Onderzoek met bronnen
Hoe de Surinaamse elite al jaren op zoek was naar een oplossing voor Bouterse
of Lees het onderzoek bij De Groene Amsterdammer
Dat Desi Bouterse na zijn veroordeling verdween en uiteindelijk in ballingschap overleed, leek een verrassing, maar de Surinaamse top was al jaren op zoek naar ‘een veroordeling zonder straf’.
De bisschop van Suriname drinkt in 2017 koffie bij paus Franciscus, in een conferentiezaaltje in Rome. Ze bespreken de aanstaande bisschoppensynode over de Amazone1, maar bisschop Karel Choennie legt nog iets anders op tafel. Hij zoekt steun voor een bijzonder verzoeningsproces: een vreedzame aftocht voor Desi Bouterse, op dat moment president van Suriname.
Bouterse werd in 2010 president na democratische verkiezingen2, maar leidde vanaf 1980 een militaire dictatuur in Suriname3. Het regime-Bouterse kwam aan de macht met een militaire coup, bracht een avondklok, censuur en zware onderdrukking van critici en oppositieleden. In de nacht van 7 op 8 december werden 15 journalisten, advocaten, vakbondsleiders, ondernemers, wetenschappers en militairen doodgeschoten4 door een vuurpeloton op Fort Zeelandia5. Kort na de moorden verklaarde Bouterse dat de slachtoffers een tegencoup beraamden, en waren doodgeschoten tijdens een vluchtpoging6.
De Decembermoorden, zoals de executies de geschiedenis ingaan, blijven lang onbesproken7. Met de grootste moeite kregen nabestaanden in 1992 een herdenkingstocht in Paramaribo voor elkaar.8 Het proces begon in 2007, met Bouterse als hoofdverdachte.
Als de bisschop tien jaar later bij de paus op bezoek is, komt het strafproces tegen Bouterse bijna ten einde. De uitspraak nadert en daarmee wordt de vraag wat er daarna met Bouterse moet gebeuren steeds urgenter. Hij is nog steeds president en populair onder grote delen van de bevolking. Een veroordeling zou kunnen leiden tot protesten en geweld. Bisschop Choennie ziet een oplossing: in ruil voor publieke boetedoening zou het parlement hem gratie verlenen. De hoogste prijs die Bouterse daarvoor zou moeten betalen: aftreden als president. Een gewaagd voorstel, maar, verzekert de paus hem: ‘Als u mij nodig heeft, dan help ik u.’
‘Veel mensen snapten mijn kanteling niet,’ zegt Choennie in september 2024 in zijn werkkamer op het bisdom in Paramaribo9. Aan de muur hangt een foto van zijn ontmoeting met de paus, in de kast staat de bijbel in het Sranantongo, de Creoolse taal van Suriname. Met zijn verzoeningspoging begeeft Choennie zich op gevoelig terrein, veel nabestaanden kennen hem juist als een voorvechter van juridische gerechtigheid. Hij ging jarenlang voor in de herdenkingsdiensten van de Decembermoorden-slachtoffers en sprak intensief met hun families. ‘Ik stond volledig aan de kant van de nabestaanden.’
Maar met zijn bisschopsbenoeming krijgt Choennie een andere verantwoordelijkheid. Hij heeft te maken met een diepe verdeeldheid in zijn bisdom: een weerspiegeling van de bredere Surinaamse samenleving. Veel gelovigen zijn lid van de partij van Bouterse, die zelf bij de fraters naar school ging en nog altijd een kring van prominente katholieken om zich heen heeft10. ‘Ze kwamen uit hetzelfde arme milieu, wisten wat het betekende om geen kansen te hebben, om zwart te zijn, of aan de onderkant van de samenleving te staan. Dat zijn mensen met [nu] heel voorname posities in het land’, zegt Choennie.
Voor Choennie moet verzoening meer omvatten dan het strafproces alleen, ook compensatie en hulp voor de nabestaanden behoort er onderdeel van te zijn. En Bouterse moet het vonnis accepteren en excuses aanbieden. ‘Het moest toen gebeuren, omdat hij toen nog iets te verliezen had. Zeker in de katholieke opvatting is er geen goedkope vergeving. Er moet berouw en boete zijn.’
Choennie sprak meermaals met Bouterse over de voorwaarden11, die bereid leek alles te doen voor het land. ‘Ik wil vrede, ik begrijp de problemen, mijn gevoeligheden.’ De bisschop vindt ondersteuning bij de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), de Europese Unie en de Verenigde Naties12. Hij zocht een tweederde meerderheid van het Surinaamse parlement voor zijn vredesplan, en sprak in dat kader meerdere keren met toenmalig oppositieleider Chan Santokhi, de huidige president van Suriname, die het plan steunde.
Om het verzoeningsproces definitief te kunnen starten wacht Choennie in 2018 op een formeel verzoek van de regering-Bouterse aan Rome13. ‘Ik wachtte tot het laatst moment, maar die brief is niet gekomen. Kennelijk was de macht toch aanlokkelijker dan dit voorstel.’ In 2019 wordt Bouterse veroordeeld14, maar gaat in hoger beroep. Bovendien verliest hij niet lang daarop de verkiezingen - in 2020 wordt Santokhi president.15 Daarmee is de vredesroute van tafel: als er niets meer op het spel staat voor de oud-president, heeft verzoenen geen zin.
Bisschop Choennie vertelde nooit eerder zijn verhaal zo uitgebreid aan de pers, hij spreekt met enige terughoudendheid. Met zijn verdwijning deed Bouterse bij Choennie de deur namelijk voorgoed dicht. ‘Als we nu door zouden gaan, is het enkel om zijn eigen hachje te redden.’
Bouterse had met slechts een excuus, een gebaar van verzoening, zijn gevangenisstraf kunnen afkopen, maar hij koos zijn eigen weg, en maakte van zijn veroordeling en gevangenisstraf een gecompliceerd vraagstuk. [Want terwijl de bisschop zich terugtrok, bleef de politieke top van Suriname zitten met het ‘probleem’ van een veroordeelde Bouterse. Voor president Santokhi was Choennies vredestraject de perfecte oplossing geweest. Want naast verzoening had hij ook andere doelen: het waarborgen van nationale veiligheid, het voorkomen van onrust en het mogelijk maken van samenwerking met Bouterses politieke partij, de NDP.
Triomf met een bittere nasmaak
Bouterse werd in december 2023 in hoger beroep veroordeeld tot twintig jaar cel voor zijn leidende rol bij de Decembermoorden.16 De rechters die het vonnis uitspraken, worden alom geroemd om hun moed. De veroordeling is een overwinning voor de Surinaamse rechtsstaat, maar de triomf krijgt een bittere nasmaak als de veroordeelde vlak daarna spoorloos verdwijnt17. Bouterse kreeg een paar weken de tijd om zich te melden voor zijn detentie18, maar nam in die periode, samen met medeveroordeelde en voormalig lijfwacht Iwan Dijksteel, de benen19. Bijna een jaar lang weet vrijwel niemand waar hij is. Tot hij op Kerstnacht 2024 opduikt in zijn eigen woning: dood. En hoewel er die nacht al urenlang geruchten rondgaan dat zijn lichaam onderweg is naar Paramaribo, rijden er geen politieauto’s op de aanrijroutes, dobberen er geen politieboten op de Surinamerivier, waaraan Bouterses compound ligt20. Het is voor veel Surinamers de zoveelste indicatie dat de autoriteiten niet al te hard zochten naar de veroordeelde oud-president.
En dat zijn niet zomaar verhalen uit het roddelcircuit, blijkt uit onderzoek van Investico voor De Groene Amsterdammer en Argos. We spraken met tientallen personen die betrokken waren bij het Decembermoordenproces, Surinaamse politici, mensen werkzaam in de opsporing en internationale diplomatie, geestelijken en nabestaanden. Uit die gesprekken blijkt dat de Surinaamse politiek en de religieuze top al bijna een decennium zochten naar een oplossing voor Bouterse. Want Bouterse verdeelde het land diep. Hij was niet alleen een oorlogsmisdadiger, oud-dictator en drugshandelaar die zijn land na zijn periode als democratisch gekozen president (2010-2020) berooid achterliet. Hij was voor velen óók een populair en charismatisch leider, en de machtigste- man van Suriname - met nog altijd een loyale schare aanhangers tot in het leger, de politie en de veiligheidsdiensten. Wie durft zijn handen te branden aan Desi Bouterse? De wrange realiteit is dat er uiteindelijk geen detentie kwam. Wat er wel kwam, bleek voor veel betrokkenen uiteindelijk de beste uitkomst: geen celstraf, ook geen chaos, wel een ‘Surinaamse oplossing’.
In de jaren negentig is Chan Santokhi politiecommissaris en hij leidt vanaf 2000 het onderzoek naar de Decembermoorden. Bij veel verhoren en het forensisch onderzoek is hij persoonlijk aanwezig21. Santokhi staat bekend als crimefighter, echte justitieman - en een uitdager van Bouterse. Als hij in 2005 opklimt tot minister van Justitie en Politie, dringt Santokhi de misdaad in het land terug, het moordcijfer daalt tot het laagste van Zuid-Amerika, en gaat hij achter de cocaïne-lijnen in het land aan, waarin ‘Baas Bouta’ een sleutelrol speelt.22 Die noemt hem smalend de ‘sheriff’, en als Santokhi in 2010 voor de eerste keer de presidentsverkiezingen verliest van Bouterse, laat ‘Baas’ zich uitbundig dansend zien op Bob Marley’s I Shot the Sheriff.
Als justitieminister komt Santokhi in contact met een naaste van een van de Decembermoorden-slachtoffers Henry Does - een vriend en collega van de in Fort Zeelandia doodgeschoten journalist en oppositieleider Bram Behr. Does schreef onder zijn pseudoniem Theo Para bijna 40 jaar lang kritisch over Bouterse.23 In 2009 meldt hij zich aan als getuige in het proces. ‘Als iemand valt’, zegt hij over vriend Behr, ‘voelt het als een plicht om alles te doen om gerechtigheid te bewerkstelligen.’
Vanwege veiligheidszorgen komt Does al decennia niet in Suriname. Zijn getuigenissen worden daarom op één dag gepland, zodat hij het land snel weer kan verlaten. Hij rijdt geëscorteerd door politie door de straat waar hij ooit woonde, maar uitstappen kan niet. Does getuigt tegen Bouterse - die niet komt opdagen - en Marcel Zeeuw, een militair van Bouterse’s regime. Zeeuw en Does zaten in dezelfde klas, op de katholieke MULO - waar Bouterse ook op school zat. Dat maakt de tragiek van de Decembermoorden nog schrijnender: in een kleine samenleving als Suriname kennen daders en slachtoffers elkaar nog van het schoolplein. ‘We hadden een juf Spaans,’ herinnert Does zich. ‘Die had een uitdrukking voor “nooit” in verschillende talen. We zeiden dat vaak na. En Bouterse ook: “Wilt u Bouterse opsluiten? Nooit, niemals, jamais, nunca!”’24
Bouterse herhaalt al sinds de start van het proces dat hij nooit de cel in gaat. Toch zegt Chan Santokhi - inmiddels president van Suriname - in december 2023 tegen Nieuwsuur dat er geen vluchtgevaar dreigt.25 Does weet genoeg als hij de uitzending ziet. ‘Ik zei tegen mijn vrouw: hij gaat lopen. Ik ben ervan overtuigd dat hij niet in de gevangenis komt. Geen vluchtgevaar? Je bouwt de smoes in. We deden alles wat we moesten doen maar helaas is dit gebeurd. Hij is ons te slim af geweest.'
De gedachten van Does gaan terug naar een gesprek met Santokhi in 2016 in Den Haag. Die was destijds leider van de oppositie, maar bereidde zich voor op de verkiezingen van 2020. Zijn partij was verdeeld: een vleugel wilde samenwerken met Bouterse, de andere bleef trouw aan nabestaanden. Als Bouterse uit beeld verdwijnt, zou samenwerking met diens partij mogelijk worden. ‘Hij vroeg me wat ik ervan zou vinden: Bouterse trekt zich terug uit de politiek, als een oude man aan de rivier, in ruil voor straffeloosheid voor de Decembermoorden. Dat was de deal.’
Does wees toen niet alles aan het voorstel af: ‘Er heeft veel bloed gevloeid. Dus het idee, hoe kan Suriname over deze periode heen groeien, dat vind ik op zich geen slecht idee. Maar je doet het ten koste van nabestaanden, mensen van wie hun recht ernstig is aangetast, en die laat je ontevreden achter als je deze oplossing kiest. Dus wat is dat dan voor nationale verzoening?’ Hij ziet het nu als een kantelpunt bij Santokhi. ‘Je bent een politieman, je geeft hoog op over de rechtsstaat, maar je hebt bij mij laten zien dat je openstaat voor politicking. Je bent bereid om, vanwege politieke overwegingen, gerechtigheid los te laten, onderhandelbaar te maken. Het was teleurstellend.’
Hij liet zich niet eerder uit over het gesprek - omdat Santokhi hem om vertrouwelijkheid gevraagd had, zoals ook in een ingeziene mail wordt benadrukt door Santokhi: ‘Het blijft confidentieel!’26 ‘Waarom ik er nu wél over praat, is omdat er schade is toegebracht aan de rechtsgang, de gevoelens van de nabestaanden, met het laten lopen van Bouterse. Ik sluit dus niet uit dat het geen toeval is. Ik vind zelf dat er sterke aanwijzingen zijn voor een bewuste nalatigheid.’
Bijna acht jaar na het gesprek van Does en Santokhi, kort na de veroordeling van Bouterse, heeft Henri Behr, de broer van slachtoffer Bram Behr en prominent aanjager van het proces tegen Bouterse, een soortgelijk gesprek. Samen met andere nabestaanden wordt hij uitgenodigd op het ministerie van Buitenlandse Zaken door minister Albert Ramdin. Behr voelt al snel dat Ramdin temperatuur wil meten.
De minister praat in vreemde, halve zinnen, herinnert hij zich. ‘We zijn aan het kijken hoe we de gevangenneming moeten organiseren… Er wordt iets gebouwd… Je moet het zo zien, we moeten het voorzichtig benaderen. Er zijn ook mogelijkheden om…’ ‘Toen vroegen wij: Wat doen wij hier eigenlijk, meneer Ramdin? Waar heeft u het over, wat hebben wij daarmee te maken?’ Behr krijgt het gevoel dat de minister ruimte maakt voor een ‘koninklijke route’ voor Bouterse - zoals huisarrest, of nog erger. ‘We liepen weg en stonden beneden met elkaar na te praten. We keken elkaar aan, en zeiden: “Weet je, Bouterse wordt nooit opgesloten. Hij is alláng op een andere plek.”’
Alle nabestaanden die we spraken, interpreteerden het gesprek anders.27 De een zag het als een gesprek over de waarborging van de veiligheid van nabestaanden of kreeg het gevoel op de hoogte gehouden te worden, de ander vond het raadselachtig, of een teken van politieke onwil om Bouterse op te pakken.
‘Ik vind dat mensen die veroordeeld zijn, zich niet zo aan de wet kunnen onttrekken’ , zegt bisschop Choennie in oktober 2024. ‘Het is onbegrijpelijk dat iemand, met de huidige technologie, onvindbaar is in een klein land. Maar misschien zijn er andere redenen, angst voor politieke onrust, waardoor ze niet verder onderzoeken.’ Hij laat een korte stilte vallen. ‘Iedereen die hierover spreekt, iedereen weet waar hij is. Niemand wil hem ophalen.’
De schrijver Does denkt dat Bouta’s vlucht een ‘uitstekende situatie’ voor de Surinaamse politiek is. ‘Geen gedoe, laat hem lopen, we gaan verder. Dat is een Surinaamse oplossing.’
‘Baas Bouterse, wie kent hem niet. Maar wie kent hem als mens?’ Zo begint Dirk ‘Diego’ Staphorst in januari 2025 zijn speech op de uitvaart van Bouterse28. Paramaribo kleurt vandaag gedeeltelijk paars, de partijkleur van de NDP. Tienduizenden mensen zijn uitgetrokken om bij de uitvaart van hun Bouta te zijn.29 Staphorst wordt geïntroduceerd als close friend. ‘Uren hebben we samen doorgebracht, vaak in stilte, terwijl hij piekerde, nadacht en uiteraard kaarten speelde. Als Desi kaartte, dan kaartte hij echt. En als ik een keer per ongeluk won, wat heel zeldzaam was, dan mocht ik niet naar huis. Revenge, moest er komen. Hij kon pas rusten als hij alle handen had gewonnen.’
Dat Staphorst dit podium krijgt zegt veel. De Nederlander, wiens vader naar Suriname kwam als sportofficier in het Surinaamse leger30, kwam volgens Elsevier Weekblad,31 samen met zijn echtgenote, in beeld bij invallen in Nederland, België, Duitsland en op Sint-Maarten. De zaak draaide om ladingen schroot die vanuit Suriname naar Europa kwamen en waartussen cocaïne zou worden gesmokkeld. Zijn echtgenote wordt volgens EW32 al jaren in de gaten gehouden voor verdachte geldtransacties van Nederland naar Colombia. De Telegraaf meldde in 2017 dat Staphorst zelf eerder gepakt is voor wapenbezit, gijzeling, ernstige bedreiging en het bezit van harddrugs.33 Staphorst zelf ontkent in antwoord op onze vragen stellig iets met drugshandel of witwassen te maken te hebben, ‘Ik heb alleen vastgezeten voor valsheid in geschriften.’ Zijn advocaat bevestigt dat en voegt eraan toe dat Staphorst niks te maken heeft met gesmokkelde cocaïne in ladingen schroot en de invallen, ook de claims over zijn echtgenote zijn volgens hem onjuist.\
Bouterse zelf werd halverwege de jaren tachtig al in verband gebracht met cocaïnesmokkel. Toen was hij de target van een grote undercoveroperatie in Miami - waarbij zijn rechterhand wél werd opgepakt.34 Bouterse werd in 1999 in Nederland bij verstek veroordeeld voor elf jaar cel, voor de smokkel van 500 kilo cocaïne35, en zoon Dino zit sinds 2013 een straf voor drugssmokkel uit in de Verenigde Staten.36
Er zijn aanwijzingen dat het Suri-kartel, de drugslijn van Bouterse, nooit gestopt is, ook niet toen hij vanaf 2010 democratisch gekozen president van Suriname was. Uit een lek van het Colombiaanse Openbaar Ministerie blijkt dat Bouterse in 2022 nog op de radar stond van de Colombiaanse narcobrigade.37 Een criminele inlichtingenbron deed melding over een Surinaamse handelaar die ‘samenwerkt met oud-president Desiré Delano Bouterse, gelinkt aan cocaïnehandel’. Volgens de bron smokkelen ze via verschillende routes drugs, onder meer van Suriname naar de Bahama's, en had de handelaar een vliegtuig nodig om 1200 tot 1500 kilo cocaïne te verplaatsen.
Dat Bouterse na zijn vlucht mogelijk kon terugvallen op die infrastructuur, qua logistiek, reizen, of bescherming in het binnenland, is niet ondenkbaar. ‘Als je het land uit wil komen, zal je het land uitkomen’, zegt Dean Gummels, directeur van Surinaamse vliegmaatschappij Gum Air. ‘De realiteit is dat er wel illegale vliegtuigen naar Suriname komen. Dus er is een manier om ongezien en illegaal het land binnen te komen en waarschijnlijk ook uit te gaan.’
De grens tussen politiek, onderwereld en veiligheidsdiensten is poreus. De drugsroutes functioneren deels dankzij contacten binnen de politie, douane en veiligheidsdiensten. Tekenend is de anekdote van een anonieme bron die we spreken in Suriname. Hij woont in Paramaribo Noord, waar ook maffiabazen en prominente partijleden van Bouterses NDP wonen. Na de verdwijning van Bouterse ziet hij ‘s avonds geregeld bedrijvigheid waarvan hij vermoedt dat het met de verdwijning te maken heeft. Op een avond vertelt hij iemand binnen de veiligheidsdiensten wat hem opvalt. Vanaf dat moment blijft het stil: geen auto’s, geen beweging meer. De nacht dat Bouterse dood in zijn eigen woning opduikt ziet de bron weer veel beweging. ‘Toen dacht ik al, hij komt eraan.’
Volgens een anonieme bron binnen de veiligheidsdiensten liep de politie altijd een stap achter tijdens de zoektocht naar Bouterse. ‘Er waren heel veel mensen die Bouterse graag zouden willen ondersteunen om te ontkomen aan aanhouding of opsporing. Mensen binnen de inlichtingendiensten zijn aangenomen in de periode van de militaire dictatuur. Sommige zijn eerder loyaal aan Bouterse, en het gaat om een heel groot aantal. Die delen vanwege hun politieke overtuiging geen informatie over Bouterse.’ Eigenlijk, zegt de bron, ‘heeft hij langer dan twintig jaar de tijd gehad om zich voor te bereiden op het moment waarop hij geen uitweg meer had en de gevangenis in moest. Hij heeft de zaken goed voorbereid.’
Maar Bouta was in het jaar dat hij onderdook soms helemaal niet zo onzichtbaar. Zo was hij in de zomer van 2024 nog bij een partijbijeenkomst in zijn eigen huis in Paramaribo, bevestigden bronnen. Er werd besloten wie Bouterse als voorzitter zou opvolgen en er zouden ongeveer vijf mensen aanwezig zijn geweest. Bouterse zou hebben aangestuurd op de benoeming van Jennifer Simons, die vervolgens overtuigend werd gekozen. Hijzelf werd ‘erevoorzitter’.38
Balanceeract
De uitvaart van Bouterse was ook een scherpe illustratie van de voortdurende balanceeract van de Surinaamse regering, tussen handhaven en rust bewaken. Bouterse kreeg geen staatsbegrafenis, maar op de tafels beladen met rouwboeketten, ligt een bloemwerk van witte rozen, versierd met een wit glanzend lint: “Een laatste groet, de president, First lady Mellisa Santokhi”.39
Tijdens de stoet, die door heel Paramaribo trekt, wordt zijn wagen begeleid door mensen in militair tenue, bovendien dragen sommige bivakmutsen, wat in Suriname bij wet verboden is, ook het legeruniform is bij wet beschermd. Drie andere veroordeelden voor de Decembermoorden - die opgesloten zitten in de Santo Boma-gevangenis - krijgen in alle vroegte de gelegenheid van het OM om rustig afscheid te nemen.40 Op de ceremonie is niemand van de huidige regering te bekennen. Er is één uitzondering: op dezelfde rij als mevrouw Bouterse zit Melvin Linscheer, veiligheidsadviseur van president Santokhi.41 Linscheer was ook lange tijd veiligheidsadviseur van Bouterse, in diens opdracht zou hij jaren eerder de hand hebben gehad in veel moorden tijdens de ‘Binnenlandse Oorlog’ - waar hij zijn bijnaam ‘Beul van het bínnenland’ aan te danken heeft.42
Op Kerstavond 2024 gonst het in Paramaribo van de geruchten dat de oud-legerleider is overleden. Volgens zijn familie wordt het lichaam pas uren later, in de vroege ochtend, afgeleverd bij zijn woning, vanaf een onbekende locatie.43 Wie bracht hem, waar stierf hij, en waarom was de politie die nacht nergens te bekennen? De politie, zegt een anonieme bron binnen het politiekorps, ‘werd pas iets over vijf gebeld’. Ruim een uur na het telefoontje zijn ze ter plekke. Dat is ruim zes uur nadat de eerste verhalen de ronde deden.
Opvallend is dat veiligheidsadviseur Linscheer al uren in de woning aanwezig is als de politie arriveert.44 Wat het Directoraat Nationale Veiligheid die nacht wist, weet onze politiebron niet. Sowieso treedt dit directoraat weinig naar buiten. ‘Opmerkelijk is dat zij dus heel stil zijn. En alle focus wordt op de politie gelegd.’ Volgens onze inlichtingenbron is Linscheer een gesloten boek. ‘Hij is echt een expert in zijn vakgebied. Hij kan het spel zodanig spelen dat je niet weet [aan] welke kant hij staat.’ Linscheer zegt tegen ons dat er ‘geen enig bewijsstuk, dossier of veroordeling’ bestaat waarin ‘Bouterse Linscheer opdracht tot moorden tijdens de Binnenlandse Oorlog zou hebben gegeven’. Linscheer zegt op geen enkel moment op de hoogte te zijn geweest van de schuillocatie van Bouterse.
Hoe de lijnen tussen Bouterse, het leger, politie, de veiligheidsdiensten en de drugswereld exact liepen is niet te zeggen, maar één ding is zeker: dankzij al zijn connecties is het zonder medewerking van Bouterse zelf, praktisch onmogelijk om hem in te rekenen en gevangen te houden.
Santokhi, buitenlandminister Ramdin en bisschop Choennie waren jaren bezig met een variant van ‘veroordeling zonder detentie’. Maar is dat ook verwijtbaar? Strafpleiter Gerard Spong, die als adviseur van de regering betrokken was bij het Decembermoordenproces, is er fel over. Dat Ramdin met nabestaanden en andere partijen sprak over de straf, noemt hij ‘bij de wilde spinnen af’. ‘In Suriname is het Openbaar Ministerie verantwoordelijk voor de uitvoering van het vonnis. Geen enkele minister heeft daar iets mee te maken.’ Alleen medische redenen kunnen aanleiding zijn voor een uitzondering, stelt hij. ‘Overleggen tussen de regering en derden ondermijnen de trias politica.’
Advocaat Hugo Essed, die de nabestaanden van de Decembermoorden bijstaat, ziet dat anders. Hij herinnert zich dat ook híj met minister Ramdin sprak over de kwestie. Essed werd uitgenodigd op persoonlijke titel, niet als vertegenwoordiger van de nabestaanden. Hij heeft het nooit vreemd gevonden dat de minister, of de president, gesprekken hebben gevoerd over de praktische invulling van Bouterse’s straf. Los van de vraag of het überhaupt mogelijk zou zijn om Bouterse op te pakken, hing er een tweede probleem boven de regering, legt Essed uit. ‘Wanneer iemand opgesloten is, dan ligt de verantwoordelijkheid voor de gezondheid en veiligheid van die persoon niet langer bij het Openbaar Ministerie, maar bij de staat’, zegt hij. ‘En Bouterse was geen gewone gevangene, het was niet meneer Pietje Puk. Je kan niet zeggen: hij moet op dezelfde manier behandeld worden. Wel zoveel mogelijk natuurlijk.’ Maar als hem iets was overkomen in gevangenschap, dan was dat een politiek probleem voor de regering. ‘En waar de regering heel bang voor is geweest, en misschien nog steeds is, zijn opstanden van zijn achterban.’
De gesprekken die achter de schermen zijn gevoerd kunnen lijken op politiek opportunisme maar dat is het niet alleen. Als Bouterse in de cel belandde, dan had dat de vlam in de pan kunnen slaan, hij zou een martelaar worden, in plaats van een moordenaar. Als Bouterse iets zou overkomen, zou de regering daar bovendien de schuld van krijgen. En daarnaast: de veroordeling van Bouterse was op zichzelf een overwinning voor de Surinaamse rechtsstaat. Dat dwingt de regering om zich te verantwoorden in rechtsstatelijke taal met respect voor de scheiding der machten, ook als de politieke werkelijkheid daar niet helemaal in past. Zo lijkt de top van het land uit te komen op een welhaast bezwerende formule om het eigen handelen te duiden: er is nooit gepraat over wel of geen straf, er is alleen gepraat over een praktische invulling.
Minister Ramdin voerde ‘consultaties’ en ‘constructieve, prettige gesprekken’ met tal van maatschappelijke groeperingen, vertelt hij. Niet als minister van Buitenlandse Zaken, maar als vicevoorzitter van de raad van ministers. Daarbij respecteerde hij de scheiding der machten: ‘Direct met het proces hebben wij niks te maken. De regering staat ver van de rechterlijke macht. We leven in een trias politica waarbij we heel veel respect hebben voor de andere twee machten. Uiteindelijk moet het recht zegevieren, en dat heeft plaatsgevonden.’
De minister stelt dat de regering alert wilde zijn op mogelijke maatschappelijke onrust rond de opsluiting van Bouterse. ‘Als regering moet je wel rekening houden met de belanghebbenden. Religieuze organisaties, de vakbeweging, het bedrijfsleven, maar ook de nabestaanden.’
Volgens hem sprak hij niet vanuit ‘coulantie’ richting Bouterse, maar met een ‘humanitair oogpunt’: leeftijd, gezondheid en veiligheid werden meegenomen. Daarnaast, benadrukt Ramdin, moet er bij Bouterse rekening worden gehouden met ‘een aantal identiteiten’. ‘Hij heeft een militaire periode gehad, met een duidelijke negatieve stempel op de samenleving. Hij heeft een politieke carrière gehad, waarbij hij democratisch gekozen is. En dan is het laatste deel korter, maar wel significant, dat hij geprobeerd heeft de wet te ontlopen. Dus dat zijn drie zaken waar je rekening mee moet houden.’
Informele lijntjes en stille afspraken
Zoals veel kleine gemeenschappen kent Suriname een hecht en complex politiek systeem, waarin informele lijntjes en stille afspraken minstens zo’n grote rol spelen als formele structuren. Het is Henry Does, goede vriend van de vermoorde Bram Behr, die in de rechtbank getuigt tegen een schoolgenoot. Het is bisschop Choennie, die Bouterse-loyalisten en nabestaanden met elkaar moet verenigen. En het is president Santokhi, die het ene moment voor gerechtigheid vecht en achter Bouterse aanjaagt, en het andere moment met hem moet onderhandelen, hem wellicht tegemoet moet komen, vanwege zijn verantwoordelijkheid als president, voor Bouterse en het land.
President Santokhi sprak zich, rond de veroordeling van Bouterse, meermaals in de media uit over de trias politica.45 Hij wuift alle kritiek weg dat Bouterse de benen kon nemen vanwege gemaakte afspraken. ‘De trias politica gedachte is steeds gehanteerd.’46 Als we de president in januari 2025 spreken op zijn kabinet, is hij duidelijk niet happig om over dit onderwerp te praten. Het ligt gevoelig, de verkiezingen staan voor de deur. De eerste paar minuten wendt hij zijn blik af naar een enorm televisiescherm naast zijn bureau, er staat voetbal aan. Maar als hij over de veroordeling van Bouterse praat, vertelt hij met volle aandacht. ‘Daar kan ik maar één ding over zeggen. Als jonge natie Suriname zijn wij in staat zelf onze rechtsstaat te ontwikkelen, te versterken. De rechterlijke macht is onafhankelijk te werk gegaan. Dus voor de rechtsstaat Suriname is dit een heel belangrijke fase geweest. Wij hebben dit, ondanks alle tegenwerking, op een verantwoorde wijze gedaan.’
Dat Bouterse zo lang kon onderduiken en nooit is opgepakt, is volgens Santokhi deels te wijten aan de regering-Bouterse. ‘De inlichtingendiensten zijn toen ontmanteld, het arrestatieteam afgezwakt. Systematisch, tien jaar lang. Toen moesten we weer gaan investeren. Het is makkelijk om een huis kapot te maken in een dag, maar het kost jaren om het weer op te bouwen.’ Maar ook: ‘Ik denk dat ze alles gedaan hebben. De politie heeft alles gedaan, de inlichtingendiensten hebben alles gedaan. Interpol is erbij gehaald. Ik denk dat de standaardprocedures allemaal gevolgd zijn, wat men zou moeten doen om te kunnen opsporen.’
Volgens Santokhi waren de inlichtingendiensten bij zijn aantreden 'gepolitiseerd'. Daarom verving hij de leidinggevenden van de veiligheidsdiensten, het leger en de politie. Melvin Linscheer werd opnieuw aangesteld.47 Hij bevestigt dat Linscheer in opdracht van hem aanwezig was in de woning van Bouterse, de nacht van de aankomst van diens stoffelijk overschot. ‘Melvin Linscheer is officieel veiligheidsadviseur hier op het kabinet. Natuurlijk kennen we ook zijn bijzondere relatie. Dus we hebben hem ook gevraagd: “Wat weet jij er van?” En hij ging op pad om dit allemaal voor ons na te trekken.’ Waarom de politie pas uren later aanwezig was, weet Santokhi niet. Naar zijn weten waren de inlichtingendiensten en de politie allemaal rond dezelfde tijd op de hoogte van het overlijden. Linscheer laat in een reactie aan Investico weten dat Bouterse ‘een gerespecteerde vriend in goede en slechte tijden’ was. ‘Mijn hoedanigheid op dat moment ter plaatse doet zich dus raden. Uiteraard blijf je ook de veiligheidsadviseur die zijn verantwoordelijkheden kent.’
Dat president Santokhi achter het vredesinitiatief van bisschop Choennie stond, klopt, zegt hij, maar dat is ‘allemaal binnen de grenzen van de rechtsstaat opgezet’. ‘Maar goed, dat zijn initiatieven gebleven en er is nooit meer houvast aan gegeven. Iedereen maakte zich een beetje ongerust over hoe deze zaak uiteindelijk zou aflopen. Iedereen dacht erover na hoe deze zaak goed op te lossen. Ik denk dat meneer Choennie wel veel ondersteuning gehad heeft voor zijn initiatief, maar uiteindelijk is er maar één persoon die beslist.’ En dat was? ‘Meneer Bouterse. Dat was één persoon, het gaat om hem.’
Gesprekken over een zachte landing voor Bouterse, ontkent Santokhi met klem. Wel zegt hij: ‘Er zijn gesprekken gevoerd over zijn gezondheid, zijn veiligheid. Niet over de lengte van de straf. Er was geen discussie over wel of geen straf uitzitten.’ Zijn gesprek met publicist Henry Does, was in het kader van het vredesinitiatief van bisschop Choennie, en ging niet over het wel of niet gevangen nemen van Bouterse, stelt hij na meermaals vragen. 'Gevangenneming is een aangelegenheid van de rechterlijke macht. De regering is daar niet toe bevoegd. Dat is niet mijn aangelegenheid.’ Op de vraag of de regering op enig moment op de hoogte was van de schuillocatie van Bouterse is de president net zo resoluut: ‘Niemand was op de hoogte.’
In samenwerking met Ank Kuipers, journalist in Paramaribo. Het eerste deel van dit tweeluik verscheen in De Groene van 6 januari.48 Over dit onderzoek brachten we ook de podcast-serie Bouta’s laatste zet uit, in samenwerking met Argos. Dit onderzoek is mogelijk gemaakt door het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten en het Postcode Loterij Fonds van Free Press Unlimited.
-
Dit betrof de Amazone-synode, een bijeenkomst van bisschoppen uit het Amazonegebied, die plaatsvond in oktober 2019. ↩
-
Op 3 augustus 2010 werd Bouterse president van Suriname. Zie berichtgeving NOS. ↩
-
Zie berichtgeving NOS. ↩
-
Zie berichtgeving NPO Kennis. ↩
-
In Fort Zeelandia, een voormalig Nederlands fort in Paramaribo, huist het Surinaams Museum. ↩
-
Zijn verklaring luidt als volgt: "Toen woensdagmiddag (8 december) het transport van de verdachten van het Fort Zeelandia naar de kazerne op technische problemen stuitte, werd besloten dit transport in de avonduren plaats te doen vinden. Bij dit transport ondernam een aantal der aangehoudenen, vermoedelijk op instigatie van twee der aangehouden militairen, een wilde vluchtpoging. Nadat schoten in de lucht hen niet van hun ontsnappingspoging konden weerhouden, moest gericht worden geschoten waarbij een deel der aangehouden samenzweerders het leven liet." ↩
-
Schoolboeken, waar de Decembermoorden werden besproken, worden bijvoorbeeld ingetrokken. ↩
-
We spreken bisschop Choennie op 2 oktober 2024 in Paramaribo. ↩
-
Bisschop Choennie vertelt ons dat hij Bouterse twee keer uitgebreid sprak. ↩
-
Het contact met de Europese Unie blijkt ook uit een voorstel dat bisschop Choennie schreef aan de Europese Commissie, in handen van Investico. ↩
-
Zie berichtgeving De West, 9 januari 2024, zie interview Welingelichte Kringen (ABC). ↩
-
Zie het vonnis van 29 november 2019 hier. Het ooggetuigenverslag van de Surinaamse politicus en vakbondsleider Fred Derby, de enige overlevende van de Decembermoorden, is bijvoorbeeld zeer van belang geweest in de berechting van de daders. Zie een fragment van zijn verklaring hier. ↩
-
Zie berichtgeving NOS. ↩
-
Zie de uitspraak van het Hof van Justitie (hoger beroep), 20 december 2023. ↩
-
De uitspraak in hoger beroep was 23 december. Bouterse moest zich 12 januari melden bij gevangenis Santo Boma. Nadat hij daar niet kwam opdagen werd hij op 17 januari bij het zorghotel verwacht, maar verscheen niet. ↩
-
Zie opsporingsbericht Surinaamse Openbaar Ministerie hier. ↩
-
Blijkt uit gesprekken met aanwezige journalisten. Zie ook deze tijdlijn gemaakt door journalist Sam Blankendal, die de hele nacht in Leonsberg aanwezig was, en livestream D-TV: iets na zes uur arriveren politie en schouwarts bij Leonsberg. ↩
-
Zie bijvoorbeeld berichtgeving Clingendael of Trouw. In 2007 zei Santokhi zelf tegen NRC: ‘Ik was bij veel verhoren, bij het forensisch onderzoek, ik voel de spirit van die zaak, ik voel de pijn van de slachtoffers.’ In dat stuk wordt hij ‘de drijvende kracht achter het proces over de Decembermoorden’ genoemd. ↩
-
Lees bijvoorbeeld een aantal artikelen van Theo Para hier. ↩
-
Bekijk deze video, waarin Bouterse deze uitspraak doet (4 minuut 7 seconden). ↩
-
In een e-mailwisseling tussen Henry Does en president Santokhi, in handen van Investico, benadrukt Santokhi de vertrouwelijkheid, en schrijft: ‘Het blijft confidentieel!’. ↩
-
Investico sprak met vijf nabestaanden die aanwezig waren bij het gesprek. ↩
-
Investico was aanwezig bij de uitvaart van Bouterse op 4 januari 2024, en op de Singi Neti, de avond voor de begrafenis op 3 januari 2024. Zie de streaming van LIMFM van de afscheidsceremonie van Bouterse. Op veertig minuten is de speech van Dirk Staphorst te zien. ↩
-
Voor een verslag van de afscheidsceremonie van Bouterse, zie berichtgeving Trouw. ↩
-
Volgens de NOS (2014) was Dick Staphorst in ‘die jaren’ sportofficier in het Surinaamse leger. ↩
-
Zie deze aflevering van Andere Tijden, 2012. ↩
-
Dat proces, waarbij Bouterse elf jaar cel kreeg opgelegd, speelde in 1999 en 2000, zie bijvoorbeeld berichtgeving NRC en NOS. ↩
-
Berichtgeving Dagblad Suriname. ↩
-
De lek werd beschikbaar gemaakt door OCCRP en is in handen van Investico. ↩
-
Zie bijvoorbeeld berichtgeving Dagblad De West, 16 juli 2024 ↩
-
Investico was aanwezig bij de uitvaart en maakte een video van de bloemstukken. ↩
-
Zie berichtgeving van Starnieuws. ↩
-
Zie berichtgeving van Starnieuws. ↩
-
Zie bijvoorbeeld berichtgeving NRC. ↩
-
Zie deze tijdlijn gemaakt door journalist Sam Blankendal, die de hele nacht in Leonsberg aanwezig was. Journalist Sam blankendal liet ook foto's zien die hij die nacht maakte aan Investico, met daarbij de tijdstippen waarop de prominenten bij de woning van Bouterse aankwamen. Melvin Linscheer kwam om 2:54 aan. De politie kwam 6:12 aan ↩
-
Zie NOS-bericht en Nieuwsuur-uitzending van 21 december 2023. Zie statement Kabinet van de President hier. ↩
- Lees meer over
- Suriname
Wilt u onafhankelijke onderzoeksjournalistiek ondersteunen? Word Vriend van Investico