Het lerarentekort en de stille reserve in het basisonderwijs

Hoe lokken we vertrokken onderwijzers terug naar de klas?

Beeld door: Robin Utrecht / Hollandse Hoogte

Nieuws

Ex-onderwijzers: tijd voor leerling belangrijker dan goed salaris

Leerkrachten die de afgelopen jaren het basisonderwijs hebben verruild voor een andere baan, deden dat vooral omdat ze te weinig aandacht konden besteden aan de leerlingen. De hoge werkdruk die deze aandacht in de weg staat, was voor hen een belangrijkere overweging dan het te lage salaris. Dat blijkt uit een onderzoek onder de ‘stille reserve’ van bevoegde onderwijzers dat is uitgevoerd door platform voor onderzoeksjournalistiek Investico voor Trouw, het Onderwijsblad en De Groene Amsterdammer.

Ruim 31 duizend bevoegde onderwijzers staan momenteel niet voor de klas; deels omdat ze geen werk kunnen vinden, maar vooral omdat ze het basisonderwijs bewust hebben verlaten. Hun hart ligt daar niettemin nog steeds, blijkt uit de enquête van Investico. Bijna twee derde van de ondervraagde stille reserve in de enquête is bereid voor de klas te gaan staan. 19 procent zegt dit ‘zeker wel’ te willen en 45 procent ‘misschien’. Jongere mensen en vrouwen zijn hier vaker toe bereid dan ouderen en mannen.

Het onderzoek betreft zowel ex-basisschoolleraren als Pabo-afgestudeerden die buiten stages nooit voor de klas hebben gestaan. Zij vormen samen die ‘stille reserve’ die in theorie vrijwel direct zou kunnen inspringen bij een lerarentekort. Met het oog op het groeiende tekort in het basisonderwijs wordt de stille reserve door het ministerie van OCW expliciet genoemd als een van de mogelijke oplossingen.

terug_graph

Een aanzienlijk deel van de ondervraagde Pabo-afgestudeerden geeft aan nog geen vast contract te hebben kunnen krijgen. Dit is te verklaren uit het feit dat het lerarenoverschot nog maar recentelijk is omgeslagen in een tekort. Pabo-afgestudeerden die niet in de grote steden wonen, waar de tekorten nu al voelbaar zijn, werken vaak op invalbasis. Maar liefst 83% van degenen die nog geen vaste baan konden vinden, zegt bereid te zijn om zeker of misschien voor de klas te gaan staan.

Blijf op de hoogte van onze onderzoeken. Meld je aan voor de nieuwsbrief

Aan het ‘misschien’ van de stille reserve, zowel degenen die wel als die niet eerder voor de klas hebben gestaan, hangen wel duidelijke voorwaarden. De allerbelangrijkste is dat men genoeg tijd kan besteden aan de leerlingen. Voor 43 procent heeft dit de hoogste prioriteit. Tijd voor leerlingen komt nu in het gedrang door onder meer administratieve lasten. De tweede en derde voorwaarde voor terugkeer zijn een salaris dat minstens even hoog is als het huidige (28 procent) en ondersteuning voor leerlingen met gedragsproblemen (27 procent). Afspraken over de werkbelasting (27 procent) en een vast contract (24 procent) volgen daarna.

doorslaggevende_voorwaarden1

Ergernis over buitensporige administratie is, na te hoge werkdruk in het algemeen, ook de belangrijkste reden waarom basisschoolleraren zeggen te zijn vertrokken, op de voet gevolgd door een te laag salaris. De sectoren waar de stille reserve nu het vaakst werkzaam is, zijn andere vormen van onderwijs (bijvoorbeeld vmbo) en de zorg. De werkdruk in de zorg, zeggen de geënquêteerde ex-leraren, is een stuk lichter dan in het onderwijs. Het aankomende kabinet liet gisteren weten een kleine 500 miljoen vrij te maken om de werkdruk in het basisonderwijs te verlichten. De staking ging desondanks door; de vakbonden willen het bedrag graag zwart op wit zien in een regeerakkoord.

leeftijd-mv_steekproef

De analyse is gebaseerd op de antwoorden van 561 respondenten. De steekproef is gewogen voor sekse, leeftijd en woonplaats (provincie), zodat deze overeenkomt met de populatie zoals dit jaar in beeld gebracht door CentERdata en OCW. Investico gaat dieper in op het lerarentekort volgende week in De Groene Amsterdammer en onze website.

Wat wil de ‘stille reserve’ van het basisonderwijs?

Verantwoording

Investico is radicaal transparant. In verantwoordingsdocumenten maken wij onze onderzoeksmethodes en resultaten openbaar zodat publiek en andere onderzoekers ons werk kunnen controleren en erop kunnen voortbouwen. In de longread van het onderzoek hieronder verwijzen noten naar het bronmateriaal. Wilt u meer weten over onze missie en methode? Lees meer

Onderzoek met bronnen

Hoe lokken we vertrokken onderwijzers terug naar de klas?

Beeld door: Robin Utrecht / Hollandse Hoogte

Het hart voor het onderwijs klopt nog steeds bij de stille reserve. Een ruime meerderheid zou willen terugkeren voor de klas. Maar daar zitten wel grote ‘misschienen’ aan vast.

‘Het weggaan heeft me slapeloze nachten gekost’, zegt oud-juf Simone. ‘Groep 8 laat je niet halverwege het jaar in de steek, je voelt je toch verantwoordelijk. Met pijn in het hart heb ik afgelopen voorjaar de knoop doorgehakt. Ik vertelde het in de klas op een woensdagmiddag. De ouders waren woedend. Voor ik het wist stonden zij in mijn klaslokaal tegen me te schreeuwen. Eén moeder viel me fysiek aan, ze drukte me tegen de kast: “Kutwijf, hoe haal je het in je hoofd?!”’ Naast de bedreigingen op de dag zelf, ontving Simone vele mailtjes ‘waar de honden geen brood van lusten’. In het onderwijs wil ze nu niet meer werken, niet als groepsleerkracht tenminste.

Simone is een van de voormalige leerkrachten die meedeed aan de enquête die Investico hield voor De Groene Amsterdammer, Trouw en het Onderwijsblad om te achterhalen of vertrokken onderwijzers terug te winnen zijn voor het basisonderwijs. Minimaal 31 duizend bevoegde onderwijzers staan nu niet (meer) voor de klas en zullen ook niet spontaan terugkeren – deels vanwege ervaringen zoals die van Simone. Als een deel van de ‘stille reserve’ kan worden teruggelokt naar het basisonderwijs, zou dat een grote stap zijn in het oplossen van het naderende lerarentekort.

Werkdruk

Afgelopen 5 oktober, op de nationale stakingsdag van onderwijzers, presenteerden we de belangrijkste resultaten uit de enquête. Mobilisatie van vertrokken onderwijzers is geen onmogelijke opdracht, bleek daaruit. Een ruime meerderheid van de stille reserve zou ‘misschien’ (45 procent) of ‘zeker’ (19 procent) willen terugkeren, zij het onder voorwaarden. Meer salaris is daarbij belangrijk, maar niet de meest urgente kwestie. Dat is de wens om voldoende tijd te kunnen besteden aan de leerlingen.

Word nu Vriend van Investico en versterk de onderzoeksjournalistiek in Nederland

Steun ons

Het ‘tekort’ aan onderwijzers is bovendien relatiever dan wordt gesuggereerd, blijkt uit ons onderzoek. Lang niet iedereen die voor de klas wil, woont in een regio waar nu een tekort is. De ondervraagden benadrukken het zelf: ‘Lerarentekort? Niet in Noord Limburg want dan had ik wel weer voor de klas gestaan’, meldt een ex-juf. Een vrouw die nu administratief werkt doet, schrijft: ‘Na mijn opleiding heb ik een aantal jaren geprobeerd werk te vinden in het onderwijs, maar er was simpelweg niets! In de tijd dat ik aan de Pabo begon werd al geroepen dat er tegen de tijd dat we klaar zouden zijn het grootste tekort ooit zou zijn. Dat wordt nu nog steeds geroepen. Voor mijn gevoel worden nieuwe studenten gelokt met deze praatjes en worden deze mensen geschoold voor werkloosheid.’

Geen werk

Een meerderheid van de Pabo-afgestudeerden die buiten stages nooit in het onderwijs heeft gewerkt, doet dat omdat ze geen passende baan of geen vast contract konden krijgen. Ze klagen over eindeloos invallen via invalpools, over pay-roll-constructies en detacheringsbureaus. Een lerares die nu als rijinstructeur werkt, meldt: ‘Ga alsjeblieft niet nog meer leraren opleiden, dan zitten we straks met een overschot! Er staan er genoeg te wachten als de voorwaarden beter worden!!’

Hoe groot het tekort op dit moment precies is, en op welke plekken het bestaat, kan het ministerie van Onderwijs niet precies aangeven. Dat er nu al tekorten zijn in de grote steden in de Randstad en in de regio Arnhem/Nijmegen, betwist niemand. In het onderwijs is sprake van een klassieke varkenscyclus, stelt Frank Cörvers, bijzonder hoogleraar onderwijsarbeidsmarkt. ‘Als de perspectieven goed zijn, kiest men voor de opleiding. Als men dan afstudeert, zijn er ineens te veel leraren. En als men hoort dat leraren geen baan kunnen krijgen, kiest men niet voor de opleiding, waardoor er vervolgens te weinig zijn.’

In 2007 stonden de kranten vol met het verwachte lerarentekort: rond 2012 zou het ernstig worden. Maar toen ging de pensioenleeftijd omhoog en bleek het toch mee te vallen. Kan zoiets nu weer gebeuren? Experts benadrukken dat de voorspellingen betrouwbaar zijn, maar tegelijkertijd ook de werkelijkheid beïnvloeden. Cörvers: ‘De prognoses zijn het beste middel dat we hebben om het tekort tegen te gaan.’

Investico werkt altijd samen met andere media. Zo versterken we de onderzoeksjournalistiek in Nederland.

Lees meer over ons

Ook nu gebruikt het ministerie de voorspellingen om een gevoel van urgentie te creëren. Beleidsmakers en besturen moeten dan vervolgens overgaan tot actie. ‘Wij proberen te zorgen dat mensen uit de bakken komen, we kijken naar de stille reserve en naar zij-instromers, en dat mensen meer dagen gaan werken’, zegt Rinda den Besten, die als voorzitter van de PO-Raad over de schoolbesturen gaat. ‘Als alleen al dat laatste werkt, dan hebben we het lerarentekort volgende week opgelost’.

Enquête: wat wil de ‘stille reserve’?

Wilt u onafhankelijke onderzoeksjournalistiek ondersteunen? Word Vriend van Investico

U las de longread van dit onderzoek. Heeft u naar aanleiding hiervan een tip? Neem contact met ons op

Verdedig de rechtsstaat. Steun onafhankelijke onderzoeksjournalistiek in Nederland.

Word vriend