Onderzoek met bronnen
Israël saboteert stelselmatig Nederlandse ontwikkelingsprojecten voor Palestijnen
of Lees het onderzoek bij De Groene Amsterdammer
Sinds 2017 zijn zeker 59 door Nederland gefinancierde ontwikkelingsprojecten op de Westelijke Jordaanoever vernield, bestolen of gesaboteerd door het Israëlische leger of kolonisten.
Vijf dagen na de aanval van Hamas op Israël, op 12 oktober 2023, arriveert een grote groep Israëlische soldaten en gewapende burgers op klaarlichte dag in het kleine Palestijnse bedoeïenendorpje Wadi al-Seeq op de Westelijke Jordaanoever.12 Meer dan zeventig mensen vallen het dorp aan: kolonisten, soldaten en politie, vertellen de bewoners. ‘Ze begonnen mensen te slaan, op de grond te gooien en handboeien om te doen, er was geweervuur. Mobieltjes werden afgepakt zodat niemand het kon filmen’, vertelt Abu Bashar, een bewoner van Wadi al-Seeq, aan het Franse persbureau AFP. Er volgen beelden van de restanten van hun dorp: verwoeste huisjes, kapotte leidingen en inderhaast achtergelaten koffers met persoonlijke bezittingen. Na een half uur werden de inwoners bevolen het dorp te verlaten, zegt hij. ‘Jullie hebben één uur om te vertrekken, te voet, met alleen jullie dieren.’3
Wanneer de bewoners vijf dagen later weer in het - inmiddels verlaten - dorp terugkomen, is alles verdwenen. Een auto, schapen, een watertank, geoogste groenten en zonnepanelen. Wadi Al-Seeq is nooit aangesloten op het elektriciteitsnet: de 180 dorpelingen, waaronder zo'n 40 kinderen, waren tientallen jaren aangewezen op generatoren en daarna zonnepanelen.45 De berichten over de roof en de vernielingen bereiken uiteindelijk ook de grootste geldschieter van de gestolen apparatuur: het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken. Die houdt de informatie binnenskamers, hoewel er meer dan 125.000 euro aan Nederlands geld verloren gaat. Noch de pers, noch de Tweede Kamer hoort erover.
Word nu Vriend van Investico en versterk de onderzoeksjournalistiek in Nederland
Nederland ondersteunt al decennia ontwikkelingsprojecten6 op de Westelijke Jordaanoever. Op veel plaatsen is daar nauwelijks toegang tot stromend water, elektriciteit, wegen en medische zorg.7 Net als veel andere Europese landen8 stelt Nederland geld beschikbaar voor bijvoorbeeld watertanks voor Palestijnse boeren, zonnepanelen voor gemeenschappen, en nieuwe wegen van en naar afgelegen dorpjes. Die projecten worden door kolonisten en het Israëlische leger, dat op de bezette Jordaanoever de dienst uitmaakt, met enige regelmaat verwoest.9
Incidenteel komen die vernielingen in het nieuws10, of worden beelden gedeeld op sociale media11, maar een actueel overzicht ontbrak tot nu toe voor Nederlandse projecten. Uit onderzoek van Investico voor De Groene Amsterdammer en Trouw blijkt dat sinds 2017 zeker 59 keer (mede) door Nederland gefinancierde ontwikkelingsprojecten op de Westelijke Jordaanoever vernield, bestolen of gesaboteerd door het Israelische leger of kolonisten. Ruim de helft van die incidenten vond plaats sinds het uitbreken van de oorlog op 7 oktober 2023, blijkt onder meer uit documenten van Buitenlandse Zaken opgevraagd met een beroep op de Wet Open Overheid (Woo).
Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken was van in ieder geval van 50 incidenten op de hoogte, blijkt uit diezelfde documenten. Toen in 2016 het aantal vernielingen toenam,12 werd in de Tweede Kamer een motie aangenomen die het ministerie van Buitenlandse Zaken opriep om al deze schade te registeren, openbaar te maken en op de Israelische autoriteiten te verhalen, ‘op politiek niveau’.13 In de praktijk blijkt dit nauwelijks te gebeuren.
De incidenten variëren sterk in soort en omvang. In sommige gevallen vernielt het Israëlische leger een watertank van enkele honderden euro's,14 maar gaat wel een jaar aan regenwater verloren: een kostbaar goed in een afgelegen gemeenschap. In andere gevallen zetten kolonisten huizen in brand15 en stelen voor meer dan een ton aan Nederlandse zonnepanelen.16 Ook nemen de Israëlische autoriteiten regelmatig machines, auto's en apparatuur in beslag en leggen duizenden euro’s aan boetes aan projectuitvoerders op, waardoor projecten noodgedwongen gestopt moeten worden. Met zogeheten stop work orders dwingt het leger ook het staken van projecten af, door te dreigen met slopen als ze niet stilgelegd worden.
In een derde van de incidenten roept Buitenlandse Zaken Israël niet ter verantwoording, of is het onbekend of er enig gevolg is gegeven aan de incidenten. Het Ministerie ontving voor geen van de gevallen compensatie van de Israëlische autoriteiten voor de geleden schade. Ondanks dat de regering al in 2016 beloofde hiertegen op te gaan treden, aarzelt Nederland continu om hard in te grijpen en Israël verantwoordelijk te houden, blijkt uit de documenten en e-mails van het ministerie.
Gaten in het wegdek
‘Goedemorgen, dit weekend zijn machines onder een Nederlands project in beslag genomen. Ook is op een andere locatie een recent aangelegde weg vernield.’17 Dat wordt op maandagochtend 12 maart 2018 rondgemaild tussen het ministerie van Buitenlandse Zaken en de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging in Ramallah, op de Westelijke Jordaanoever. In de buurt van Nablus is door Israël beslag gelegd op twee grondwerkmachines. Die werden gebruikt om een weg aan te leggen, die zo’n 200 Palestijnse boeren zou moeten helpen met het bereiken van hun akkers. Een stukje verderop, bij het dorpje Beit Dajan, richtten soldaten zich op een ander project: eveneens een landbouwweg, waar zo’n 150 boeren gebruik van maken. Ze maakten gaten in het wegdek en de toegang tot de weg werd geblokkeerd.
Er wordt heen en weer gemaild over de bijzonderheden van de vernieling. In een van de mails wordt een vermoeden uitgesproken: ‘dat de settlers achter de acties zitten.’ De ‘settlers’, dat zijn Israelische kolonisten die in illegale nederzettingen in het gebied wonen, en veelal verantwoordelijk zijn voor geweld tegen Palestijnen.
De locaties van beide incidenten 'zijn niet bijzonder gevoelig', en zouden normaal gezien niet in het vizier van de autoriteiten komen. Maar wat wel opvallend is, schrijft een ambtenaar, is dat voorafgaand aan de vernieling dagelijks een Israelische kolonist in de buurt te zien is, 'terwijl de dichtstbijzijnde nederzetting zo'n 7 km verderop is.'
Iets soortgelijks gebeurt ook bij het geval van de geconfisqueerde landbouwmachines: 'Settlers [hebben] een paar dagen geleden een filmpje over de wegwerkzaamheden op Facebook gezet.' De video18 - drone-opnamen van de weg die bijna is opgeleverd - is een maand daarvoor geüpload door Regavim, een lobbygroep voor kolonisten mede-opgericht door de ultra rechtse Israëlische minister Bezalel Smotrich.19
In de begeleidende tekst waarschuwt Regavim voor verlies van 'soevereiniteit' wanneer niet wordt ingegrepen. 'We hebben uiteraard contact opgenomen met het lokaal bestuur.'
Nederland heeft de projecten grotendeels betaald en heeft in totaal zo'n veertigduizend dollar in de twee projecten gestopt. De ambtenaren in Ramallah en Den Haag overleggen met elkaar hoe ze het beste kunnen reageren op de tak van het Israëlische ministerie van Defensie die grotendeels de bezette Palestijnse gebieden bestuurt - COGAT (Coordinator of Government Activities in the Territories) - die tegelijkertijd ook de opdracht geeft tot de vernielingen.20 ‘We horen graag hoe hard onze lijn en hoe hoog/snel onze insteek wat jullie betreft richting COGAT dient te zijn’ schrijft een ambtenaar in een mailwisseling. Het verzoek is verder niet de pers te betrekken, en Nederland op de hoogte te brengen als de lokale pers er lucht van krijgt. ‘Met name de vernieling heeft een hoger risico, omdat het uiteraard opvalt dat de weg overhoop ligt.’
Het is beter als Nederland de zaak verder laat rusten, schrijven de ambtenaren. Idealiter herstelt de plaatselijke bevolking op eigen kosten de weg zelf. 'Ze zouden de weg waarschijnlijk goed genoeg egaliseren om weer te kunnen gebruiken, maar niet te goed om een hernieuwde vernieling te ontlokken.'21
De ambtenaren gaan nog een stap verder: ze stellen voor er 'geen verdere aandacht aan te besteden' richting de Tweede Kamer, en om Israël niet om uitleg-laat staan compensatie-voor de vernieling te vragen. Dat zou namelijk 'opknapping in stilte moeilijker maken.'
Na een dagenlange mailwisseling ligt er een voorstel van de lokale staf in Ramallah: Nederland doet er het beste aan om een schriftelijk verzoek tot vrijgave van de machines in te dienen, af te wachten of COGAT dat inwilligt zonder een boete op te leggen, en toe te zeggen de machines niet meer te zullen gebruiken voor afronding van de weg. 'Ruim USD 32.000 aan Nederlandse investeringen gaan daarmee zo goed als verloren', stelt een ambtenaar. Maar er is geen 'realistisch/politiek wenselijk alternatief scenario' waarin Nederland het werk af kan maken.
Een maand na het vernielen van de weg bij Beit Dajan gebeurt hetzelfde nóg een keer. In de buurt van de zuidelijke stad Hebron wordt een grondbewerkingsmachine in beslag genomen. ‘De machine was amper begonnen met de aanleg van de eerste meters van een onverharde weg. Settlers kregen de werkzaamheden in de gaten en hebben de IDF gebeld. Het leger heeft inmiddels de machine in beslag genomen en binnen de Atsion-nederzetting vastgezet.’22
Drie categorieën
Sinds 1967 is Israël de bezettende macht op de Westelijke Jordaanoever.23 In de jaren negentig werd het gebied opgedeeld in drie categorieën24-waarbij het zogeheten 'Area A', vooral de grote steden, onder de Palestijnse Autoriteit valt. Area B is een tussenvorm, vooral in de grotere dorpen, waar Israël en de Palestijnse Autoriteiten het bestuur delen.
Bijna twee derde van de Westelijke Jordaanoever geldt echter als Area C: relatief dunbevolkte gebieden die volledig onder Israël's militaire bewind vallen.25 Grote delen van die gebieden heeft Israël uitgeroepen tot militaire oefenterreinen en natuurgebieden-waarmee gebruik of zelfs toegang tot het land veelal is verboden.26 In de overgebleven delen van Area C wonen naar schatting tussen de 180.000 en 300.000 Palestijnen-en 320.000 kolonisten-die worden bestuurd door legerafdeling COGAT.27
Inwoners moeten zich bijvoorbeeld bij de autoriteit melden om een vergunning te krijgen voor de bouw van huizen, wegen en andere infrastructuur. In de praktijk betekent het echter dat zij nagenoeg nooit toestemming krijgen voor hun bouwplannen.28
Het maakt ontwikkelingshulp bieden in de regio uitermate moeilijk. Dat ondervindt ook Bert Koenders in juli 2017. Als toenmalig minister van Buitenlandse Zaken wordt hij in de Tweede Kamer bevraagd: Israël had kort daarvoor voor tienduizenden euro's aan door Nederland betaalde zonnepanelen in het Palestijnse dorp Jubbet adh Dhib in beslag genomen en weigerde die terug te geven. Kamerlid Han ten Broeke (VVD) wil tijdens een vragenuurtje in de Tweede Kamer weten waarom Nederland apparatuur installeert zonder daar een vergunning voor te hebben.
'De Nederlandse regering heeft zelfs tot op het hoogste niveau geprobeerd om bij wijze van proef vergunningen te krijgen voor een project', verzucht Koenders in de Kamer. 'Die ervaringen zijn niet positief.' Volgens de minister gaf het land in 2014 één vergunning af, in 2015 geen enkele. 'Vergunningen verkrijgen is dus een onbegaanbare weg.'29 Dat lijkt overigens alleen voor Palestijnen te gelden. Tussen 2016 en 2020, zo blijkt uit onderzoek van de Israëlische mensenrechtenorganisatie Bimkom, gaf Israël 8.356 vergunningen af voor Israelische kolonisten in Area C. Palestijnen kregen er 24 toegekend.30
Kamerlid Raymond de Roon (PVV) roept daarom op om te stoppen met geld geven aan projecten in deze regio, maar daarop reageert Koenders resoluut. ‘Dat zullen wij absoluut niet doen.’ Er zit niets anders op dan de projecten tóch uitvoeren, meent hij, ook zonder vergunning. ‘Het gaat om mensen die 30, 40 jaar zonder energie zitten, terwijl de Israëlische regering haar verantwoordelijkheid daarvoor niet neemt en vervolgens elke vergunning weigert', reageert Koenders. 'Ja, dan houdt het snel op.'
In de omstreden Area C-gebieden ondersteunt Buitenlandse Zaken drie soorten projecten: landbouw, water en energie.31 Het is eigenlijk een verplichting van Israël om de Palestijnen die onder de bezetting leven in basale levensbehoeften te voorzien.32 Maar wanneer Israël die plicht verzaakt, dan is het aan partijen als Nederland 'om mensen in de bezette gebieden te helpen op de manier waarop we dat nu doen', aldus Koenders.33
‘Uitstekend afschrikmiddel’
In de zomer van 2020 staat 'de Palestijnse overname van Area C' op de agenda van een commissievergadering van Buitenlandse Zaken en Defensie in het Israëlische parlement, zo meldde het Israëlische dagblad Haaretz destijds.34 Daar pocht een hooggeplaatste militair over de afname van het aantal internationale projecten op de Westelijke Jordaanoever (van 75 naar 12 in vijf jaar sinds 2015) - en de toename van het aantal gesloopte Palestijnse gebouwen: van 6 naar meer dan 242 per jaar in dezelfde periode.
De inbeslagname van machines - wat Nederlandse projecten sinds 2017 minstens 19 keer overkwam - noemt een andere topambtenaar 'een uitstekend afschrikmiddel'.35 In 2019 jaar confisceerden zij zo’n 700 bulldozers en vrachtwagens. Tijdens de vergadering valt een politicus hem in de rede: inbeslagnames hebben geen zin als je de machines na een dag weer teruggeeft. De ambtenaar stelt hem gerust: 'We rekken tegenwoordig die gevallen zo ver mogelijk op. Zolang als het wettelijk is toegestaan.'36
Na 7 oktober 2023 komen de vernielingen van ontwikkelingsprojecten voor Palestijnen in een stroomversnelling. Op 14 oktober vallen in het gebied rond de Palestijnse stad Yatta tien kolonisten een dorp binnen, slopen de elektriciteits- en watersystemen, om later terug te komen en een huis in brand te steken. Op 23 oktober worden in hetzelfde gebied pijpleidingen doorgeknipt en een waterpomp gestolen. Vier dagen later keren de kolonisten opnieuw terug, dit keer om honderd bomen om te kappen en irrigatiesystemen te verwoesten. Op 5 november, midden in de nacht, worden wéér leidingen doorgeknipt, waardoor de Palestijnse gezinnen zonder water zitten. In de weken erna komen de kolonisten nog vijf keer terug om auto’s te vernielen, huizen te doorzoeken en elektriciteitskabels te vernielen.
In de weken na 7 oktober was het leger, volgens een rapport van de VN Mensenrechtenraad, bij de helft van alle aanvallen door kolonisten op Palestijnen aanwezig.37 Sterker nog: kolonisten kregen een geweer, uniform en de bijbehorende bevoegdheden tot het arresteren van mensen en uitroepen van gebiedsverboden, schrijft de ngo International Crisis Group.38
‘Het onderscheid tussen het Israëlische leger en kolonisten is artificieel’ zegt Erwin van Veen, Midden Oosten-expert bij Clingendael. 'De gangbare logica is dat militairen direct onder de Israëlische overheid vallen en kolonisten niet. Gebruikt het leger geweld, dan is Israël direct verantwoordelijk en moet er een bevel zijn gegeven. Bij kolonisten kan je doen alsof het geradicaliseerde groepen zijn die hun boekje te buiten gaan. Daar hoef je dan als Nederlandse overheid - onterecht - Israël minder verantwoordelijk te houden’.
Maar dat is incorrect, zegt Van Veen. Zonder steun van de Israëlische overheid en strijdkrachten kunnen de kolonisten volgens hem niet opereren. Bij het aantreden van de nieuwe regering eind 2022 kregen zij bovendien veel meer ruimte om Palestijnen te bedreigen en aan te vallen - wat sindsdien is verergerd. ‘Sinds 7 oktober is het hek helemaal van de dam: er is geen enkele rem meer op het geweld’.
Uit de documentatie die door Buitenlandse Zaken met ons gedeeld is is niet goed op te maken hoe Nederland hiermee omgaat: ruim een derde van de documenten die onder ons informatieverzoek vallen, wordt niet vrijgegeven - grotendeels vanwege diplomatieke belangen.39
Verschillende belangen worden zorgvuldig afgewogen, op alle verschillende manieren waarop Israël kan reageren op acties van Nederland wordt geanticipeerd, om een volgende sloop of confiscatie hopelijk te voorkomen. Het zijn de diplomatieke overwegingen van ambtenaren die maar al te bekend zijn met de dagelijkse realiteit in Area C. Maar ook vanuit politiek Den Haag, waar sinds 2016 beleid zou moeten zijn om consequent tegen de vernielingen op te treden en met consequenties voor Israël te komen, klinkt in de geopenbaarde documenten weinig ander geluid.
Van een principieel standpunt over de sloop van door Nederland betaalde projecten, of over hoe daarmee de leefomstandigheden voor Palestijnse bewoners van Area C onmogelijk worden gemaakt, lijkt geen sprake. Van eenduidig beleid evenmin.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken laat in een reactie weten zich zorgen te maken over het aantal (toegenomen) incidenten op de Westelijke Jordaanoever.40 Het ministerie erkent dat de schade aan Nederlandse projecten substantieel is en geeft aan dit met regelmaat op te brengen bij de Israëlische autoriteiten. ‘Wanneer er vernielingen plaatsvinden en deze onder onze aandacht komen, spant Nederland zich in om de schade vergoed te krijgen. Tot op heden heeft Nederland geen financiële vergoeding van Israël ontvangen’.
Investico werkt altijd samen met andere media. Zo versterken we de onderzoeksjournalistiek in Nederland.
In hun reactie wijst het ministerie erop dat ze zich uitspreken tegen het Israëlische nederzettingenbeleid en daarom lid zijn geworden van het West Bank Protection Consortium (WBPC), een internationaal verband waarin landen gezamenlijk Israël verantwoordelijk houden voor vernielingen. Hoewel het consortium al sinds 2015 bestaat, sloot Nederland zich begin dit jaar pas aan.41
‘Je kan stoppen met wapens kopen, stoppen met samenwerken met het Israëlische leger, stoppen met sociaal-culturele uitwisselingen, er zijn legio aan drukmiddelen te verzinnen’ zegt Erwin van Veen van Clingendael. Nederland zou kunnen lobbyen voor het niet uitnodigen van Israël bij bepaalde evenementen, dat kan variëren van Erasmus-uitwisselingen tot het Eurovisie Songfestival. En je zou economische sancties kunnen opleggen, Europa is de belangrijkste exportmarkt van Israël. Je kan stoppen met wapenhandel. ‘Sommige van die maatregelen zijn misschien symbolisch, maar je laten we niet onderschatten wat de beeldvormende invloed van Nederland is, we zijn traditioneel erg trouw aan Israël, een ontmoedigingsbeleid zou zeker een signaal afgeven’, zegt Van Veen.
Israëlische autoriteiten ter verantwoording roepen voor het vernielen van met Nederlands belastinggeld betaalde projecten begint bij een gesprek met Israëlische ambassade. Afgelopen mei staat een afspraak gepland tussen enkele topambtenaren van Buitenlandse Zaken en de Israëlische ambassadeur. Dat overleg vond nooit plaats: de ambassadeur zei af. Enkele maanden later doen ambtenaren van het ministerie nog een poging: ‘Volgens mij heeft dit nog niet plaatsgevonden’ mailt een ambtenaar rond: ‘Wat ons betreft is dit nog steeds opportuun’.42 Zover bekend is er geen nieuwe afspraak gemaakt.
Deze publicatie werd mede mogelijk gemaakt door het Fonds Bijzondere Projecten.
-
Rapport: Position Paper Wadi as-Seeq | Yesh Din & Bimkom- december 2023. ↩
-
Artikel: The Israeli settlers attacking their Palestinian neighbors | New Yorker - 26 februari 2024. ↩
-
YouTube: Palestinians expelled from West Bank village as Gaza war rages | AFP - 31 oktober 2023. ↩
-
Database: Mobile Pastoralist Database pagina Wadi al-Seeq | Bimkom - ongedateerd. ↩
-
Document: Nieuwsbrief evaluatie ontwikkelingsbeleid Palestijnse Gebieden | Buitenlandse Zaken - juni 2016. ↩
-
Rapport: Algemeen Ambtsbericht Palestijnse Gebieden | Buitenlandse Zaken - 15 april 2022. ↩
-
Artikel: Humanitaire steun van de EU voor Palestijnen | Europese Unie - ongedateerd. ↩
-
Zie Woo-besluit: documentnummer 72 voor een overzicht hiervan. ↩
-
Zie Woo-besluit, documentnummer 44. ↩
-
Zie Woo-besluit, documentnummer 72: incident 02-05-2018 in Al Mirkez. ↩
-
Zie Woo-besluit, documentnummer 72: incident 14-1-2023 in Sfai Taht. ↩
-
Zie Woo-besluit, documentnummer 72: incident 12-10-2023 in Wadi al-Seeq. ↩
-
Zie Woo-besluit, documentnummer 30 voor gehele mailwisseling. ↩
-
Artikel: This Pro-Settler NGO has been Shaping Israel Policy for Years, Now It's in Control | Haaretz - 27 april 2023. ↩
-
Voortzetting van mailwisseling, zie Woo-besluit documentnummer 30. ↩
-
Zie Woo-besluit, documentnummer 31 (pagina 83). ↩
-
Artikel: Military occupation of Palestine by Israel | The Rule of Law in Armed Conflicts, ongedateerd. ↩
-
Artikel: Oslo-accords | Encyclopedia Britannica - ongedateerd. ↩
-
Artikel: What are Area A, Area B, and Area C in the West Bank? | Anera, ongedateerd. ↩
-
Artikel: Israël creates seven 'nature reserves' in occupied West Bank | Al Jazeera, 15 januari 2020. ↩
-
Zie Woo-besluit: documentnummer 25 (pagina 11). ↩
-
Zie Woo-besluit, documentnummer 60. ↩
-
Artikel: Israel Is Proud to Have Halted International Projects for Palestinians in Area C | Haaretz - 14 september 2020. ↩
-
Idem: 'Confiscation provides "very significant deterrence"'. ↩
-
Idem: 'And I think we’re stretching those places to their limits, as long as it’s within the confines of the law.' ↩
-
Pagina: Human rights situation in Palestine and other occupied Arab territories (punt 18) | VN - 1 februari 2024. ↩
-
Rapport: Stemming Israeli Settler Violence (p. 24) | International Crisis Group - 6 september 2024. ↩
-
Zie brief bij Woo-besluit. ↩
-
Mail van Buitenlandse Zaken aan Investico, woensdag 13 november 2024. ↩
-
Verslag: Raad Buitenlandse Zaken | Tweede Kamer, 13 maart 2024. ↩
-
Zie Woo-besluit, documentnummer 71. ↩
- Lees meer over
- Ontwikkelingshulp
Wilt u onafhankelijke onderzoeksjournalistiek ondersteunen? Word Vriend van Investico