Nieuws
In het kort: zes vragen over de energiemiljarden
1 Om hoeveel geld gaat het?
In totaal verdienden provincies en gemeenten 40 miljard euro aan hun aandelen in energiebedrijven als Essent en Nuon. Aanvankelijk via de dividenden die werden uitbetaald, maar de grote klapper kwam in 2009, met de verkoop van Essent aan het Duitse RWE, en Nuon aan Vattenfall, elk voor 10 miljard euro.
2 Een gouden moment om te cashen dus?
Enerzijds wel. In ons artikel “Hoe het schip met geld Gelderland binnenvoer” vertelt de Gelderse PvdA gedeputeerde Harry Keereweer dat Lars Josefsson, de baas van Vattenfall, toch een beetje spijt had. Hij zei bij de presentatie van het akkoord: ‘We hebben wel heel veel betaald.” Mooi voor Gelderland, zo lijkt het. Maar aan de andere kant: na de verkoop raakten provincies en gemeenten hun jaarlijkse bonus in de vorm van een stevig dividend kwijt. En daarbij: de tien miljard die Vattenfall voor Nuon betaalde, moet ook weer terugverdiend worden. Uiteindelijk betalen de klanten de rekening. Vattenfall moest miljarden afschrijven op Nuon, en sneed flink in de kosten. Dat kostte uiteindelijk honderden banen bij de Nederlandse tak van het energiebedrijf.
3 Wat deden gemeenten en provincies met die miljarden?
De 40 miljard uit de privatisering van de energiesector zorgde voor ongekend ruime begrotingen bij sommige gemeenten en provincies. Zonder de burger lastig te hoeven vallen met belastingverhogingen, konden bestuurders ambities verwezenlijken zoveel ze konden verzinnen. Het Brabantse SP-Statenlid Nico Heijmans herinnert zich een begrotingsbehandeling waarin het College van Provinciale Staten zei: ‘Jongens, we hebben nog 300 miljoen liggen en we weten echt niet meer waar we het aan uit moeten geven. Zeggen jullie het maar.’
4 Dus het geld werd over de balk gesmeten?
Dat was absoluut niet de bedoeling. In alle gemeenten en provincies riepen bestuurders om het hardst dat ze het “tafelzilver” niet wilden verjubelen. Maar uit ons onderzoek blijkt dat dat in de praktijk toch vaak anders uitpakte.
Bestuurders namen met gratis geld in de achterzak makkelijker risico’s. En ze werden hardhorend voor kritiek. Doordat het geld er toch al was, konden ze democratische controle gedeeltelijk buitenspel zetten. In veel van die projecten werden belanghebbende burgers en bedrijven niet, nauwelijks of te laat betrokken. Met als gevolg dat veel projecten financieel uit de hand liepen.
5 Had dat niet anders gekund?
Hoogleraar overheidsfinanciën Maarten Allers pleit ervoor de energiemiljarden terug te geven aan de burger. Overheden kunnen dan nog steeds plannen maken, maar daarvoor moeten ze wel belastinggeld gebruiken, en dus draagvlak creëren bij hun kiezers. Op die manier worden burgers meer betrokken bij overheidsbeleid, en worden risico’s in de hand gehouden.Gezien de resultaten van ons onderzoek valt daar veel voor te zeggen.
6 Maar dat gebeurde dus niet?
Nee, in plaats daarvan probeerde de Rijksoverheid zeggenschap te krijgen over de reserves door provincies te verplichten het geld op een rekening van het ministerie van Financiën te zetten. Dat heet schatkistbankieren. Om dat te voorkomen, zetten de rijk geworden provincies hun energiemiljarden weg in aparte bv’s. Die investeren het geld nu met minimale democratische controle in allerlei projecten die banken te risicovol vinden. Een aantal van die veelbelovende start-ups ging al failliet. Dat kan natuurlijk gebeuren,maar de vraag is of burgers bereid zijn deze risico’s te lopen met overheidsgeld.