zichzelf of anderen veroorzaakt. Burgemeesters noemen dit ‘een belangrijk instrument om de burgemeester in staat te stellen zijn rol te vervullen en overlast te beperken’, zo blijkt o.a. uit dit position paper. Zie ook de brief van de Politie aan het ministerie van VWS waarin zij o.a. pleit voor een integrale persoongerichte aanpak waarbij straf en zorg kunnen worden gecombineerd. Later spreken burgemeesters zich uit omdat ze meer bevoegdheden willen. Fel voorstander hiervan is (inmiddels voormalig-)burgemeester van Leeuwarden Ferd Crone. Zie hier 

  44. Zie de Tweede Nota van Wijziging, artikel 5:3. Hierin staat nu dat de Officier van Justitie ambtshalve of op aanvraag van het college van burgemeester en wethouders, een geneesheer-directeur, een persoon die op beroepsmatige basis zorg verleent aan betrokkene of een ambtenaar van de politie, besluiten een verzoekschrift voor een zorgmachtiging voor te bereiden. In de eerste Nota van Wijziging was deze rol nog toebedeeld aan de geneesheer-directeur, zie artikel 5:5 

  45. Zie de Deskundigenbijeenkomst in de Eerste Kamer van 16 mei 2017. Rinus Otte sprak hier namens het OM 

  46. Zie onder andere artikel 5:4 voorbereiding zorgmachtiging 

  47. Zie hier 

  48. Zie hier. Dat geldt ook voor de rest van deze alinea 

  49. Telefonisch interview met Anne, 18 juni 2020. Anne wil haar naam geheim houden omdat ze vreest voor haar baan als naar buiten komt dat zij zich kritisch uitlaat over haar werk 

  50. ’Zie 

  51. Dat de meeste gemeenten uitbesteden, bevestigt Liesbeth Spies, voorzitter van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters, in een interview op 1 juli 2020. Zij benadrukt wel dat er volgens haar vaker GGZ-instellingen en GGDen het horen doen dan bedrijven, maar heeft hier geen overzicht van. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten weet niet hoeveel gemeenten de hoorplicht hebben uitbesteed: Voor het horen hebben wij geen monitor ingericht. Volgens de geïnterviewde geneeskundestudent werken er ongeveer veertig collegas bij haar bedrijf en ontvangt zij als ze aan het werk is oproepen uit heel Nederland. 

  52. Beschrijving uit interview met burgemeester Liesbeth Spies, 1 juli 2020 

  53. Zie protest van Liesbeth Spies in haar rol als voorzitter van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters tijdens de Deskundigenbijeenkomst in de Eerste Kamer van 16 mei 2017 

  54. Zie protest van Liesbeth Spies in haar rol als voorzitter van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters tijdens de Deskundigenbijeenkomst in de Eerste Kamer van 16 mei 2017 

  55. Spies zei dit tijdens het interview van 1 juli 2020 

  56. Zie hier 

  57. Jessica Verhagen is psychiater in opleiding en voerde in het kader van die opleiding een onderzoek uit naar het plan van aanpak. Telefonisch interview op 6 juli 2020. Bij het interview was ook stagiair Linda ten Broek aanwezig, student sociaal juridische dienstverlening, die meehielp aan het onderzoek en hierover een scriptie schrijft 

  58. Het zijn voorlopige resultaten die nog niet zijn gepubliceerd. Het onderzoek van Verhagen loopt nog tot 1 oktober, daarna is zij van plan haar onderzoek te publiceren in het Tijdschrift voor Psychiatrie

  59. Geneesheer-directeur Julian Garcia van GGZ Noord-Holland Noord had gelijksoortige bevindingen, vertelde hij telefonisch, op 10 juni 2020. Garcia deed in 2019 een pilot naar het plan van aanpak: alle patiënten die voor verlenging van gedwongen zorg in aanmerking kwamen, een stuk of negentig mensen, belde hij op, om uiteindelijk slechts één bruikbaar plan terug te krijgen. Sinds de ingang van de wet heeft hij twee keer (op honderden patiënten) een plan van aanpak gekregen dat leidde tot het niet voortzetten van een zorgmachtiging 

  60. Zie hier 

  61. De reparatiewet is hier terug te vinden 

  62. Telefonisch interview op 2 juli 2020 

  63. Zie de brief die de Raden van Bestuur van 26 ggz-instellingen op 19 mei 2020 naar staatssecretaris Blokhuis stuurden 

Wilt u onafhankelijke onderzoeksjournalistiek ondersteunen? Word Vriend van Investico

U las de longread van dit onderzoek. Heeft u naar aanleiding hiervan een tip? Neem contact met ons op

Verdedig de rechtsstaat. Steun onafhankelijke onderzoeksjournalistiek in Nederland.

Word vriend