De wederopbouw van Defensie

Duizenden militairen wachtten vorig jaar te lang op veiligheidsscreening

Deelnemers aan de eerste lichting van het Defensie Dienjaar, bedoeld om meer mensen in korte tijd kennis te laten maken met de militaire wereld. - ANP / Sander Koning

Nieuws

Veiligheidsdienst overschreed wettelijk termijn in 30% van de gevallen

Ruim zesduizend (aspirant-)militairen moesten vorig jaar te lang wachten op hun veiligheidsscreening. Daardoor konden zij niet gelijk beginnen aan hun baan bij Defensie of promotie maken. Dertig procent van de ruim 21.000 aanvragen duurde langer dan de wettelijke termijn van acht weken, terwijl is afgesproken dat dit maximaal tien procent mag zijn.

Meer dan 270 (aspirant-)militairen moesten in 2023 zelfs langer dan een half jaar wachten op het besluit in het veiligheidsonderzoek naar hun achtergrond, blijkt uit cijfers die zijn opgevraagd door het onderzoeksjournalistieke platform Investico, Trouw en De Groene Amsterdammer bij de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD). In een reactie zegt de MIVD inmiddels maatregelen te hebben genomen.

Blijf op de hoogte van onze onderzoeken. Meld je aan voor de nieuwsbrief

Aspirant-militairen moeten een veiligheidsonderzoek ondergaan als laatste stap in een langer sollicitatieproces bij Defensie. Ook bij het maken van promotie is zo’n veiligheidsonderzoek soms nodig. Nieuwe militairen en hun partner worden zorgvuldig doorgelicht op eventuele veroordelingen, verslaving of financiële problemen. Als dat in orde is, krijgt iemand een verklaring van geen bezwaar (vgb). De Unit Veiligheidsonderzoeken voert deze onderzoeken uit voor de MIVD en de AIVD.

Sinds 2022 moesten bijna 600 (aspirant) militairen zelfs langer wachten dan zes maanden. Dat die groep zo lang moeten wachten op een beslissing is problematisch omdat mensen die graag bij Defensie willen werken daardoor afhaken, zegt Addie Stehouwer, voorzitter van de afdeling klachtenafhandeling van de CTIVD, de toezichthouder van de militaire inlichtingendienst. “Je komt dan op het niveau van ‘het heeft geen zin meer’”, zegt Stehouwer. “Die lange wachttijd betekent voor verschillende militairen het verschil tussen een gewilde baan bij Defensie en moeten afhaken omdat het te lang duurt. Ze moeten verder met hun leven.”

Advocaat Rachel Bruinen maakt zich ook zorgen. Zij staat militairen bij die juridisch advies vragen omdat ze te lang moeten wachten op de uitkomsten van het veiligheidsonderzoek. Ze hebben vaak na acht weken één keer te horen gehad dat er vertraging is, en daarna niks meer. “Niet iedereen kan het zich veroorloven om maanden thuis te zitten wachten op het verlossende antwoord van Defensie”, zegt ze.

De lange wachttijd komt, omdat het totale aantal veiligheidsonderzoeken hard is toegenomen. In een kamerbrief uit december zei demissionair minister van Defensie Kajsa Ollongren dat het aantal veiligheidsonderzoeken dertig procent hoger ligt dan voorzien, met name door hogere instroom bij Defensie en onder piloten in de reguliere luchtvaart. De krijgsmacht is hard op zoek naar nieuwe militairen, momenteel zijn er meer dan negenduizend openstaande vacatures. De grootste tekorten zitten met name bij IT-personeel en de technische onderhoudsdienst.

Ook zijn veiligheidsonderzoeken de afgelopen jaren complexer geworden. Dat heeft mede te maken met ‘veranderend buitenlandbeleid’ in 2021 vanwege toenemende geopolitieke spanningen. Waar ze zich precies op baseren wil de MIVD niet zeggen.

Jean Debie van de militaire vakbond VBM noemt het onacceptabel dat militairen maanden moeten wachten op hun VGB en zegt dat de gevolgen ervan groot kunnen zijn. Debie kent een militair die negen maanden heeft moeten wachten. “Je moet als nieuwe militair wel heel heel graag bij Defensie willen werken om dat te accepteren.”

De MIVD heeft verschillende maatregelen genomen om de behandeltijd van veiligheidsonderzoeken opnieuw te doen dalen. Zo zet het ondertussen meer personeel in en ‘optimaliseren’ ze het werkproces. Deze aanpassingen leiden ertoe dat dit jaar tot nu toe 93 procent van de veiligheidsonderzoeken op tijd is afgerond. “De maatregelen die zijn en worden getroffen dragen bij aan het terugdringen van de werkvoorraad en hebben er toe geleid dat de norm wordt gehaald”, zegt een woordvoerder van de MIVD. Hoeveel onderzoeken nog lopen die langer dan zes maanden duren, kan de MIVD niet zeggen.

Verantwoording

Investico is radicaal transparant. In verantwoordingsdocumenten maken wij onze onderzoeksmethodes en resultaten openbaar zodat publiek en andere onderzoekers ons werk kunnen controleren en erop kunnen voortbouwen. In de longread van het onderzoek hieronder verwijzen noten naar het bronmateriaal. Wilt u meer weten over onze missie en methode? Lees meer

Onderzoek met bronnen

De wederopbouw van Defensie

Deelnemers aan de eerste lichting van het Defensie Dienjaar, bedoeld om meer mensen in korte tijd kennis te laten maken met de militaire wereld. - ANP / Sander Koning

Het Nederlandse leger heeft de wind weer mee. Informatiedagen worden druk bezocht. Toch waarschuwt de Navo dat Nederland zichzelf niet kan verdedigen. En veel militairen lopen weg.

Op een grasveld in Park de Heerlijkheid in Hoogvliet drukt Pien Diederik zich op. Op haar gezicht een grimas. Twintig push-ups in twee minuten, ruim boven de eis van tien als ze wil slagen voor de keuring. Enkele vrouwen lachen van vermoeidheid. ‘Als je nog kan lachen, dan kan je nog een keer’, roept een vrouwelijke militair. Pien, negentien jaar oud en student verpleegkunde, is een van de tweehonderd jongeren die op deze infodag van Defensie wil ervaren of een baan bij het leger iets voor haar is. Het waren de advertenties op Instagram die haar overtuigden te komen. ‘Ik dacht op zo’n infodag komen alleen jongens, maar toen zag ik ladies only en dacht ik: leuk!’

Het leger heeft de wind weer mee. Informatiedagen voor potentiële nieuwe militairen, door Defensie als ‘Generatie D’ bestempeld, worden druk bezocht. Opleidingsprogramma’s zitten vol1 en steeds meer reservisten melden zich aan. Oud-generaals Mart de Kruif en Peter van Uhm begonnen de podcast ‘Veldheren’ en nemen luisteraars mee ‘in de wereld van militairen’ (‘dichter bij de frontlinie kom je niet’) en trekken daarmee volle theaterzalen. Politieke steun is er ook. Defensie krijgt er structureel vijf miljard per jaar bij2, en voor het eerst liggen de totale uitgaven weer in de buurt van 2 procent van het bbp3, de NAVO-norm die Nederland tien jaar geleden beloofde te gaan halen4. Zelfs een partij als GroenLinks, van oudsher pacifistisch, wil het leger niet langer opheffen, maar juist uitbouwen. De luchtmacht krijgt nieuwe vliegtuigen, de marine nieuwe onderzeeboten, en kazernes door het hele land krijgen een lik verf.

Word nu Vriend van Investico en versterk de onderzoeksjournalistiek in Nederland

Steun ons

Toch lukt het maar niet met de strijdkrachten. Het personeelstekort is groot. Duizenden functies zijn niet ingevuld5, en door een gebrek aan technisch personeel is het weinige materieel dat het leger heeft nauwelijks inzetbaar. De NAVO waarschuwt al jaren6 dat Nederland ondanks de extra uitgaven aan Defensie haar eigen grondgebied nog altijd niet kan verdedigen.

Defensie kijkt vooral naar buiten voor de verklaring van de problemen. Mensen zouden tegenwoordig niet bereid zijn het leven van een militair te leiden waarin ze vaak van huis zijn en regelmatig moeten verhuizen. Bovendien is nog steeds meer geld nodig dan de vijf miljard extra die tot nu toe is beloofd7. Daarnaast, zegt Defensie, kunnen bedrijven niet snel genoeg wapens en munitie produceren om het tekort aan materieel op te vullen.

Maar Defensie struikelt vooral over haar eigen voeten, blijkt uit onderzoek van Investico voor De Groene Amsterdammer en Trouw. Investico sprak met tientallen ambtenaren, militairen en experts en kreeg zo een kijkje achter de schermen op het moment dat Defensie druk is met de wederopbouw van het leger.

Daaruit blijkt: de krijgsmacht is een logge en trage organisatie geworden, die vooral zichzelf in de weg zit. Zo zitten de personeelsproblemen niet zozeer in een gebrek aan interesse van aspiranten - nieuwe opleidingsprogramma’s voor jong talent zitten vol - maar is het grootste probleem dat het leger ontevreden militairen niet weet vast te houden8. Ondertussen is Defensie razend druk met administratieve processen en interne controles, maar niet meer in staat ons land en de NAVO-grenzen goed te verdedigen.

De jarenlange bezuinigingen hebben diepe sporen nagelaten, niet alleen in de hoeveelheid personeel en materieel, maar ook in de wijze waarop het leger georganiseerd is. Meer geld alleen zal dat probleem niet oplossen.

Jarenlang bezuinigingen

Gesloten kazernes, verkochte tanks en opgeheven brigades - nagenoeg alle mensen die we spreken hebben hun eigen verhaal over de ingrijpende bezuinigingen die er jaar na jaar hebben ingehakt. Nog voor de val van de Berlijnse Muur, in de jaren tachtig, als Nederland in een recessie verkeert en de werkloosheid stijgt, gaan er in de politiek en de maatschappij al stemmen op om minder uit te geven aan Defensie9.

Als de muur valt, de Sovjet-Unie opgeheven wordt en heel Europa in een jubelstemming verkeert, staat niets de afbouw van het leger in de weg. Telt ons land in 1990 nog 250 duizend manschappen (waarvan een groot deel reservist), dertig jaar later zijn dat er minder dan vijftigduizend.

De knip gaat niet alleen in het personeel. Ook aan materieel wordt ingeleverd. Er blijft een fractie over van het aantal F16’s (-71%), pantserwagens (-77%), pantserhouwitsers (-90%) en munitieopslagen (-96%). Alle dertien marine-patrouillevliegtuigen verdwijnen. De landmacht krijgt de grootste klappen met de verkoop van haar kroonjuwelen: van de 931 tanks zijn er nog nul (0) over10. ‘Afbreken gaat heel snel,’ verklaart Tom Middendorp, voormalig Commandant der Strijdkrachten (2012-2017). ‘Binnen enkele maanden is een eenheid opgeheven, heb je je kazernes verkocht. Zijn je spullen door een ander land overgenomen. Maar daarna heb je er jaren last van. Je mensen zijn weg, je bent de kennis kwijt. Het kost vele jaren om alles weer op te bouwen.’

Vanaf 2005 vinden drie grote bestuursveranderingen plaats, die de macht weghalen bij de individuele krijgsmachtdelen (landmacht, luchtmacht en marine) én bij de legertop11. ‘Vanaf 2005 is er constant een tendens geweest om de rol van de Commandant der Strijdkrachten - de belangrijkste legerman - te marginaliseren’, zegt voormalig Commandant van de Landmacht Mart de Kruif, gezeten aan zijn keukentafel in het Gelderlandse Laag-Keppel. De hoogste militair mag niet langer beslissingen maken, maar slechts uitvoeren wat in Den Haag is bedacht.

Zo hebben de krijgsmachtonderdelen niet langer een eigen budget voor nieuw materiaal. Al het geld voor nieuwe aankopen wordt in één pot gestopt waarna ambtenaren in Den Haag samen met de Commandant der Strijdkrachten beslissen wat wel of niet wordt gekocht. De Kruif leverde een wensenlijstje in voor zijn Landmacht, en moest afwachten wat hij kreeg. ‘Dat leidt tot een enorme frictie en inefficiëntie’, zegt hij. Als Commandant van de Landmacht was ik in voortdurende concurrentiestrijd met de andere krijgsmachtdelen. Dan ben je aan het lobbyen in Den Haag om zo veel mogelijk geld binnen te hengelen - ongeacht of je dat nou daadwerkelijk nodig hebt of niet.’

De Kruif is kritisch. In Den Haag worden ‘managementkeuzes’ gemaakt die het leger zelf nooit zou maken, zegt hij. Het wegdoen van tanks en het sluiten van kazernes ondermijnen bijvoorbeeld de slagkracht van het leger: tanks zijn nog altijd essentieel voor grondoffensieven, en kazernes kritiek voor logistieke ondersteuning. ‘Maar volgens oud-minister Hillen waren tanks niet meer van deze tijd’, zegt De Kruif. ‘Onze cavaleristen, zo heten de mensen die op de tanks zitten, moesten we omscholen tot cyberspecialisten.’

Ook nagenoeg al het materiaal werd op een hoop gegooid. De helikopters, bijvoorbeeld. Die moeten de landmacht, luchtmacht en de marine samen delen. ‘Zo’n centrale structuur maakt het lastig om te trainen en te oefenen’, zegt Ton van Loon, voormalig commandant bij de Landmacht. ‘Maar nog belangrijker: stel dat er morgen oorlog uitbreekt, dan zijn de landmacht, luchtmacht en marine niet eens zeker dat ze die helikopters gaan krijgen. Daarvan roept de NAVO: wat heb ik daar nou eigenlijk aan?’

Temidden van de ingrijpende bezuinigingen neemt Defensie een nieuwe opdracht op zich: die van vredebrenger in verder afgelegen gebieden. Met Tom Middendorp aan het roer doet het leger vanaf 2012 een recordaantal missies, gericht op vrede en stabiliteit in onder meer het Midden-Oosten. Dat soort interventies vragen een heel ander leger dan het leger dat ons grondgebied moet verdedigen. Defensie stuurt feitelijk ‘plukjes’ militairen, die onderdeel worden van een grotere, internationale eenheid. Zo kun je ongezien je zelfstandigheid verliezen die je wel nodig hebt in een oorlog in eigen land.

De omslag komt in 2018. Met defensieminister Ank Bijleveld (2017-2021) komt er eindelijk weer wat geld bij voor Defensie. De Russische dreiging neemt, zeker na de annexatie in de Krim in 2014, in rap tempo toe, maar Bijleveld moet nog altijd flink leuren voor haar centen. Ze neemt financiënminister Hoekstra mee naar een naaldbos in Litouwen bij de grens van Rusland, waar Nederlandse militairen trainen12. Ze krijgt een Defensievisie nauwelijks door de Ministerraad, vanwege het woord “vechten” in de titel - maar Bijleveld krijgt uiteindelijk wat ze wil: ze mag Defensie weer gaan opbouwen.

Daarbij houdt de NAVO de Nederlandse keuzes scherp in het oog. Als er oorlog uitbreekt in Europa, dan is het namelijk aan de NAVO om een strategie te bepalen en haar grondgebied te verdedigen. De keuzes van de lidstaten bepalen dus in grote mate welk leger de NAVO tot haar beschikking zal hebben. Maar de organisatie is al jaren kritisch op de keuzes die Defensie maakt, en waarschuwt vooral voor de penibele staat van de landmacht. Ook nu er geld bijkomt, heeft Nederland ‘onvoldoende bataljons, geen eigen tanks, en ook geen plannen om deze tekortkomingen aan te pakken’, schrijft de NAVO wanneer de oorlog in Oekraïne al meer dan een half jaar bezig is13. Een vredesmissie leiden in Irak: dat kan. Het eigen grondgebied verdedigen - dat lukt allang niet meer.

Het is oorlog en op de Ginkelse Heide, nabij Ede, staat een Russische tank in de fik. In een witte tent zitten vier militairen aan tafel, allen een soort gamecontroller in de hand. Geconcentreerd kijken ze naar een flatscreen, die een bovenaanzicht van de omgeving toont met blauwe vierkantjes en een rode stip erop. Een tweede scherm toont een zijaanzicht van een brandende Russische tank.

We zijn op camp innovation, een oefenterrein gelegen op defensiecomplex de Driesprong, waar Defensie experimenteert met drones, onbemande voertuigen en andere ‘innovatieve technieken’. De blauwe vierkantjes op het scherm staan voor Nederlandse voertuigen. Met de controllers besturen de militairen onbemande voertuigen die op het terrein rondom de tent fysiek rondrijden: grote units met rupsbanden. Een aantal is opgetuigd met 360 graden-camera’s, op één is een ‘.50’ gemonteerd, een zwaar machinegeweer. Onbemande grondvoertuigen als deze worden in Oekraïne ook al ingezet: om spullen te vervoeren door gevaarlijk terrein, of om mijnen te vegen. De Russische ‘tank’ is in werkelijkheid een zwarte Volkswagenbus. Die staat niet echt in brand, maar wordt alleen virtueel beschoten.

Virtueel oefenen lukt nog wel, vertelt Martijn Hädicke, programmamanager Robotica en Autonome Systemen. Hij is druk bezig om de onbemande voertuigen, robots en drones, te verbeteren. Maar om drones beter en slimmer te maken, moet er wel gevlogen worden, en die blijven vaker aan de grond dan Hädicke zou willen. Mede uit angst voor de Europese privacywet AVG, zo blijkt. ‘Bijna kregen we zelfs een verbod om met onze eigen drones boven ons eigen oefenterrein te vliegen, omdat er mogelijk wandelaars en mountainbikers waren die we zouden kunnen filmen.’ Als ze wel mogen trainen kan dat alleen onder strikte veiligheidsvoorwaarden: voor elke drone moet een van zijn militairen met een controller achter het toestel aan lopen. ‘Als Rusland ons volgende maand aanvalt met drones, hebben we niet voldoende kunnen vliegen.’

Daar komt nog eens bij dat hij nieuwe technologieën, zoals artificiële intelligentie voor drones, moeilijk kan aankopen. En dat ligt niet aan de fabrikanten waar de drones - bij wijze van spreken - gewoon op de plank liggen. Het proces hapert bij Defensie zelf. Door een strikte interpretatie van wet- en regelgeving door inkoopjuristen duurt het lang voordat Defensie nieuwe drones ook daadwerkelijk kan bestellen. ‘Onlangs duurde het een jaar en drie maanden om nieuw materieel aan te schaffen! Zelfs een jurist uit de Europese Commissie vertelt ons: “Nederland, hier maken jullie het jezelf onmogelijk”.’

Roos Wijman, directeur inkoop, snapt de kritiek van Hädicke op haar directie wel. In haar werkkamer, in een glazen vitrine, staat zelfs een spuitbusje met het smeermiddel WD-40. De spuitbus kreeg Wijman, tegelijk met alle andere afdelingen, als een symbolisch geschenk van de hoogste ambtenaar van Defensie. ‘Om onze defensieorganisatie opnieuw los en soepel te maken’, zegt Wijman.

Wijman koopt, samen met 350 medewerkers, voor Defensie centraal in: van straaljagers tot onderbroeken. De afdeling moest tijdens de bezuinigingsrondes vooral goed op de centen letten. ‘Je wil voorkomen dat je geld uitgeeft dat je eigenlijk niet kan uitgeven.’ Daarom wordt binnen Defensie elke nieuwe aanvraag meerdere keren gecontroleerd. ‘Stel je hebt een nieuwe laptop nodig. In de meeste organisaties vraagt de baas: is er budget? En is de laptop nodig? Dan krijg je een nieuwe laptop. Bij Defensie hebben we daar een hele keten voor ingericht, en kan het maanden duren voordat een nieuwe laptop is geregeld.’

Nu er wél geld is, en Defensie niet meer elke euro twee keer hoeft om te draaien, zit die controledwang in de weg. Veel materiaal is versleten en moet vervangen worden14, maar door de trage interne processen laten aankopen langer op zich wachten dan nodig zou zijn. Dit tot frustratie van de militairen die erom vragen en lang moeten wachten. ‘We willen zelf ook meer snelheid en flexibiliteit’, zegt Wijman, die probeert de directie opnieuw in te richten en het proces te versnellen. ‘We hoeven niet meer acht controlemechanismen in te bouwen, één of twee zou genoeg moeten kunnen zijn.’

Een oorlog op de zeebodem

Bij oorlog op ons grondgebied zullen de meeste mensen niet meteen aan de Noordzee denken, maar het grootste deel van Nederland bevindt zich op zee. En juist de Noordzee heeft zich het laatste decennium ontwikkeld tot een cruciaal knooppunt. Olie- en gaspijpleidingen leveren noordwest-Europa energie, windmolenparken ver op zee voorzien een deel van ons land via kilometerslange kabels van groene stroom. Twee grote internetkabels verbinden via de Noordzee en Nederland de Verenigde Staten aan de rest van Europa15, en in lege gasvelden op zee wil Nederland CO2 opslaan16 om aan de duurzaamheidsdoelen te voorzien. Het opblazen van een gasleiding kan dus vele Nederlandse huishoudens in de kou zetten, en een kapotte datakabel in internetknooppunt Nederland kan tot grote internetstoringen leiden in heel Europa.

Aanwijzingen dat er vreemde mogendheden onuitgenodigd op de Noordzee rondvaren, zijn er genoeg. Afgelopen jaar zijn zeker drie keer Russische onderzoeksschepen gespot, waarschuwden de Veiligheidsdiensten. Eén ervan bleef lang hangen op een knooppunt van elektriciteitsleidingen van een windmolenpark op zee17. ‘Die hebben vaak apparatuur bij zich om de situatie op de bodem in kaart te brengen, zegt commandeur Paul Flos in zijn werkkamer op de Kromhoutkazerne in Utrecht.

Defensie kan dat soort onderzoeksschepen wel in de gaten houden, ‘maar wat zij onder water doen, weten we eigenlijk niet,’ zegt Flos. En dat is een probleem. Daarom besloot Flos zélf aan de slag te gaan. Samen met collega’s uit andere noordelijke landen zette hij een onderzoekscentrum op om materieel te ontwikkelen voor een ‘oorlog op de zeebodem18’.

In een gloednieuw verplaatsbaar testcentrum aan de kust bij Scheveningen19 oefent Flos met onderwaterdrones van private bedrijven, die verdachte activiteiten moeten monitoren. Daar loopt hij tegen onverwachte moeilijkheden op. Tijdens de testfase werd een onbemand onderwatervaartuig bijvoorbeeld besprongen door een enthousiaste jonge zeehond. ‘Dus die hebben we wél gefilmd’, zegt Flos.

Minder enthousiasme ontvangt hij soms binnen Defensie zelf. ‘Nog steeds’, zegt hij verbaasd. ‘Onlangs had ik een gesprek met iemand die zei: kunnen we er niet gewoon mee stoppen?’ Het is binnen Defensie niet makkelijk je hoofd boven het maaiveld te steken, zegt hij. ‘Toen ik deze internationale samenwerking begon, vroegen mensen: What’s in it for you? Er wordt soms sceptisch naar je gekeken - de vraag gesteld wáárom je iets eigenlijk doet.’

Op zoek naar personeel

Het is vooral een kwestie van capaciteit. ‘Iedereen is vol aan het werk, en dan kom ik ook nog met een ideetje waar ik mensen voor wil hebben. Nu is de marine gewoon druk met de aanvallen van Houthi-rebellen op de Rode Zee en andere zaken. En dan komen wij met een testcentrumpje aan. Tijd is het nieuwe geld: nu hebben we meer budget, maar niet de mensen om daarmee aan de slag te gaan.’

Tijdens de infodag in Hoogvliet staan naast het grasveld tientallen kraampjes uitgestald. Allerlei militairen hebben exact vijf minuten de tijd om jongeren te overtuigen voor hen te kiezen, in plaats van een ander krijgsmachtonderdeel. ‘Van Bonaire naar Curaçao. Als je van avontuur en reizen houdt, ben je bij ons op de juiste plek’, zegt een marineman. Twee stalletjes verder vertellen een man en vrouw van de luchtvaarttroepen: ‘Bij ons kan je een cursus nemen om rijdend te schieten met een MAG-machinegeweer. En je wordt er gewoon voor betaald.’ De landmacht bracht een pantserwielvoertuig, de Boxer, mee en ook de CV90, die lijkt op een soort minitank. Het is een beetje lokaas, zegt Lisette Huffels, die de voertuigen onderhoudt. ‘Om zo te tonen: met deze stoere dingen kunnen jullie gaan werken.’

Nieuwe aanwas is broodnodig. Er zijn momenteel meer dan negenduizend onvervulde functies, sommige bataljons bij de landmacht zijn zelfs maar voor zestig procent bezet20. Het personeelstekort heeft verstrekkende gevolgen. Het allergrootste tekort bijvoorbeeld zit bij het IT-personeel en de technische onderhoudsdienst21, waardoor reparaties aan materieel lang duren. ‘Voertuigen zijn daardoor langer niet inzetbaar waardoor minder kan worden geoefend’, zegt Lisette Huffels die vanuit de technische onderhoudsdienst voertuigen van de landmacht onderhoudt. Van de 27 belangrijkste wapensystemen werkte vorig jaar slechts iets meer dan de helft, blijkt uit jaarcijfers22. Dat aantal is in vijf jaar nog nooit zo laag geweest.

Aan enthousiasme geen gebrek, nieuwe initiatieven om jongeren te aan te werven zitten vol, het aantal nieuwe aanmeldingen steeg afgelopen jaar in een klap met tien procent23. Om mee te groeien met de organisatie moet de jaarlijkse aanwas nu verder omhoog. Van 3.600 nieuwe militairen nu, naar negenduizend in 203024. Maar zelfs bij de huidige, relatief kleine groep nieuwe militairen loopt Defensie tegen hun eigen tergend trage processen aan.

Wie bij Defensie wil komen werken, wordt niet alleen aan fysieke en psychologische proeven onderworpen, maar moet ook een veiligheidsonderzoek ondergaan. In dit onderzoek kijken de Veiligheidsdiensten of ze er genoeg op vertrouwen dat iemand onder alle omstandigheden de functie getrouw kan vervullen. Defensie kan niet iemand aannemen die bijvoorbeeld onder druk van buitenlandse overheden geheime informatie naar het buitenland lekt. Daarom kijken de veiligheidsdiensten bijvoorbeeld of je banden hebt met Rusland of China. Het is een cruciale stap in het wervingsproces want zonder deze zogeheten ‘verklaring geen bezwaar’ kun je niet als militair aan de slag bij Defensie.

Al die nieuwe militairen moeten dus zo’n veiligheidsonderzoek ondergaan. Het aantal nam dan ook flink toe: van meer dan 15 duizend in 2022 naar bijna 22 duizend in 202325. Het zijn er zelfs zoveel dat het Defensie steeds vaker niet lukte om de onderzoeken binnen de wettelijke termijn van acht weken af te ronden. Vorig jaar duurde bijna een derde van de afgeronde procedures te lang. In bijna zeshonderd gevallen moesten (aspirant-)militairen sinds 2022 meer dan een half jaar wachten op goedkeuring26. Dat is te lang, zegt Jean Debie van de militaire vakbond VBM. Hij kent ‘een militair die negen maanden heeft moeten wachten. Dat is eigenlijk onacceptabel: je moet als nieuwe militair wel heel heel graag bij Defensie willen werken om dat te accepteren.’

Volgens Defensie zijn de grootste problemen inmiddels opgelost. De organisatie heeft meer personeel ingezet en het proces verbeterd. Hierdoor is dit jaar tot nu toe 93 procent van de veiligheidsonderzoeken op tijd afgerond27.

Tocht zit het allergrootste probleem elders: te veel militairen vertrekken bij Defensie. In 2022 en de eerste helft van 2023, dit zijn de meest recente cijfers, gingen zelfs meer militairen weg dan dat er nieuwe bijkwamen28. Defensie ziet de oorzaak hiervan in de veranderende samenleving. Het leven van een militair, gestationeerd door het land heen en meerdere malen maanden weg op uitzending, is lastig te combineren met een gezinsleven. ‘Daar komt bovenop dat het bedrijfsleven salarissen uitbetaalt waar Defensie niet aan kan tippen’, ziet souschef personeel Paul van der Touw. ‘Defensie kocht twee jaar geleden nog extra F35-toestellen, vorig jaar verlieten een tiental F35-piloten Defensie voor KLM’ zegt Van der Touw. ‘Terwijl het ons meer dan vijf miljoen kost om één piloot volledig op te leiden.’

De belangrijkste reden waarom militairen vertrekken blijkt echter Defensie zélf. Vier op de tien mensen die weggaan doen dat namelijk omwille van “de wijze waarop de organisatie wordt bestuurd29”, staat in de jaarrapportage personeel van 2023. Het zijn de stroperige processen bij bijvoorbeeld de inkoopafdeling waar militairen tegenaan lopen die ervoor zorgen dat ze vertrekken.

In tegenstelling tot militairen, lukt het Defensie onder één beroepsgroep wel om ze tevreden te houden: ambtenaren voor achter de bureaus. En dan vooral hoog in de organisatie zijn er voldoende mensen die leiding willen geven. De Haagse bestuursstaf is sinds 2018 nagenoeg verdubbeld , naar bijna 3.500 mensen30, waarvan twee derde zonder militaire achtergrond.

‘We hebben het leger gecentraliseerd uit armoede’, erkent Commandant der Strijdkrachten Onno Eichelsheim, de hoogste militair van het leger, als we hem onze bevindingen voorleggen. ‘Efficiëntie was het doel omdat we niet anders konden. Nu moeten we de regels niet langer al te streng interpreteren en opnieuw fouten durven maken.’ Hij ziet het niet somber in. ‘Er zijn ook kansen: meer reservisten en bedrijven die willen samenwerken met ons.’

Sinds de inval in Oekraïne richt het maatschappelijk debat over Defensie zich voornamelijk op het al dan niet halen van de NAVO-norm om 2 procent van het bbp te besteden aan Defensie. Maar zelden gaat het over wat ons leger daadwerkelijk moet kunnen. Om aan de NAVO-eisen te voldoen en Defensie opnieuw slagkrachtig en flexibel te maken, zal Defensie vooral zichzelf opnieuw moeten uitvinden. Het vergt moed en doorzettingsvermogen om bij Defensie te werken - en dan vooral om je door de stroperige en complexe processen heen te slaan. En daarvoor is meer geld alleen niet voldoende. ‘Toen ik hier zeven jaar geleden begon, had ik nog geen grijze haren. Het is een controlekramp. Die tegenwerking zit in het systeem.’


  1. Vorig jaar was er een wachtlijst voor het Dienjaar en ook het Defensity College had meer aanmeldingen dan ze aankonden. 

  2. Zie de voorjaarsnota uit 2022 

  3. In 2024 stijgt de begroting voor Defensie naar € 21,4 miljard. Dit is 1,95% van het bbp. 

  4. Afgesproken werd: "In 2014 hebben NAVO-landen afgesproken dat ieder land 2% van het bruto binnenlands product (bbp) uitgeeft aan defensie. En dat de landen die dit nog niet deden de jaren daarna groeien naar die norm van 2%. In 2024 stijgt de begroting voor Defensie naar € 21,4 miljard. Dit is 1,95% van het bbp." 

  5. Dat vertelde het hoofd van de personeelsafdeling 

  6. De NAVO neemt elke twee jaar de strategie van het Nederlandse leger onder de loep. In de review van 2019/2020 schrijft de NAVO: ‘Current expenditure plans are clearly insufficient for the scale of the task.’ Ook in 2017 had de NAVO al dezelfde kritiek. En in 2022 schrijft de NAVO: the Netherlands recognises that is will nog have sufficient resources to reverse all of the effects of prolonged underspending, nor to meet all of its NATO capability targets. There will continue to be some serious shortfalls, with no plans to address them for the foreseeable future.’ 

  7. In 2022 heeft het kabinet besloten structureel 5 miljard extra aan Defensie te geven. Vanaf 2028 komt daar nog eens 500 miljoen bij. 

  8. Uit de meest recente jaarcijfers (uit 2022) blijkt dat de uitstroom groter is dan de instroom. 

  9. Eigenlijk beginnen de bezuinigingen in de jaren tachtig al. In 1982 moet Defensie tenminste achthonderd miljoen euro bezuinigen op de plannen van dat jaar, deelt Van Mierlo mee aan de Kamer. Niet uitgesloten is dat er meer volgen. Zie hier

  10. Deze percentages hebben we zelf berekend op basis van de absolute aantallen die genoemd worden in dit artikel in NRC (1990 versus 2016): 

  11. Zie ook dit artikel van de Tilburg University over de bestuursveranderingen bij Defensie. 

  12. Zie ook dit artikel in het AD over het bezoek van Bijleveld en Hoekstra. 

  13. De NAVO schrijft in de review van 2021/2022: The most serious of these is that several heavy and medium infantry battalions are not provided, and the lack of any Dutch-owned tanks. Despint the 2022 White Paper, the Netherlands indicates that is has no plans to address these critical shortfalls.’ 

  14. Dat blijkt uit een analyse van het projectenoverzicht van Defensie 2022. Veel nieuwe aankopen zijn vervanging van het oude materieel. 

  15. Zie ook deze kaart 

  16. Hier zie je wat de plannen zijn 

  17. Zie ook de motie van Boswijk uit 2021 over de aanwezigheid van Russische schepen. Vorig jaar deed Pointer samen met marineschepen.nl onderzoek naar Russische schepen, als reactie daarop zei Defensie zich zorgen te maken. 

  18. ZIe ook het nieuwsbericht over de opening van het onderzoekscentrum. 

  19. Dit centrum werd op 7 december 2023 geopend 

  20. Deze informatie kreeg Investico van de personeelsafdeling van Defensie 

  21. Deze informatie kreeg Investico van de personeelsafdeling van Defensie 

  22. Dit staat in de rapportage ‘De stand van Defensie najaar 2023‘ 

  23. Deze informatie kreeg Investico van de personeelsafdeling van Defensie 

  24. Deze informatie kreeg Investico van de personeelsafdeling van Defensie 

  25. Dat blijkt uit cijfers die Investico heeft opgevraagd bij de MIVD 

  26. Dit blijkt uit cijfers van de MIVD, opgevraagd door Investico 

  27. Dat heeft Defensie laten weten. 

  28. Dit staat in de personeelsrapportage ‘De stand van Defensie voorjaar 2023’ en ‘De stand van Defensie najaar 2023‘ 

  29. Dit staat in de personeelsrapportage ‘De stand van Defensie 2023’ op pagina 39 

  30. Tussen 2018 en 2023 nam de bestuursstaf toe van 1848 naar 3456 mensen, blijkt uit personeelsrapportages. 

Wilt u onafhankelijke onderzoeksjournalistiek ondersteunen? Word Vriend van Investico

U las de longread van dit onderzoek. Heeft u naar aanleiding hiervan een tip? Neem contact met ons op

Verdedig de rechtsstaat. Steun onafhankelijke onderzoeksjournalistiek in Nederland.

Word vriend