Onderzoek met bronnen
De laatste keer, echt
Elke paar jaar liet BV Veendam weer tonnen in rook opgaan. En elke keer sprong de gemeente bij. Al vanaf 1956. Nu gaat het beter dan ooit met de club.
De bestuurders zagen het al helemaal voor zich, in 2007. In een nieuw en hypermodern multifunctioneel stadion vlak buiten de stad zou BV Veendam (Betaald Voetbal Veendam) eindelijk winstgevend kunnen worden. Niet gehinderd door het feit dat het nieuwe stadion geen moment dichterbij leek te komen, begon het bestuur alvast enthousiast de begroting op te drijven naar een niveau passend bij zo’n mooi, nieuw stadion. Meer dan de helft van de begroting werd gedekt door een sponsorcontract ter waarde van 1,3 miljoen euro. Maar de gulle sponsor was een lege vennootschap van een van de bestuurders en toen deze meedeelde dat hij helemaal geen 1,3 miljoen had, stortte het hele luchtkasteel begin 2010 in. Het faillissement werd uitgesproken, de fans namen emotioneel afscheid van de club en het UWV kwam langs om spelers en personeel voor te lichten over hun toekomst op de arbeidsmarkt.
Maar de BV Veendam leeft. De club die eerder al zo vaak aan de dood was ontsnapt, presteerde het in 2010 om uit het graf op te staan. Op de valreep ging de rechtbank te Leeuwarden akkoord met een schuldsanering waarbij de schuldeisers genoegen namen met een aflossing van twintig procent. De gemeente Veendam zag een restschuld van 240.000 euro vervliegen en besloot daarnaast de huur van twee ton een jaar op te schorten, waardoor BV Veendam op het laatste moment een licentie voor het seizoen 2010-2011 kon bemachtigen. Het was de derde keer in tien jaar dat de gemeente betrokken was bij de redding van BV Veendam.
Word nu Vriend van Investico en versterk de onderzoeksjournalistiek in Nederland
Reddingsoperaties
Eigenlijk is de gemeente altijd betrokken geweest bij de redding van BV Veendam. De club trad in 1954 toe tot het betaald voetbal en ondanks de bescheiden bedragen die daar toen nog in omgingen (een gewonnen wedstrijd leverde vijftien gulden op), presteerde de club het al in 1956 een tekort van zesduizend gulden te presenteren. Nog eens twee jaar later voelde de gemeente zich voor het eerst gedwongen om een reddingsactie voor de club te organiseren. De gemeente en BV Veendam gaan ver terug.
In de jaren vijftig fungeerde de gemeente nog niet als eerste huisbankier van de club. Toen het betaald voetbal naar Veendam kwam, zwaaiden de industriebaronnen van het aardappelzetmeel en het strokarton nog de scepter in Oost-Groningen. Het Aardappelzetmeel Verkoop Bureau (Avebe) opereerde vanuit het hoofdkantoor in Veendam en R.T. ‘Ko’ Roelofs, de directeur van deze multinational, was jarenlang de voorzitter van de voetbalvereniging. Willem Molema – schrijver van het boek Een eeuwige spil in de samenleving over honderd jaar voetbal in Veendam – zegt: ‘En als de ABN dan de geldkraan dichtdraaide bij de club, dan ging Roelofs naar de ABN en die zei: “Willen jullie dat ik hier ook wegga?” en dan ging de geldkraan weer open.’ Zo ging dat in die tijd. De verstrekte leningen werden zelden terugbetaald, een patroon dat zich is blijven herhalen.
Als een persoon of bedrijf gevrijwaard is van risico gaat het zich anders gedragen dan als het wél volledig aan het risico zou blootstaan. Er ontstaat dan wat in de financiële wereld ook wel ‘moreel risico’ wordt genoemd. Molema heeft zelf ook nog wel eens een redding meegemaakt: ‘Ik was pr-man bij Veendam, toen moest ik ook melden aan de pers dat Veendam op sterven na dood was en dat is toen ook weer goed gekomen. Betaald voetbal is pieken en dalen en dan duikt er altijd wel weer ergens iemand op.’
Er duikt altijd wel weer ergens iemand op – die mentaliteit heeft zich stevig verankerd in de bestuurskamer van BV Veendam. Althans, er is eigenlijk geen bestuurskamer bij BV Veendam, het bestuur vergadert achter een koordje en een stel plantenbakken in de businessruimte, maar toch.
Het verhaal van de grote industriëlen ging voorbij. De strokartonindustrie verdween in de jaren zestig al met de komst van de moderne maaidorser en de Avebe is inmiddels een moderne multinational zonder veel binding met Veendam. Sinds 2006 herinnert alleen het leegstaande hoofdkantoor nog aan de lange gezamenlijke geschiedenis. Met het wegvallen van de Avebe kwam de gemeente in de loop van de tijd steeds vaker in beeld als de club aan het eind van het seizoen niet genoeg geld in kas had om de salarissen te betalen. Een gemeenteraadslid becijferde ooit dat de gemeente sinds de vroege jaren tachtig gemiddeld twee ton per jaar in de club stak.
In 1998 viel het besluit dat de club op eigen benen moest leren staan. Omdat dit niet mogelijk is zolang de gemeente nog als huurbaas opereert, besloten ze tot de ‘privatisering’ van De Langeleegte, thuisbasis van BV Veendam. Het stadion – zelfs de eigen supportersvereniging omschrijft het stadion op haar website als ‘synoniem voor het bedroevendste wat betaald voetbal te bieden had’ – stond voor een nihile waarde bij de gemeente in de boeken, dus de club mocht het voor het zeer bescheiden bedrag van één gulden overnemen. Sterker nog, de gemeente gaf als ‘bruidsschat’ twee miljoen gulden mee om de kosten voor de broodnodige renovatie van het stadion te dekken.
Op de vraag aan Hans van der Laan, toenmalig voorzitter van de raad van commissarissen, wanneer het financieel weer mis ging met BV Veendam zegt hij: ‘Wat ik van die tien jaar heb overgehouden, dat was echt tien jaar lang, dat was: o, als het maar goed blijft gaan. En toen ging het op een gegeven moment niet meer goed en toen kwam de gemeente in beeld.’ Voor de zoveelste keer, ditmaal eind 2003.
De schuldenlast was inmiddels opgelopen tot 3,2 miljoen euro en met een dreigend faillissement werd het steeds onzekerder of BV Veendam nog een licentie zou kunnen bemachtigen voor het volgende seizoen. De gemeente had een artikel-12-status boven het hoofd hangen, een financiële curatele door het rijk. Gelukkig werd een ‘budgettair neutrale’ oplossing gevonden. De gemeente kocht het stadion voor het mooie bedrag van precies 3,2 miljoen euro en zette het ook voor die waarde in de boeken. Het enige obstakel daarbij was dat het stadion zes jaar eerder volgens dezelfde gemeente nog maar één gulden waard was geweest. ‘De waarde van het stadion is gewoon bepaald op het geld dat ze nodig hadden en toen is vervolgens teruggerekend wat de waarde van kavels zou zijn bij herontwikkeling. Je kunt ook zeggen: het is niks waard, het kost veel onderhoud en het is een stadion van niks’, zegt Theo Mooijman, raadslid namens GroenLinks in Veendam.
In de aanloop naar de beslissende raadsvergadering op 26 januari 2004 was al duidelijk geworden dat zich een meerderheid in de raad aftekende voor de aankoop van het stadion. De oppositie kreeg weinig kans. ‘Als dit een examenopgave was en de leerling zou antwoorden dat deze constructie geen vermogensverlies op zou leveren, zou ik het fout rekenen’, zei de fractievoorzitter van de ChristenUnie, tevens leraar economie. Waarop een geïrriteerde wethouder zich liet ontvallen: ‘Maar meneer Janssen, ik snap de hele discussie eigenlijk helemaal niet, we weten al dat u er niet voor bent. Waarom zegt u niet gewoon: ik ben er tegen?’ En zo was de gemeente Veendam na twee uur vergaderen een stadion rijker en – afhankelijk van de persoon aan wie je het vroeg – 3,2 miljoen euro armer. De club was gewaarschuwd: ‘Dit is niet de eerste keer dat de BV Veendam bij ons aanklopt, maar wat ons betreft wel de laatste keer, en dat is niet alleen een kreet’, zei een dreigende Henk Jan Schmaal, de fractievoorzitter van Gemeentebelangen, voordat hij instemde met de aankoop.
Arme Schmaal. Iets meer dan drie jaar nadat de gemeente de trotse eigenaar werd van stadion De Langeleegte moest hij, inmiddels wethouder van Sport, aan de raad meedelen dat hij een brief had ontvangen van BV Veendam. De club had – doe het ze maar eens na – in drie jaar tijd de 3,2 miljoen euro in rook zien opgaan en kon nu ook bij de meest enthousiaste vermogende supporters geen geld meer ophalen om een acuut liquiditeitstekort op te lossen. Met een nieuw multifunctioneel stadion zou de club als vanzelf weer financieel gezond worden. Alleen totdat het nieuwe stadion er zou zijn had de club nog een overbruggingskrediet nodig van drieënhalve ton.
Niet dat de gemeente nog veel te kiezen had, want bij een faillissement van de club zou de gemeente zonder huurder zitten en zich daarmee de volgende jaren ook verzekerd zien van een gat in de begroting. ‘Feitelijk zijn wij niet dit jaar verliezer geworden, of in 2009 of 2008, feitelijk zijn wij verliezer geworden in 2004 toen we het stadion kochten. Daarna hebben we alleen maar proberen op te lossen dat we een zwakke huurder hebben’, zegt Theo Mooijman daarover. Dat merkte de raad drie jaar later opnieuw, toen het grootste deel van het overbruggingskrediet met de schuldsanering van BV Veendam verloren ging.
Investico werkt altijd samen met andere media. Zo versterken we de onderzoeksjournalistiek in Nederland.
Nadat de club in 2010 van het faillissement gered was, haalde de curator een nieuwe directeur. Henk Eising, die eerder van FC Emmen kortstondig een winstgevende club wist te maken, is inmiddels bezig met het uitvoeren van een ambitieus ‘kolonistenplan’ waarvoor hij zich heeft laten inspireren door het motto van Barcelona: ‘Mes que un club’. Meer dan een club, meer dan een regio, dat is de ambitie die ook BV Veendam moet uitstralen. Om het slechte verleden van zich af te schudden wordt inmiddels gezocht naar een nieuwe naam en een nieuw logo voor de club. Dit levert inzendingen op als Colonials FC, FC Veenkolonialen en FC Hellas. Het kolonistenplan verloopt voorspoedig. BV Veendam is na haar herrijzenis begonnen aan het beste seizoen van de laatste twintig jaar. De club staat op dit moment vierde in de Jupiler League en heeft zich daarmee al geplaatst voor de play-offs, die zicht bieden op promotie naar de eredivisie. Dankzij het sportieve succes zit De Langeleegte voller dan ooit en zijn de recette-inkomsten sterk gestegen. Voor volgend seizoen heeft Eising nu al een sluitende begroting laten zien. Kort na zijn aantreden heeft hij echter moeten constateren dat de curator bij de schuldsanering een paar steekjes heeft laten vallen. Inmiddels loopt hij ’tegen steeds meer shit uit het verleden op’.
Eising heeft de KNVB beloofd het resterende liquiditeitstekort van 150.000 euro op te lossen voor het begin van het nieuwe seizoen. Mocht dit niet lukken, dan zal de gemeente ditmaal niet bijspringen, zo laat wethouder Schmaal weten. Echt niet, het was de laatste keer.
- Lees meer over
- Sport
- publieke financiën
Wilt u onafhankelijke onderzoeksjournalistiek ondersteunen? Word Vriend van Investico