Nieuws

Databank erfelijk materiaal nauwelijks besproken onderdeel van ‘sleepwet’

De DNA-databank die inlichtingendienst AIVD volgens de nieuwe Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten mag aanleggen, is de ‘meest verrassende uitbreiding van de bevoegdheden van de geheime diensten en de meest onnodige.’ Dat zegt hoogleraar Bert-Jaap Koops van de Universiteit van Tilburg tegen Platform voor onderzoeksjournalistiek Investico en De Groene Amsterdammer. De eigen DNA-databank voor de veiligheidsdienst is een nauwelijks besproken onderdeel van de nieuwe ‘Sleepwet’, waarover bij de Gemeenteraadsverkiezingen een referendum wordt gehouden.

Hoogleraar Koops, die onderzoek doet naar privacy in het informatietijdperk, werd eind 2015 door het ministerie van Binnenlandse Zaken gevraagd om de nieuwe inlichtingenwet te beoordelen op privacy-bezwaren. Samen met academische collega’s en experts van onderzoeksbureau TNO concludeerde hij dat de risico’s van een aparte databank te groot zijn. De dienst zou met de wet heimelijk DNA-profielen van een groot aantal Nederlanders kunnen verzamelen zonder duidelijk doel.

Blijf op de hoogte van onze onderzoeken. Meld je aan voor de nieuwsbrief

Noodzaak

De noodzaak van een DNA-databank wordt ‘volstrekt onvoldoende onderbouwd’, vinden de experts. De belangrijkste wens van de AIVD om daders van zelfmoordaanslagen (achteraf) te kunnen identificeren, kan volgens hen op andere manieren worden vervuld, zoals met verwantenonderzoek of met een beroep op de bestaande DNA-databank van politie en justitie.

Als de DNA-databank een belangrijk middel is tegen zelfmoordterrorisme, moet de wet daartoe ook worden beperkt, vindt Koops. Dan zouden alleen DNA-profielen van potentiële aanslagplegers moeten worden opgeslagen. Hij gelooft niet dat de inlichtingendienst meteen massaal DNA van alle Nederlanders gaat verzamelen, maar de wet geeft er wel de mogelijkheden toe. Koops: ‘Deze wet geeft de diensten buitenproportionele bevoegdheden.’

De AIVD heeft nooit inhoudelijk gereageerd op de bezwaren. Ook in de Tweede Kamer was er nauwelijks debat over toen de wet afgelopen jaar werd goedgekeurd. De aanbevelingen van de privacy-commissie om de DNA-databank niet op te richten, werd niet overgenomen. ‘Juist bij zo’n complexe wet zouden argumenten leidend moeten zijn. Dat is nu niet zo, en daarom zitten we volgens mij met het referendum’, zegt de Tilburgse hoogleraar.

Versoepeling

Ook andere onderzoekers hebben grote twijfel bij een eigen DNA-databank voor de AIVD. De regels daarvoor zullen op dezelfde manier worden versoepeld als voor de databank van de politie, vreest Amade M’Charek, hoogleraar antropologie van de wetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Zij onderzoekt hoe genetisch materiaal in strafzaken wordt gebruikt en leidt een onderzoeksproject naar hoe uit DNA uiterlijke kenmerken kunnen worden voorspeld. ‘In eerste instantie kwam je alleen in de politie-databank voor vergrijpen als moord en doodslag, maar nu neemt de politie al DNA af voor zaken als inbraak of diefstal.’

Volgens een Algemene Maatregel van Bestuur die aan de nieuwe wet is toegevoegd, mag het DNA-materiaal van de inlichtingendienst ook voor ‘verdere verwerking’ worden gebruikt. Volgens de AIVD wordt daarmee gedoeld op ‘verwerking ten behoeve van andere inlichtingenonderzoeken dan waarvoor het DNA-onderzoek aanvankelijk was aangevraagd, en op verstrekking aan een andere instantie’, laat de dienst in een reactie weten. Alleen de wetgever besluit of reikwijdte en doeleinden van DNA-onderzoek in de toekomst worden verruimd, benadrukt de AIVD.

M’Charek vindt dat geen geruststelling. ‘Als er morgen een aanslag plaatsvindt, zal iedereen roepen dat al het mogelijke gedaan moet worden om de daders te vinden. Dan worden de regels meteen minder streng. Dat zag je in Frankrijk ook na de aanslagen daar.’ Door de noodtoestand zijn de bevoegdheden onder het strafrecht in Frankrijk nu permanent verruimd. ‘Daar moeten we van leren.’

Lees het onderzoek

Verdedig de rechtsstaat. Steun onafhankelijke onderzoeksjournalistiek in Nederland.

Word vriend