Nieuws
Gemeentelijke samenwerkingen structureel over budget
Regionale samenwerkingsverbanden zouden efficiënter moeten werken, maar zadelen gemeenten elk jaar op met onverwachte kosten. De verbanden vormen de enige lokale overheidslaag waar je niet op stemt. De afgelopen jaren gaven zij structureel meer uit dan begroot, raadsleden kunnen niet anders dan “tekenen bij het kruisje”.
Gemeenten zijn jaarlijks honderden miljoenen kwijt aan onverwachte uitgaven van regionale samenwerkingen. Elk jaar overschrijdt ruim twee derde van de organisaties waarin gemeenten met elkaar samenwerken het oorspronkelijke budget. Dat blijkt uit een berekening van platform voor onderzoeksjournalistiek Investico voor Trouw en De Groene Amsterdammer, De Gelderlander en De Stentor.
Word nu Vriend van Investico en versterk de onderzoeksjournalistiek in Nederland
Gemeenten werken steeds vaker samen, in organisaties variërend van omgevingsdiensten en GGD’s tot een gezamenlijke reinigingsdienst, sociale werkplekken en het ophalen van afval. De uitgaven stegen de laatste jaren fors: van 1,8 miljard euro in 2005, tot 8 miljard euro in 2013 – in 2020 waren de totale uitgaven 12 miljard euro, een kwart van het totale gemeentebudget.
De belangrijkste reden voor gemeenten om samen te werken is kostenbesparing en efficiëntie. Maar de beoogde besparing wordt niet gehaald door structurele overschrijdingen van de begroting. Gemiddeld zijn de budgetoverschrijdingen van samenwerkingsverbanden elf procent, met uitschieters tot veertig procent. Investico vergeleek van ruim tweehonderd samenwerkingsverbanden de oorspronkelijke begroting met de werkelijke uitgaven voor de jaren 2018, 2019 en 2020. Bij meer dan de helft van de samenwerkingen is het probleem structureel: zij gingen drie jaar op rij over budget.
Onderzoeker Johan de Kruijf van de Radboud Universiteit spreekt van een forse overschrijding. “Bij zo’n overschrijding van meer dan tien procent is er echt iets aan de hand.” De extra uitgaven die met name de GGD’s maakten in coronajaren 2020 en 2021 kunnen de overschrijding niet verklaren: de gemiddelde overschrijding in 2019 was bijna even groot als in 2020.
Volgens De Kruijf ontbreekt het aan democratische controle op de samenwerkingsverbanden en hun uitgaven. “Als raad heb je de overschrijdingen gewoon te slikken.” De oplopende kosten zetten gemeenteraadsleden voor een voldongen feit, want de uitgaven aan een samenwerkingsverband zijn verplicht. Tobias van der Hoeven, CDA-raadslid uit Oegstgeest, beaamt dat: “Aan het eind van het jaar krijg je een rekening van een paar ton extra waar je in de praktijk geen invloed meer op hebt. Wij kunnen alleen maar tekenen bij het kruisje.”
Deze ontevredenheid blijkt ook uit een enquête onder raadsleden vorig jaar, waarin een derde vindt dat samenwerkingsverbanden een te groot beslag leggen op de begroting van gemeenten. De meerkosten drukken op de gemeentelijke budgetten, die vaak al krap zijn. Bijna tachtig procent van de gemeenten verwacht dit jaar een financieel tekort.
Gemeenten kunnen niet zomaar stoppen
Klaartje Peters, bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Maastricht, hekelt het gebrekkige inzicht in de financiële huishouding van de samenwerkingsverbanden. “De informatievoorziening is echt beroerd. Van de jaarstukken valt vaak geen soep te maken. Als je dan wil terugzoeken of het geld goed besteed is, kom je daar niet achter.”
Als gemeenten eenmaal een samenwerking zijn aangegaan, kunnen ze er niet zomaar mee stoppen als de kosten veel hoger blijken dan verwacht. Daarvoor hebben ze toestemming nodig van de andere leden en moeten ze vaak nog veel hogere kosten maken. De gemeente Zutphen betaalde in 2019 ruim twee miljoen euro om uit een regeling te stappen.
Andere gemeenten besluiten gezamenlijk tot opheffing. Zo is de Drechtsteden, een samenwerking van zeven gemeenten in Zuid-Holland, sinds dit jaar opgeheven na jaren van budgetoverschrijdingen. Vorig jaar werd het oorspronkelijke budget met bijna veertig miljoen euro overschreden. De lokale kredietbank in Drenthe, die burgers schuldhulp aanbiedt, wordt binnenkort om vergelijkbare redenen opgeheven.
Belia Heilbron doet onderzoek naar sociale zekerheid, medische keuringen, zorg en overheidsfondsen.
Michelle Salomons doet onderzoek naar de privatisering van het onderwijs, digitale sanctieschendingen en de woningmarkt.
Felix Voogt studeerde productie aan de Nederlandse Filmacademie en werkte op de afdeling Internationaal van het Nederlands Filmfonds.