De liberalisering van de energiemarkt

Limburgse energiemiljarden risicovol ingezet

Beeld door: Chris Keulen / HH

Verantwoording

Investico is radicaal transparant. In verantwoordingsdocumenten maken wij onze onderzoeksmethodes en resultaten openbaar zodat publiek en andere onderzoekers ons werk kunnen controleren en erop kunnen voortbouwen. In de longread van het onderzoek hieronder verwijzen noten naar het bronmateriaal. Wilt u meer weten over onze missie en methode? Lees meer

Onderzoek met bronnen

Limburgse energiemiljarden risicovol ingezet

Beeld door: Chris Keulen / HH

De liberalisering van de energiemarkt heeft door de jaren heen bij veel Limburgse overheden de kas behoorlijk gespekt. Hoe is dat geld besteed?

Ger Koopmans, gedeputeerde voor treasury in Limburg, zit in een positie dat hij een beetje kan vergelijken hoe de geldstromen in Nederland rollen. Elf jaar was hij Kamerlid voor het CDA, daarna nam hij tijdelijk de honneurs waar als burgemeester in Stein. Sinds juni vorig jaar zetelt hij in de met wit marmer beklede bestuursvleugel van het Gouvernement, het Limburgse provinciehuis. Gevangen in verf kijken oud-gouverneurs de bezoeker van hoog aan de wanden aan, beneden in de diepte blikkert de Maas. Op Koopmans’ werkkamer prijkt een cartoon van hemzelf, breed grijnzend achter een kruiwagen met daarop een schatkist. De prent hangt er niet zomaar. ‘Als Kamerlid en als burgemeester moest ik de hakbijl, het slagersmes en de kaasschaaf gebruiken om te bezuinigen. Nu, als gedeputeerde van een provincie die de aandelen Essent heeft verkocht, is mijn meest gebruikte werktuig de kruiwagen’. Om het vele, vele geld te vervoeren, wil Koopmans maar zeggen.

In het begin moest hij wennen aan zijn nieuwe rol als Sinterklaas annex rijke schatkistbewaarder. ‘Dan tekende ik hop!, voor een tonnetje hier, twee ton daar’. En hij erkent ruiterlijk: ‘Als er meer geld is, wordt het ook altijd makkelijker uitgegeven’. Geld is er genoeg in Limburg. Met haar aandeel in het nutsbedrijf Essent heeft de provincie sinds de eeuwwisseling ruim 2,5 miljard euro verdiend – omgerekend zo’n vijfduizend euro per Limburgs huishouden. Het is een hele kunst om dat verstandig op te maken, weet Koopmans.

Word nu Vriend van Investico en versterk de onderzoeksjournalistiek in Nederland

Steun ons

De provincie Limburg is vanaf 1999 voor 16 procent eigenaar van Essent, het dan opgerichte fusiebedrijf van PNEM-Mega met Edon. De winstuitkeringen ofwel dividenden daarvan stijgen elk jaar, tot zo’n 70 miljoen in 2008. Maar de grote klapper wordt gemaakt in 2009, als Essent wordt verkocht aan het Duitse RWE en de provincie bijna 1.6 miljard euro kan bijschrijven.

Provinciale Staten besluiten 500 miljoen van deze enorme pot geld meteen te investeren in de Limburgse samenleving. Zo worden het WK wielrennen en het concurrentiekrachtfonds mede mogelijk gemaakt door Essent en is meer dan 200 miljoen apart gezet voor infrastructurele projecten als de N280, de buitenring Parkstad en de Maaslijn. Het gedeelte dat overblijft, 1,1 miljard euro, blijft behouden en wordt belegd, in obligaties en aandelen. Op die manier, zo is de gedachte, blijft het kapitaal behouden voor latere generaties terwijl tegelijkertijd de beleggingsopbrengsten de weggevallen dividenden opvangen.

Goed plan. Helaas gooit Den Haag roet in het eten. Dat er in sommige provincies wordt rondgereden met kruiwagens begint ook in de Hofstad op te vallen. Die provincies hebben de uitkeringen die ze jaarlijks van het armlastige Rijk krijgen niet zo hard nodig, is de conclusie. In 2011 besluit minister Donner de uitkeringen uit het provinciefonds daarom drastisch terug te schroeven. Limburg krijgt jaarlijks 22 miljoen minder.

Een aderlating, maar het wordt nog erger. In 2013 komt het Rijk met de wet verplicht schatkistbankieren. Limburgs Essentkapitaal mag voortaan alleen nog worden belegd bij het Ministerie van Financiën. Die weinig risicovolle beleggingen bij de Staat leveren de provincie echter jaarlijks zo’n 10 miljoen euro minder rente op dan op de vrije markt. De Statenleden zijn woest. „Het geld is bijeen gespaard door onze ouders en grootouders, dat kunnen wij prima zelf beheren”, briest toenmalig CDA-Statenlid Martijn van Helvert.

Bovenop de wet verplicht schatkistbankieren komt nog een tweede wet, de Wet Hof (Wet houdbare overheidsfinanciën), die bepaalt dat provincies in een jaar niet méér mogen uitgeven dan er binnenkomt. Het gevolg: de provincie kan van het Essentvermogen tussen de 250 en 550 miljoen euro minder inzetten voor investeringen dan beoogd werd. Koopmans: ‘Het is een knotsgekke, schandelijke wet die de handen op onze rug bindt’. Alle mooie provinciale plannen dreigen grotendeels in rook op te gaan.

Consequentie van de wetten: geld dat tot 2021 vrijkomt vloeit Limburg uit, tenzij het binnen die periode in Limburg wordt besteed. En dat is wat de provinciebestuurders besluiten: binnen zeven jaar willen ze versneld 1.1 miljard euro in ‘maatschappelijk verantwoorde’ en ‘structuurversterkende’ projecten in de regio pompen.

Daarbij ontdekken de provinciale bestuurders een juridisch slimmigheidje: de Wet Hof staat de gedeputeerden wèl toe om Essentvermogen revolverend in te zetten. In plaats van geld te beleggen in obligaties en aandelen kan het geld worden geïnvesteerd in projecten met een maatschappelijk doel, zoals innovatie of duurzame energie.

Revolveren betekent dat het geld, liefst met winst, weer terugkomt om opnieuw te worden ingezet. Leningen in plaats van subsidies. Zo blijft het kapitaal én renderen én behouden voor latere generaties, zonder dat het Rijk er bij kan. De provincie verandert ermee van subsidie-automaat in gelegenheidsbankier.

Provinciale Staten in Limburg besluiten vooruitlopend op de wet nog in 2013 om 935 miljoen van de 1,1 miljard te reserveren voor revolverende fondsen. De rest, 165 miljoen, mag worden opgemaakt aan subsidies. `Flexibiliseren van de obligatieportefeuille’, wordt de koerswijziging genoemd. In plaats van beleggen in obligaties wordt het geld in structuurversterkende projecten gepompt. Om daarmee de Limburgse economie en werkgelegenheid te stimuleren, en het vestigingsklimaat voor bedrijven aantrekkelijker te maken.

Een exacte definitie van ‘structuurversterkende projecten’ heeft Koopmans niet. ‘In ieder geval langjarig. Maar als je het heel precies maakt, kun je veel werkelijkheden er niet onder vangen. Het blijft uiteindelijk wel een politieke weging’.

Hoe dan ook, op 7 februari 2014 kiezen de Statenleden de eerste zeven projecten die in samenhang de economische positie van Limburg versterken. Bij velen is het enthousiasme enorm. Een `besluit waarmee de provincie de turbo voor een niet lopende motor heeft uitgevonden’, meent Hans Bosch, toen Statenlid van PvdA. De fractie denkt dat de plannen minimaal 100.000 banen gaan opleveren. Maar er is ook kritiek. Cees Moison, toenmalig Statenlid bij Groen Links, is bang dat de tijdsdruk om te investeren de zorgvuldigheid beïnvloedt.

Chemelot campus

De strijd om de energiemiljarden tussen Rijk en provincie levert een aantal grote winnaars op. De grootste is Chemelot Campus. Daar gaat zoveel geld naartoe dat alleen al voor het in goede banen leiden van het geld twintig verschillende ambtenaren nodig zijn.

Chemelot Campus is acht jaar geleden opgezet als een project van de provincie, de Universiteit Maastricht en DSM. Destijds leek een vertrek van DSM uit de regio een serieus scenario. Als DSM vervolgens met het idee komt om samen met de overheid en Universiteit Maastricht een campus op te starten, zijn Provinciale Staten maar al te gewillig om voor 10 miljoen euro mee te doen. Een bedrag van niets voor de provincie. Essent heeft zojuist dochterbedrijf Kabelcom, het huidige Ziggo, verkocht. En een deel van die opbrengst, een slordige 145 miljoen euro, gaat in de vorm van een superdividend richting de provinciale schatkist.

Het geld terugverdienen speelde toen nog niet zo’n rol’, legt een beleidsambtenaar van de provincie uit.Dat kwam pas in 2013, toen door het schatkistbankieren de Essentgelden vrijkwamen. Kennis, kunde, kassa werd toen de kreet. Oftewel : het moest ook geld opleveren. Uit de Staten kwam toen de vraag of wij met structuurversterkende voorstellen konden komen.’

Voor de Chemelot Campus is dat niet zo’n probleem. Het loopt al langer met ambitieuze plannen rond maar kan geen bank vinden die erin wil investeren, ze vinden de risico’s te groot. Het losgekomen Essentgeld kwam dus als geroepen, legt een financieel adviseur van de provincie uit. Campus BV, waar de provincie zelf mede-eigenaar van is, legt Provinciale Staten uit hoe het door te investeren in de Campus de gewenste extra banen wil creëren en de economische positie van Limburg zal verstevigen.

Allereerst zijn forse investeringen in vastgoed nodig. Er moet een locatie voor een proeffabriek worden ingericht, waarin nieuwe producten kunnen worden getest. En wat zeker niet mag ontbreken op een zichzelf respecterende campus zijn een onderzoeksinstituut van hoog niveau en een onderzoekscentrum van internationale allure. De deels revolverende investeringen zullen Chemelot Campus een enorme boost geven en dat is in het algemene belang. Want naast de tweeduizend extra kenniswerkers en de veertig nieuwe bedrijven die na realisatie van alle plannen naar Limburg komen, gaan de campusplannen uiteindelijk heel Limburg ten goede komen, inclusief de slager en de bakker. En uiteindelijk zelfs de man op straat.

De Staten gaan niet meteen overstag, maar begrijpen dat wanneer zij niet toezeggen, het idee verloren gaat omdat geen enkel andere partij het op wil pakken. Uiteindelijk gaan ze akkoord. In totaal is nu 225 miljoen euro gereserveerd voor Campus Chemelot: 150 miljoen is subsidie de rest wordt revolverend ingezet.

Of de investeringen de beloofde revenuen gaan voortbrengen, valt nog te bezien. Beide woordvoerders van de provincie lijken weinig twijfel te kennen. `We staan aan de vooravond van investeren en oogsten.’ Het optimisme is verklaarbaar: inmiddels zijn er ruim 600 extra banen voor hoogopgeleiden gecreëerd, er zijn vijf kennisinstellingen neergestreken op de campus en de eerste bedrijven hebben zich ook al aangediend. Zoals het nieuwe bedrijf QCP dat bouwt aan een duurzame kunststoffabriek. De verwachting is dat dit initiatief ook veel extra banen in een lager segment zullen opleveren.

Bestuurskundige Klaartje Peters blijft kritisch. Ze is als hoogleraar lokaal en regionaal bestuur verbonden aan de Universiteit van Maastricht en al jarenlang voorzitter van de Rekenkamer van Maastricht. Volgens Peters hebben de energiegelden de provincies een eigen machtsbasis gegeven: ‘Ze roepen allemaal dat ze de regionale economie gaan stimuleren, maar is de provincie daar wel toe in staat? Als banken en investeerders het niet willen doen, moet je je afvragen of je het als provincie wel zou moeten doen.’

Lessen uit het verleden

Het nut van de investeringen, en vooral: de meetbaarheid daarvan: daarop richt zich eind 2013 ook pittige kritiek van de Zuidelijke Rekenkamer op een ander potje energiegelden, het Innovatiefonds. ‘De provincie heeft geen indicatoren gegeven waarmee een beoogde gradatie of kwaliteit van de kenniseconomie wordt gespecificeerd. Evenmin zijn er indicatoren benoemd om de bijdrage van de door het Innovatiefonds gefinancierde innovaties aan de kenniseconomie uit te drukken’, stelt de Rekenkamer.

‘GS hebben vooraf onvoldoende aandacht gegeven aan de wijze waarop de resultaten van het fonds zouden kunnen worden aangeduid. Bij de oprichting van de BV is niet voorzien in het formuleren van eenheden om de feitelijke resultaten te omschrijven’.

Het Innovatiefonds was een van de eerste revolverende fondsen die de provincie optuigde, betaald met het geld uit de verkoop van Kabelcom. Inmiddels is er 15 miljoen uit dat potje uitgedeeld en blijkt revolveren niet zonder risico. 3,5 miljoen verlaat het revolverende potje door faillissementen en nog eens 1.6 miljoen, dat naar Silicon Mine ging, lijkt hetzelfde lot beschoren. Eenderde van het geld is dus na één ronde investeren al verdwenen.

Ook bij een ander revolverend fonds, het energiefonds dat in 2012 van start ging, gaat het al vroeg mis. 250.000 euro wordt uitgeleend aan Jean-Philippe Rieu, de ‘broer van’. Hij maakte een soort compacte windmolens maar zijn bedrijf gaat failliet en het geld is weg.

Dat er tussen de gekozen projecten ‘hier en daar een flop zal zitten weet ik wel zeker’, zegt Koopmans. ‘Alleen als je níks doet, weet je zeker dat er géén flop zal zijn. Revolverend inzetten zónder risico’s, dat is dus heel moeilijk. En het is een politieke keuze van Provinciale Staten om het vele geld niet op zolder te zetten maar het revolverend te gebruiken voor de samenleving’.

Voor de gedeputeerden die de kruiwagen als instrument hanteren, is geld relatief: `Ja je loopt risico’s. Maar waar hebben het over. Neem de Floriade, daar verloren we vijf miljoen. Een bedrag van niets, als je kijkt naar wat het ook heeft opgeleverd’.

Inspraak

De Limburgse kiezer is uiteindelijk niks gevraagd over de besteding van de gelden. Koopmans knikt. ‘En uw kritische vragen daarover zijn ook gewoon terecht’. Dan schiet hem ineens wat te binnen. Hij beent de kamer uit en komt terug met een rapportje: een telefonische peiling door het CDA Limburg onder 350 personen. ‘Het bestuur van de provincie Limburg heeft 1,5 miljard euro op de bank staan. Als u het voor het zeggen had, wat zou u met dit geld doen?’, prijkt er boven een staafdiagrammetje. ‘Investeren/beleggen in Limburg’ staat op één: 60% van de respondenten vinkt dit aan. Zes procent zegt ‘sparen/op de bank zetten’, 17% kiest voor ‘teruggeven aan de inwoners van Limburg’. De resterende 36% zegt ‘anders’. Dat varieert van ‘arme mensen helpen’ en ‘gezondheidszorg’ tot ‘beleggen en het volk tegemoet komen’ en ‘groot deel naar voetbalclub Heksenberg’.

Investico werkt altijd samen met andere media. Zo versterken we de onderzoeksjournalistiek in Nederland.

Lees meer over ons

Ruim de helft vindt ‘economie’ de belangrijkste taak van de provincie. Koopmans: ‘Kijk voor de grap eens wat de minister van Economische Zaken in de economie kan investeren. Dat is minder dan wat mijn collega-gedeputeerde voor Economische Zaken te besteden heeft…!’

Het nadeel van zoveel rijkdom is ‘dat je wat minder kritisch wordt’, geeft Koopmans ruiterlijk toe. ‘Maar een geld-weggeef-kermis hebben we hier in de aanloop naar de verkiezingen niet gehad’. Anderzijds is er door de energiegelden ‘ook weer veel meer mogelijk’, aldus de deputé. Maar ook Koopmans beseft maar al te goed: ‘Als we al deze projecten éérst aan de kiezers hadden moeten voorleggen, mét de vraag of ze dan tevens instemmen met dertig procent belastingverhoging om het te financieren, was dit waarschijnlijk niet allemaal uitgevoerd’.

Wilt u onafhankelijke onderzoeksjournalistiek ondersteunen? Word Vriend van Investico

U las de longread van dit onderzoek. Heeft u naar aanleiding hiervan een tip? Neem contact met ons op

Verdedig de rechtsstaat. Steun onafhankelijke onderzoeksjournalistiek in Nederland.

Word vriend