Nieuws
Overheid zoekt recordaantal ambtenaren, maar steeds minder vakkennis
Het aantal vacatures dat de Rijksoverheid uitzette explodeerde de afgelopen jaren: de 33 duizend vacatures in 2022 waren een verzesvoudiging van het aantal in 2015. Tegelijkertijd hoeven nieuwe beleidsambtenaren steeds minder vaak over kennis te beschikken over het gebied waarin ze zullen werken. Liever is de overheid op zoek naar ‘politieke sensitieve’ aspirant-ambtenaren. Dat blijkt uit onderzoek van Investico, De Groene Amsterdammer en de Utrecht Data School naar een database van 130 duizend overheidsvacatures, verstrekt door het ministerie van Binnenlandse Zaken.
De explosie in vacatures is het gevolg van het voornemen om ministerie weer ‘de regie’ laten nemen, en volgt op decennia van bezuinigingen en inkrimpingen van de Rijksoverheid. ‘Nederland lijdt aan bestuursobesitas en het is hoog tijd de overheid op dieet te zetten’, zei premier Rutte in 2010 nog bij het aantreden van zijn eerste kabinet.
Het aandeel vacatures voor beleidsambtenaren op ministeries waarin eisen worden gesteld aan inhoudelijke kennis of ervaring daalt sterk, blijkt uit onze data-analyse. Voor honderden vacatureteksten onderzochten we of dat als harde eis werd gesteld. Vervolgens trainden we een algoritme om de rest van de ruim zevenduizend vacatures te labelen als ‘specialist’, ‘jurist’ of ‘generalist’. Stond er in 2015 nog in 29 procent van de wervingsteksten een harde, niet-juridische competentie, in 2022 was dat gestaag gedaald tot slechts elf procent.
Belangrijkste competenties
Dit gaat in tegen de belofte in het coalitieakkoord van het huidige kabinet Rutte IV, dat stelt dat inhoudelijke kennis weer verankerd moet worden op ministeries na decennia van het werven van generalistische procesmanagers. Alleen op het ministerie van Landbouw nam het aantal specialisten dat werd geworven toe, omdat daar gretig werd gezocht naar stikstof-experts, nadat de Hoge Raad het stikstofbeleid van tafel veegde.
Wél een belangrijke competentie voor beleidsambtenaren blijkt ‘politieke sensitiviteit’. Dat begrip is in Den Haag symbool komen te staan voor het type ambtenaar dat ten koste van alles de minister uit de wind houdt, ook als dit tegen het algemeen belang in gaat. 40 procent van de vacatures voor beleidsambtenaren bevat een variatie van politieke sensitiviteit als eis. Dat percentage blijft door de jaren heen stabiel.
De grootste tekorten zitten bij uitvoeringsorganisaties, zien we in de data. De Belastingdienst zoekt met afstand de meeste nieuwe ambtenaren, bijvoorbeeld voor de hersteloperatie na de toeslagenaffaire en voor het moderniseren van de vele IT-systemen. Ook Rijkswaterstaat, de Dienst Justitiële Inrichtingen en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland werven steeds meer personeel. Op IT-gebied is het voor de hele overheid moeilijk om de juiste mensen te vinden, zegt Lourens Visser, Chief Information Officer (CIO) van het Rijk. ‘De uitstroom is groter dan de instroom, werving is mijn grootste zorg.’
In een reactie zeggen de ministeries die het meest ‘sensitief’ werven dat dit onvermijdelijk is in een tijd van ‘ingewikkelde maatschappelijke opgaven’. Zo schrijft Economische Zaken dat van beleidsmedewerkers wordt verwacht dat ze ‘oplossingen aandragen die rekening houden met veel verschillende belangen en factoren.’ De verschillende ministeries benadrukken dat het zoeken van generalistischere ambtenaren ook het gevolg is van een krappe arbeidsmarkt.