Onderzoek met bronnen
'Don’t think you are safe in the Netherlands, bitch’
of Lees het onderzoek bij De Groene Amsterdammer
Nederland biedt onderdak aan politieke vluchtelingen, maar slaagt er vaak niet in hen te beschermen tegen buitenlandse dreiging. Activisten leven ondertussen in angst door intimidatie.
In de zaal van de extra beveiligde rechtbank bij Schiphol zit de Iraanse Siamak Tadayon Tahmasbi aan een lange tafel, naast zijn advocaat en een tolk die de zitting zachtjes voor hem in het Engels vertaalt. Tahmasbi’s nette kleding — een blouse strak ingestopt in zijn broek met daarover een jasje — staat in schril contrast met de donkere kringen onder zijn ogen. ‘Door slaaptekort en stress’, zegt hij. Het is een voorbereidende zitting waarin de twee verdachten die bij zijn achterdeur zijn gearresteerd, voor de rechter verschijnen.1
In mei dit jaar slaat het leven van Tahmasbi om. Nacht na nacht ligt hij wakker, zijn ogen vermoeid, zijn gedachten rusteloos. De wereld buiten lijkt gevaarlijk, en zelfs thuis vindt hij geen rust. Hij eet nauwelijks en staart obsessief naar de beelden van zijn bewakingscamera. Totdat hij ineens twee donkere silhouetten op het scherm ziet opdoemen. In paniek drukt hij op de noodknop en waarschuwt de politie. Binnen twee minuten worden de mannen gearresteerd, waarvan eentje op een internationale opsporingslijst blijkt te staan voor betrokkenheid bij de moord op een Franse drugsdealer en een aanslag op de Spaanse politicus Alejo Vidal-Quadras.2
Word nu Vriend van Investico en versterk de onderzoeksjournalistiek in Nederland
De 47-jarige mensenrechtenactivist, zoals hij zichzelf omschrijft, woont sinds zes jaar in Nederland als politieke vluchteling. Hij verschijnt regelmatig bij Voice of America, een Iraanse zender (deels door de Amerikaanse overheid gefinancierd) waarin hij corruptiezaken bespreekt van grote Iraanse bedrijven en uitlegt hoe Iran sancties schendt. Hij ondersteunt dat met documenten, identiteitsbewijzen van betrokkenen en screenshots van geldtransacties.3
Op X en Instagram, waar hij meer dan 25.000 volgers heeft, is Tahmasbi zeer uitgesproken tegen het Iraanse regime en roept hij bijvoorbeeld op tot protesten tegen de verplichte hijab.4 ‘Ik maak je dood’ en ‘Jij bent een spion van de zionisten’ zijn slechts enkele van de reacties die hij hierop ontvangt. Ook via zijn neef in Iran ontvangt hij dreigementen, vertelt hij: de inlichtingendienst vertelt zijn neef dat Tahmasbi hetzelfde lot zal ondergaan als die van andere tegenstanders van het regime die op Europees grondgebied zijn vermoord. Tahmasbi doet meermaals melding bij de Nederlandse politie.5
Het Iraanse persbureau ISNA noemde Tahmasbi vorig jaar een van de leiders van een terroristische organisatie die vanuit Nederland opereert. ‘Hij was ooit schilder en graficus, maar publiceert beledigende werken tegen islamitische heilige symbolen en propaganda ter ondersteuning van het zionistische regime’, staat ook in het artikel.6 Volgens een ander artikel van de door de Iraanse staat gecontroleerde krant Teheran Times is hij onderdeel van een terroristische groepering die vanuit Europa aanslagen in Iran zou plannen.7
Tahmasbi krijgt eind 2023 een noodknop en camera’s bij zijn voordeur van de politie. Voor de zekerheid hangt hij zelf ook een camera bij zijn balkon aan de achterkant. En daar, aan de achterkant, verschijnen in juni dus die twee mannen. Dat is niet de eerste keer. Een maand eerder, op donderdag 2 mei, wist de Colombiaan Gabriel O.S. in het holst van de nacht zijn huis binnen te dringen. Beelden van zijn bewakingscamera tonen de man in jeans en een donker jasje, die via het balkon zijn huis binnendringt.8 Die donderdag ontsnapte de Colombiaan. ‘Ik denk dat hij mij hoorde bellen met de politie,’ zegt Tahmasbi. Maar een maand later werd hij alsnog gepakt omdat hij hem voor hij binnen was op de camerabeelden zag — niet op die van de politiecamera’s, maar op die van de zelf gemonteerde camera aan de achterkant van zijn huis, blijkt uit een reconstructie van Opsporing Verzocht.9
Een half jaar later zitten Tahmasbi en de twee aanvallers in de zittingszaal. Een deur aan de zijkant van de zaal is open. Verdachte Mehrez A. zit glimlachend naast zijn advocaat en een Franse tolk. De tweede verdachte loopt langzaam naar binnen en werpt Tahmasbi een vreemde blik toe, vergezeld van een sissend geluid — een onheilspellend ‘tsiii’. Hij neemt plaats voor Tahmasbi, die hem meteen herkent als de man die hem twee keer probeerde te vermoorden. ‘Het voelde vreemd, vol woede’, zegt Tahmasbi later.
Tijdens de zitting spreekt de officier van justitie geen woord over Iran. Het proces beperkt zich tot de uitvoerders van de liquidatie, en strekt zich niet uit tot Iran als mogelijke opdrachtgever, vertelt de woordvoerder van het OM later buiten de rechtszaal: het regionale parket bestrijdt ‘lokale’ criminaliteit, geen internationale. Of Iran achter de schermen betrokken was, is volgens hem een vraag die aan de AIVD en het ministerie van Buitenlandse Zaken moet worden gesteld.10
‘Ongewenste buitenlandse inmenging’
Na het geweld tegen Maccabi-supporters in Amsterdam afgelopen maand onderzoekt het kabinet ‘ongewenste buitenlandse inmenging’ van Israël, dat Nederlandse politici zou beïnvloeden11 — net als Rusland afgelopen jaar Europese politici probeerde te beïnvloeden via desinformatiemedium Voice of Europe.12 De MIVD waarschuwde voor Chinese spionage en inmenging op Nederlandse universiteiten,13 de Eritrese diaspora in Nederland wordt onder druk gezet om belasting te betalen aan haar herkomstland.14 Fysiek geweld en moord worden niet geschuwd: in het Verenigd Koninkrijk werden Sergej Skripal en zijn dochter vergiftigd15 en in een dierentuin in Berlijn werd de Tsjetsjeense-Georgische separatist Zelimkhan Khangoshvili, een vijand van Rusland, vermoord.16 Deze gebeurtenissen zijn allemaal ‘heimelijke activiteiten’ van buitenlandse overheden op Europees grondgebied.
Den Haag trof afgelopen jaren verschillende maatregelen om zogenaamde ‘ongewenste buitenlandse inmenging’ tegen te gaan. Sinds 2021 mogen politici van buiten de EU kort voor hun verkiezingen geen campagne meer voeren in Nederland.17 Enkele jaren eerder ontzegde Nederland toegang aan Turkse vertegenwoordigers die in Rotterdam campagne wilden voeren, wat leidde tot grote ongeregeldheden en rellen.18
De Eerste Kamer buigt zich momenteel over een wetsvoorstel om meer vormen van spionage strafbaar te stellen. Een belangrijk onderdeel van die wet is om diasporaspionage tegen te gaan, waarbij andere landen invloed proberen uit te oefenen op hun voormalige burgers in Nederland.19
‘Vanuit Iran zien we een persistente dreiging van dit soort statelijke inmenging’, zegt Christiaan, een analist van de AIVD. ‘Maar er is afgelopen jaren wel wat veranderd in het Midden-Oosten en de wereldwijde machtsverhoudingen, bijvoorbeeld na specifieke momenten als ‘7 oktober’. Het Westen is minder dominant geworden, en daardoor zien we dat autocratische regimes zoals Iran voelen dat zij zich meer kunnen permitteren.’ In absolute cijfers uitdrukken kan de AIVD het niet, maar vaststaat dat dit soort dreigingen ‘een aantasting van onze democratische rechtsorde’ zijn en ‘een gevaar vormen voor onze nationale veiligheid’.20
Veel landen beoefenen ‘zachtere’ tot ‘hardere’ vormen van beïnvloeding, maar het land dat zich in Nederland de meest buitensporige vormen van geweld en intimidatie aanwendt, is zonder twijfel Iran. Tahmasbi ontkwam dit jaar aan de dood, maar afgelopen tien jaar werden twee andere Iraniërs wel vermoord. In 2015 werd de elektricien Mohammad Reza Kolahi Samadi doodgeschoten in Almere: hij werd door Iran gezocht omdat hij een grote bomaanslag had gepleegd in zijn herkomstland.21 En in 2017 werd Ahmad Mola Nissi neergeschoten voor zijn woning in Den Haag.22 Nissi was een van de leiders van een beweging die strijdt voor onafhankelijkheid van een regio in het zuidwesten van Iran. Nederland gaat ervan uit dat Iran achter de liquidaties zit.23
Bij dit soort politieke aanslagen gaat het in de media en in de politiek vaak over de rol van de Nederlandse inlichtingendienst. Zo gaf de AIVD vorig jaar toe, na onderzoek van Argos en Follow the Money, dat ze informatie over Nissi had moeten delen met het Openbaar Ministerie, zodat die zelf had kunnen beoordelen of er bescherming nodig was.24 Het OM neemt in zo’n geval een beslissing over eventuele beschermingsmaatregelen.
Maar achter de schermen gebeurde er nog iets. Nissi had óók de politie opgezocht voor hulp. Zeven keer klopte hij daar aan vanwege bedreigingen, blijkt uit een intern politierapport dat na Nissi’s dood werd opgemaakt en in handen is van Investico. Ook de politie had het OM dus kunnen inlichten. Nissi stond op een terreurlijst van Iran, en in 2010 publiceerde een Engelstalige nieuwszender al een soort opsporingsbericht met Nissi’s foto, omdat hij door Iran werd ‘gezocht om te worden vermoord’.25 Toen al meldde Nissi zich bij de politie. In dezelfde periode ontvangt Nissi een e-mail waarin staat dat ‘ze’ weten wie hij is en dat ‘zij’ weten dat Nissi met zijn gezin in Nederland woont.26
Nissi leverde twee cd-roms aan bij de politie, ‘maar in verband met de taalbarrière zouden deze niet zijn uitgekeken’, staat in het latere politierapport. Om die taalbarrière op te heffen vraagt de politie twee jaar later om zijn verhaal op papier te zetten, en dat te vertalen. Ook dat helpt niet. In het rapport staat dat Nissi werd medegedeeld ‘dat het wijkbureau hem niet op de juiste wijze kon beveiligen en hij zelf voorzorgsmaatregelen diende te nemen’.
Nooit wordt Nissi aangemeld bij het overheidssysteem waarmee ernstig bedreigde personen worden beveiligd. Nissi kreeg tweemaal tijdelijk een ‘afspraak op locatie’ — een maatregel waardoor hij in het politiesysteem staat en de politie sneller kan reageren als hij belt, maar bezoeken leidden zelden tot verder onderzoek. Na de moord zijn er twee diplomaten uitgezet,27 Nissi’s dood is nu een ‘cold case’ geworden. Het is goed voorstelbaar dat het handelen van de politie tot raads- of Kamervragen zal leiden, dan wel tot vragen bij de familie Nissi, waarbij er mogelijk gediscussieerd kan worden over eventuele nalatigheid van de politie, concludeert de politie zelf in haar rapport.
Heeft de Nederlandse politie sinds de moord op Nissi geleerd van wat er fout ging? Investico en De Groene Amsterdammer spraken afgelopen maanden met zeventien Iraans-Nederlanders die zich publiekelijk en online kritisch uitlaten over het regime. We vroegen hen naar hun ervaringen met aangiften en beschermende maatregelen door de politie. Het beeld dat zij stuk voor stuk schetsen is een politie die hen niet serieus neemt, geen eenduidige procedure heeft voor bedreigde dissidenten en dat ze beschermende maatregelen zelf maar moeten nemen, of connecties hogerop moeten vinden.
‘We weten waar je woont. Stop met wat je doet, anders maken we je af.’
‘Tijdens een demonstratie werd ik gevolgd en gefilmd door een vrouw. Kort daarna werd mijn vader opgepakt door de Iraanse inlichtingendienst, en kreeg hij die beelden te zien. Ze zeiden dat ze mij en mijn vrouw makkelijk konden vermoorden als we niet zouden stoppen met ons activisme. Ik wilde aangifte doen van een bedreiging via mijn gezin in Iran, maar dat werd alleen als mutatie opgenomen omdat ik geen bewijs had.’
‘Laatst is een nichtje van mij in Iran opgepakt, gevangengezet, gemarteld. Psychisch, maar ook fysiek, om achter mijn adres te komen. De politie zegt dat ze niets voor me kan betekenen, omdat dit in het buitenland plaatsvond.’
‘Don’t think you are safe in the Netherlands, bitch.’
‘De Iraanse veiligheidsdiensten stuurden mijn vader foto’s van mijn voordeur in Nederland, waar blijkbaar iemand was wezen posten.’
‘Ik heb nu regelmatig contact met mijn wijkagent via Whatsapp. De man doet zijn best, maar je merkt dat hij er geen verstand van heeft. Je moet wel weten wat er speelt om advies te kunnen geven.’
Het lijkt op de dreigingen die Nissi en Tahmasbi jarenlang kregen: van online doodsbedreigingen tot het onder druk zetten van familieleden in Iran. Het gebrek aan ondersteuning van de politie dwingt de Iraans-Nederlanders die wij spreken om zelf noodmaatregelen te nemen. De één verbreekt uit voorzorg contacten met Iraanse vrienden en kennissen, de ander zit in elk restaurant of café met de rug tegen de muur en hangt zelf beveiligingscamera's op rondom huis. Een ander vertelt mensen in zijn omgeving dat hij onder politiebescherming staat, terwijl dat niet zo is, in de hoop handlangers van het regime hiermee af te schrikken.
Bij sommigen leidt het gebrek aan respons tot een zekere apathie. Ze melden zich niet langer bij de politie. Ook niet als er sprake is van ernstige bedreigingen of feiten, omdat ze ervan uitgaan dat het toch niets zal opleveren.
Zo wordt de veertigjarige Masoud Hamidifar al jaren online met de dood bedreigd. ‘We vinden je,’ en dan ‘overleef je het niet’, staat in de berichten die hij krijgt op Instagram en Tik-Tok, soms van anonieme maar soms ook van traceerbare profielen.28 Als atheïst en islamcriticus ontvluchtte hij negen jaar geleden Iran, hij woont nu vier jaar in Nederland. De dood van Jina (Mahsa) Amini in 2022 en de grote demonstraties die daarop volgden, veranderden iets fundamenteels in Hamidifar. ‘Ik zie het niet zozeer als de schuld van de islam zelf, maar van het Iraanse regime, dat een religie en regels van meer dan duizend jaar geleden worden gebruikt om mensen onder druk te zetten.’29
Hamidifar laat geen maand voorbijgaan zonder een demonstratie voor de Iraanse ambassade in Den Haag. In 2022 bracht hij daar bijvoorbeeld acht koude dagen en nachten door, met nauwelijks slaap,30 gevolgd door twintig dagen voor het ministerie van Buitenlandse Zaken.31
‘Als wij je in Amsterdam zien, zullen wij je verscheuren’, klinkt in het Perzisch uit een van de andere audioberichten aan Hamidifar. Op het profiel van de afzender is een man te zien die met de Iraanse vlag om zijn schouders geslagen door het centrum van Amsterdam loopt. Dit dreigbericht is een reactie op Hamidifar die de Iraanse vlag had vertrapt tijdens een volleybalwedstrijd tussen Iran en Nederland in Rotterdam. De dreigingen komen vaak van aanhangers van het Iraanse regime. Hamidifar deed vier keer aangifte van bedreiging - de processen-verbaal zijn in handen van Investico. De politie geeft Massoud tijdelijk een ‘afspraak op locatie’, zoals ook Nissi die kreeg, maar die zouden volgens Hamidifar niet veel later weer zijn opgeheven. De politie vraagt na een latere aangifte om extra bewijs, die stuurt hij per mail op32 - daarna gebeurt er niks.
De bedreigingen worden ondertussen steeds ernstiger. In een proces-verbaal van eind augustus 2023 staat dat Hamidifar de politie vraagt om zijn veiligheid te garanderen. Het is net nadat hij door twee mannen bruut is mishandeld in het Rotterdamse Semiramispark. Tijdens de aanval was hij live op TikTok, zijn volgers kregen het begin van de aanval te zien. De politie adviseert Hamidifar 112 te bellen bij een nieuwe dreiging. ‘Ook raadde ze mij op dat moment aan om mijn sociale media-accounts te sluiten.’ Hamifidar hoort zelden wat terug van de politie, zegt hij. Hij zou graag willen dat iemand naar hem luistert, zijn verhaal serieus neemt, en hij iets van bescherming krijgt zoals een noodknop, maar dat krijgt hij niet. Uiteindelijk besluit Hamidifar geen hulp meer te zoeken bij de politie.
‘Misschien is ‘afgewimpeld’ niet het juiste woord’, zegt VVD-Kamerlid Ulysse Ellian, die zelf zwaar beveiligd wordt vanwege dreigingen vanuit de georganiseerde misdaad.33 ‘Maar ik begrijp het ongenoegen van mensen als ze zich niet serieus genomen voelen door de politie’, zegt Ellian.34 ‘We leven niet in vredestijd. Dit zijn daadwerkelijke aanslagen die het Iraanse regime in Europa organiseert. We hebben een duidelijke aanpak nodig waarmee we dreigingen goed kunnen inschatten, waar nodig maatregelen kunnen nemen en mensen gerust kunnen stellen. Het helpt als de politie duidelijk kan uitleggen dat ze de zaak goed heeft bekeken, en haar aanpak gebaseerd is op een diepgaande analyse. Dat gevoel van zorgvuldigheid ontbreekt vaak voor mensen.’
Volharding en aandringen
Niet iedereen blijft zonder hulp achter. Voor sommigen is het een kwestie van volharding en maandenlang aandringen. Een van hen is Shermin Amiri, een welbespraakte jurist en mensenrechtenactivist, politiek actief voor D66, die zich online en in opiniestukken in Nederlandse media uitspreekt over mensenrechtenschendingen in Iran.35 Hij werkt als adviseur; en ook zijn ervaring bij de politie beschrijft hij soms met zijn consultant-bril op, bijvoorbeeld als hij het heeft over de ‘klantreis’ die hij binnen het politieapparaat mist.36
Amiri ging zes maanden geleden naar de politie vanwege ernstige bedreigingen op X. (‘Dat gaat je je kop kosten’ / ‘Wij gaan je vermoorden’ / ‘Wij gaan je onthoofden37’), vertelt hij op zachte toon. Dat fluisteren is een gewoonte uit zijn jeugd in Iran, legt hij uit, waar alles wat je zegt afgeluisterd zou kunnen worden. Amiri wordt sinds twee jaar beschuldigd van landverraad. Als hij aan de balie van het politiebureau probeert om aangifte te doen, registreren de agenten het als een ‘mutatie’. Dat is niet ongebruikelijk als de politie niet meteen strafbare feiten kan vaststellen of verder onderzoek noodzakelijk vindt, maar voor Amiri voelt het als een afwijzing.
Een maand later probeert Amiri het opnieuw. Elke keer is het een drempel om naar het bureau te gaan: ‘Ik ben al dertien jaar in Nederland - en toch, als ik politieagenten zie, word ik nog steeds zenuwachtig.’ Dit keer zit hij tegenover twee jonge vrouwen. ‘Ze probeerden mij, nog voordat ik mijn verhaal helemaal had gedaan, te overtuigen dat mijn zaak bij het OM geen kans maakt.’
Maandenlang blijft Amiri bellen en aandringen, hij dreigt zelfs naar de media te stappen. Uiteindelijk, na meerdere gesprekken, krijgt hij een noodknop. Dat is een zwart apparaatje, niet groter dan een sleutelbos, en als hij de knop drie seconden ingedrukt houdt, wordt er een signaal naar de meldkamer gestuurd. Daar luistert direct iemand mee, die indien nodig de politie inschakelt. Amiri mag het apparaatje drie maanden bij zich houden, dan volgt een evaluatie. Hij heeft geluk gehad: Politie Rotterdam, waar hij zich aanmeldde, heeft als een van de weinige eenheden een eigen gespecialiseerde afdeling in ‘maatschappelijke dreigingen’. En dan nog kan hij zich niet aan de indruk onttrekken dat hij zijn apparaatje bovenal te danken heeft aan zijn eigen assertiviteit.
‘De politie komt vaak pas in actie als het misgaat of als er hele concrete aanwijzingen zijn’, zegt Jelle van Buuren van het Institute of Security and Global Affairs van de Universiteit Leiden.38 ‘Maar buitenlandse inmenging is een mistige wereld, waarin bewijs niet altijd hard of concreet is.’ Dus nu meldt iemand zich met online dreigingen of familieleden die onder druk worden gezet en ‘dan krijgt die een brochure met huis- tuin- en keukentips over hoe die zijn of haar eigen weerbaarheid kan verhogen’.
Dat de politie vaak afhoudend reageert heeft ook te maken met een gebrek aan kennis: ‘Zonder kennis van het Iraanse regime is het moeilijk voor te stellen dat iemand aangifte komt doen omdat hij wordt bedreigd door een regime op vijfduizend kilometer afstand.’ Een baliemedewerker kan zo’n aangifte interpreteren als stalken. De kennis over Iran is volgens Van Buuren ‘nog steeds heel erg rudimentair’. Christopher Houtkamp, onderzoeker aan Clingendael, beaamt dat: ‘Kennis over buitenlandse inmenging moet in ieder geval op een basaal niveau aanwezig zijn, daar is de politie nu nog niet. Daardoor voelen medewerkers het gevaar niet altijd genoeg aan.’39
In kennis hierover investeert de politie nog te weinig, zegt Van Buuren. ‘Dat is natuurlijk een van de problemen die hieronder liggen: hoe goed kent de politie de gemeenschap? Als het uit de klauwen loopt, en je moet dan nog contacten gaan zoeken om te begrijpen wat er precies aan de hand is, dan ben je honderd jaar te laat.’
Zo kan het dat iemands herkomstland in feite veel meer met haar ‘oude’ burgers bezig is dan dat Nederland hen goed in het vizier heeft. ‘Iraniërs hebben wel heel lang in de belangstelling gestaan van de inlichtingendienst, maar die zitten natuurlijk op een hele eigen manier in de wedstrijd. Die willen de spion eruit halen en zijn niet zozeer bezig met het opbouwen van een goede relatie met de Iraanse gemeenschap. Zij zijn bezig met het verzamelen van inlichtingen, en in eerste instantie niet met het vangen van een crimineel.’
Geheime ontmoetingen
Op een stille novemberochtend in 2023 draait een oude grijze Mercedes het terrein van een luxe hotel in Den Haag op. De chauffeur, de 46-jarige Ammar Maleki, heeft geen plannen om de nacht door te brengen in dit grote, sombere hotel tussen Delft en Den Haag. Hij volgt slechts de summiere instructies die hij op een kort briefje in zijn brievenbus aantrof — met een vriendelijk doch klemmend verzoek op dit specifieke tijdstip, naar dit hotel te komen.40
Maleki is een man die rustig praat en zich langzaam beweegt. Bedachtzaam, een wetenschapper — gewend aan lange dagen achter zijn computer. Hij is geen man voor geheime ontmoetingen op parkeerterreinen, maar zijn werk maakt dat hij blijkbaar zo’n man moet zijn. Bij het hotel wachten twee agenten Maleki op, en verzoeken hem om bij hen in de auto te stappen: Maleki’s Mercedes zou gevolgd of herkend kunnen worden.
Op een geheime politielocatie hoort Maleki waarom de politie zoveel veiligheidsmaatregelen neemt: Iran heeft de Nederlandse ambassade in Teheran om Maleki’s uitlevering gevraagd. Hij is, volgens Iran, een terrorist en een gevaar voor de staatsveiligheid.
De Iraans-Nederlandse politicoloog is docent aan Tilburg University en voorzitter van The Group for Analyzing and Measuring Attitudes in Iran (GAMAAN).41 Dit onderzoeksinstituut zet online opiniepeilingen uit in Iran om zo, ondanks de censuur van het regime, inzicht te geven in de standpunten van de bevolking. Het platform groeide de afgelopen jaren uit tot een cruciale bron voor wetenschappers, journalisten en politici wereldwijd die de situatie in Iran willen begrijpen. ‘Onze data laten zien dat er lang niet zoveel steun is voor het regime als dat het zelf beweert, en dat maakt het regime woedend.’42
Ook in de media is Maleki een veelgevraagd spreker. Zo spreekt hij op BBC Persian over de rol van het Iraanse regime in Syrië, waar het volgens hem oorlogsmisdaden heeft gepleegd.43 Tijdens grote demonstraties geeft hij speeches onder luid gejuich en applaus: ‘Net zoals Poetin een bedreiging vormt die verder reikt dan Oekraïne, is het Iraanse regime niet alleen een gevaar voor Iraniërs.’44
‘We weten waar je woont en waar je verblijft’, leest Maleki in het Perzisch voor, en herhaalt de zin in het Engels. Hij scrollt door een album vol met screenshots van bedreigingen die hij via e-mail en sociale media ontvangt. Ze gaan terug tot 2020. ‘We maken je af’, klinkt het uit een ander audiobericht. Maleki klopte met die bedreigingen meermaals aan bij de politie. Zijn zaak werd in 2023 intern besproken door een afdeling die dreigingsbeelden maakt, maar die besloot dat bescherming niet nodig was. Maleki kreeg een mail terug, ingezien door Investico, met het advies ‘Minder actief [te] zijn, dan stoppen de bedreigingen vanzelf’.45
Slechts enkele maanden na die e-mail verzoekt Iran het ministerie van Buitenlandse Zaken officieel om uitlevering van Maleki. Opeens is de dreiging vele malen groter: dat hij feitelijk op een terroristenlijst staat is misschien wel het hardste bewijs dat hij een doelwit is van het Iraanse regime. Inmiddels krijgt Maleki enige bescherming van de politie, maar een officiële reactie vanuit Nederland blijft uit. Voor Maleki zijn er maar twee reacties mogelijk: óf de bewering van Iran is waar en hij moet worden berecht, óf Buitenlandse Zaken stuurt een officiële reactie aan Iran: ‘Weerspreek dat ik een terrorist ben’. Maleki vreest dat het uitblijven van een (duidelijke) reactie een uitnodiging voor het Iraanse regime is om de intimidatie en bedreigingen voort te zetten. Of erger, denkt Maleki soms: als hij wordt vermoord, kan Iran nog altijd doen alsof ze er niets mee te maken heeft en de moord afschuiven op, bijvoorbeeld, de Iraanse oppositie. Een deel van de bedreigingen aan zijn adres worden namelijk gedaan door vermeende oppositieleden. Maar Buitenlandse Zaken reageert steevast op Maleki ‘dat er aan een reactie gewerkt wordt’.
Na meerdere verzoeken om een reactie vanuit Investico laat het Ministerie van Buitenlandse Zaken weten dat ze ‘signalen vanuit de diaspora over bedreigingen vanuit Iran zeer serieus neemt’ en dat Nederland ‘consequent aan Iran communiceert dat ongewenste buitenlandse inmenging volstrekt onacceptabel is’. Verder laat het ministerie weten dat Nederland ‘niet meewerkt aan politiek gemotiveerde vervolgingen vanuit derde landen en niet, conform nationale wetgeving, uitlevert wanneer er sprake is van een reëel risico op flagrante mensenrechtenschendingen’. Op individuele casuïstiek gaat het ministerie niet in.46
Zoals de politie pas bescherming aan Maleki gaf na tussenkomst van Buitenlandse Zaken, werden er ook bij Tahmasbi pas maatregelen getroffen nadat een persoonlijke connectie van hem aan de bel trok. Dat kwam naar alle waarschijnlijkheid niet door de herhaaldelijke aangiftes die hij had gedaan. Het was wellicht de zwaarst beveiligde Iraans-Nederlander, hoogleraar Afshin Ellian, die een goed woordje deed voor de mensenrechtenactivist in Haarlem. Ellian wordt zo streng beveiligd dat hij 24/7 wordt gevolgd door beveiligers met oortjes; elke plek waar hij heengaat wordt vooraf geïnspecteerd. Hij zit sinds 2004 in het beveiligingsstelsel van de overheid, in eerste instantie door bedreigingen van jihadistische groepen, maar sinds twee jaar ook vanwege dreiging van het Iraanse regime, vertelt Ellian.47 Er zijn verschillende redenen te noemen waarom Iran het op hem gemunt heeft, bijvoorbeeld vanwege de organisatie die hij in 2023 mede-oprichtte, het Comité Iran Vrij. Het comité, dat inmiddels op de zwarte lijst van Iran staat, pleit voor de vervanging van het regime door een democratische rechtsstaat.
‘Dat Tahmasbi mogelijk beter beveiligd wordt omdat hij via mij aandacht heeft gekregen, is niet goed’, zegt Ellian. ‘De autoriteiten zouden hem serieus moeten nemen en beveiligen, zonder dat externe interventie nodig is.’
Uit de zeventien verhalen die Investico optekende, blijkt dat het ontzettend moeilijk is om zélf, via de voordeur, aan te kloppen bij de politie. Als je persoonlijke connecties hebt met mensen in het bewakingsstelsel van de overheid, of als je toevallig een kennis in de politietop hebt, gaat de politie veel sneller over tot beschermingsmaatregelen.
Op het politiekantoor van de landelijke eenheid in Driebergen legt Youssef Aït Daoud uit dat hij bezig is met het opbouwen van een heel nieuw team, dat zich onder andere gaat focussen op ‘buitenlandse inmenging’.48
Aït Daoud is hoofd operatiën bij de Eenheid Landelijke Opsporing en Inventies, waar hij Contraterrorrisme, Extremisme en Radicalisering en Ongewenste Buitenlandse Inmenging onder zich heeft voor de nationale politie. Hij herkent dat baliemedewerkers een dreiging van een buitenlands regime niet altijd als zodanig herkennen. ‘Eigenlijk wil je dat elke dreiging serieus wordt genomen, gelabeld wordt met ‘buitenlandse inmenging’ en wordt doorgestuurd naar de ‘intelligence-afdeling”. Maar de ‘awareness’, zoals Aït Daoud het noemt, is er nu niet bij alle baliemedewerkers, de kennis van de geopolitieke context ontbreekt soms waardoor het lastig is bepaalde subtiele signalen tijdig te herkennen en de juiste vragen te stellen. En soms is er ook een taalbarrière.’ Het label ‘buitenlandse inmenging’ bestaat in het politiesysteem op dit moment nog niet, wel hebben sommige eenheden nu zelf zo’n soort label gecreëerd.
Awareness-trainingen worden nu aan leidinggevenden gegeven, vertelt hij, het is nog onduidelijk of alle baliemedewerkers die zullen krijgen. ‘Ook op de Politie Academie wordt er inmiddels aandacht aan besteed. Maar we zullen wel keuzes moeten maken. Wij hebben heel veel basisteams, die kun je niet allemaal tegelijk scholen.’ Dat is bij terrorisme wel gebeurd. Aït Daoud trekt vaker de parallel met terrorisme: ‘Zoals er tien jaar geleden overal binnen de overheid teams voor terrorisme werden opgetuigd, zie je dat nu gebeuren met buitenlandse inmenging’, zegt Aït Daoud. ‘Alleen de angst voor terrorisme lag veel meer aan de oppervlakte, bijvoorbeeld vanwege uitreizigers, aanslagen en demonstraties. De gemiddelde Nederlander ervaart geen last van buitenlandse inmenging, het is een probleem dat zich veel meer buiten het zichtveld bevindt.’
Toch is dat niet helemaal waar, legt AIVD-analist Christiaan, uit.49 ‘Want het effect van dit soort dreigingen is dat mensen uit diasporagemeenschap zich minder vrij voelen. Zij worden door het andere land nog gezien als hun ingezetenen, of hun onderdanen, maar het zijn natuurlijk gewoon Nederlanders. Feitelijk gaat het dus om grote groepen Nederlanders die zich geïntimideerd voelen en zich minder vrij voelen zich te uiten. Dan heb je niet alleen een dreiging voor de fysieke veiligheid, maar ook voor het functioneren van de democratische rechtsorde. Denk aan Iraans-Nederlanders die uit voorzorg hun contacten in de gemeenschap verbreken. Als mensen elkaar niet meer kunnen vertrouwen, is dat ondermijnend voor onze samenleving.’
Investico werkt altijd samen met andere media. Zo versterken we de onderzoeksjournalistiek in Nederland.
‘Ongewenste buitenlandse inmenging’ is een steeds populairder thema in Den Haag. Internationaal gezien zijn er steeds meer dreigingen van buitenlandse autocratische regimes in andere landen, en ook de geopolitieke verhoudingen vanuit Nederland en Europa met landen als Iran, China en Rusland staan op scherp. Dus wordt erover gesproken in de Kamer, de inlichtingendiensten zijn er druk mee en de wet wordt gewijzigd. Maar in de praktijk blijft het aanpakken van buitenlandse inmenging voorlopig een papieren beleidsmolen, zegt veiligheidsonderzoeker Van Buuren. ‘Het is vooral een heel lange lijst met goede bedoelingen en mooie voornemens. Als je goed leest, zie je dat het een enorme worsteling voor de Nederlandse overheid is hoe ze dit probleem moet aanpakken. Uiteindelijk is het voor geen enkel ministerie de hoofdprioriteit, en daardoor kan zoiets heel lang voortslepen — totdat er weer een incident is en de krantenkoppen politieke beloftes afdwingen en het daarna weer langzaam wegebt.’
Ondertussen zijn experts onderling ‘sterk verdeeld’ over wanneer een dreiging van een buitenlands regime serieus is. Dat blijkt uit een analyse in opdracht van de NCTV.50 De ene helft van de ondervraagde experts vond dit soort dreigingen ‘tegenwoordig al erg zwaar aangezet’ en de andere helft zei juist dat de situatie in Nederland ‘zienderogen verslechtert’.
Afgelopen jaar werd wel een ‘OBI-tafel’ opgetuigd, waar ministeries en politie- en inlichtingendiensten ‘signalen’ uitwisselen en anonieme casussen bespreken om een ‘normbeeld’ te krijgen.51 Ook kondigden de ministers van Buitenlandse Zaken en Justitie en Veiligheid een meldpunt aan, speciaal voor signalen over buitenlandse inmenging.52 Na een motie van verschillende Kamerleden53 werden ‘betrokkenen uit de diaspora’ uitgenodigd om mee te denken over dat meldpunt — waarvan afgelopen maand een pilot werd aangekondigd.54
Habib el Kaddouri, lid van de Alliantie tegen Buitenlandse Inmenging, een platform met vertegenwoordigers van verschillende diaspora, werd samen met anderen betrokken bij dit meldpunt. Het liefst zou el Kaddouri zien dat Nederland veel actiever optreedt om haar burgers te beschermen tegen internationale repressie en intimidatie.55
Volgens hem zijn de meeste maatregelen van de overheid vooral gericht op de ‘integratie’ en ‘weerbaarheid’ van diasporagemeenschappen, in plaats van een duidelijke grens te trekken richting buitenlandse regeringen. ‘Het is goed dat er beleid ontwikkeld wordt, maar wat betekent dat voor iemand die zich op dit moment geïntimideerd wordt? Vooralsnog moeten we het helaas doen met een communicatietoolkit’, lacht el Kaddouri.
-
Zitting op 26 november 2024, rechtbank Schiphol ↩
-
Zie berichtgeving De Groene Amsterdammer en Investico, 27 juni 2024 ↩
-
Zie bijvoorbeeld deze video van VOA Farsi, gepubliceerd 31 december 2022, of deze video van VOA Lastpage, gepubliceerd op 27 januari 2023 ↩
-
Blijkt uit meerdere gesprekken die Investico en De Groene Amsterdammer voerden met Siamak Tahmasbi ↩
-
Zie berichtgeving Teheran Times, 30 augustus 2023 ↩
-
Beelden gezien door Investico ↩
-
Zie berichtgeving Opsporing Verzocht (online tot verdachte zich gemeld heeft of opgepakt is), 18 november 2024 ↩
-
Blijkt uit gesprek met woordvoerder na de zitting (26 november 2024) en mailwisseling achteraf ↩
-
Berichtgeving NRC, 22 november 2024, zie ook dit kamerstuk. ↩
-
Zie berichtgeving Investico en De Groene Amsterdammer, 28 maart 2024 ↩
-
Zie Jaarrapport MIVD 2022 ↩
-
Zie Kamerbrief 8 februari 2019, of zie berichtgeving NOS ↩
-
Zie berichtgeving NOS, 17 april 2018 ↩
-
Zie berichtgeving The Guardian, 10 december 2019 ↩
-
Zie Kamerbrief 22 februari 2012 ↩
-
Zie liveblog NRC over gebeurtenissen op 12 maart 2017 ↩
-
Interview 4 december 2024 ↩
-
Zie berichtgeving Het Parool, 22 juni 2019 ↩
-
Zie berichtgeving AD, 9 november 2017 ↩
-
Zie berichtgeving Argos, 19 juni 2021, en zie berichtgeving NOS, 8 januari 2019 ↩
-
Zie berichtgeving FTM en berichtgeving Argos, 14 oktober 2023 ↩
-
De aflevering zelf staat inmiddels niet meer online, zie wel deze berichtgeving over het item. Genoemde citaten worden ook genoemd in het politierapport ↩
-
Blijkt uit het politierapport, in handen van Investico ↩
-
Zie overlegverslag raad Algemene Zaken en raad Buitenlandse Zaken, 6 februari 2019 ↩
-
Blijkt uit screenshots van bedreigingen in bezit van Investico ↩
-
Interview op 18 augustus ↩
-
Zie berichtgeving AD, 12 oktober 2022 ↩
-
Zie interview De Groene Amsterdammer, 21 december 2022 ↩
-
Ingezien door Investico ↩
-
Zie bijvoorbeeld dit interview in het Parool, 27 december 2022 ↩
-
Interview 23 oktober 2024 ↩
-
Zie hier bijvoorbeeld de columns van Amiri voor Joop/BNNVara ↩
-
Interview 18 oktober 2024 ↩
-
Ingezien door Investico ↩
-
Interview 18 oktober 2024 ↩
-
Interview 25 oktober 2024 ↩
-
Brief ingezien door Investico ↩
-
Investico sprak meerdere keren met Ammar Maleki in najaar 2024 ↩
-
Mail uit mei 2023, ingezien door Investico ↩
-
Schriftelijke reactie Buitenlandse Zaken, ontvangen op 4 december 2024 ↩
-
Interview op 4 september ↩
-
Interview op 27 november 2024 ↩
-
Interview 4 december 2024 ↩
-
Themarapportage ongewenste inmenging en beïnvloeding democratische rechtsstaat, Analistennetwerk Nationale Veiligheid (in opdracht van de NCTV), 27 oktober 2022 ↩
-
Blijkt uit gesprekken met onder andere de AIVD en later genoemde Habib el Kaddouri. Zie ook regeringsbrief Geïntensiveerde aanpak ongewenste buitenlandse inmenging, 6 april 2023 ↩
-
Regeringsbrief Geïntensiveerde aanpak ongewenste buitenlandse inmenging, 6 april 2023 ↩
-
Zie motie van Piri c.s., 24 november 2022, hier (download) ↩
-
Kamerbrief stand van zaken ongewenste buitenlandse inmenging, 17 oktober 2024 ↩
-
Interview 11 september 2024 ↩
- Lees meer over
- Intimidatie
Wilt u onafhankelijke onderzoeksjournalistiek ondersteunen? Word Vriend van Investico