Nieuws

Van der Plas en Omtzigt besteedden meeste aandacht aan wetgeving

Geen Kamerlid bekommerde zich de afgelopen regeerperiode meer om nieuwe wetten dan Caroline van der Plas (BBB) en Pieter Omtzigt. Bij bijna een op de vijf wetsvoorstellen die de afgelopen kabinetsperiode door de Kamer werden behandeld, hebben zij schriftelijke vragen gesteld of waren ze aanwezig bij een wetgevingsdebat. Dat is meer dan fracties met meer leden, zoals JA21, Volt, Denk, en Partij voor de Dieren. Dat blijkt uit een analyse van Investico voor Trouw en De Groene Amsterdammer.

Investico analyseerde alle wetsvoorstellen die zijn ingediend en afgehandeld onder het laatste kabinet Rutte. We telden hoe vaak en welke partijen en individuele Kamerleden schriftelijke vragen stelden of deelnamen aan wetgevingsdebatten. De resultaten vergeleken we met eerdere regeerperioden.

Blijf op de hoogte van onze onderzoeken. Meld je aan voor de nieuwsbrief

Daaruit blijkt dat de Tweede Kamer de afgelopen kabinetsperiode nog minder tijd en aandacht voor het wetsproces had dan voorgaande jaren. Er werden ook minder wetten ingediend. Dit aantal is in vergelijking met Rutte III met een derde afgenomen. In vergelijking met het laatste kabinet Balkenende (2007-2010) is het zelfs gehalveerd.

Over dat kleinere aantal wetsvoorstellen wordt minder gedebatteerd. 39 procent van de wetsvoorstellen werd aangenomen zonder debat of stemming, tijdens kabinet Rutte III lag dit percentage op 33 procent, tijdens het laatste kabinet Balkenende ging het nog om 30 procent van de wetgeving. is er wél een debat, dan zijn de fracties iets minder vaak aanwezig dan tijdens de vorige kabinetsperiode.

Belangrijke oorzaak hiervan is de toegenomen versnippering in de Tweede Kamer. Grote partijen in de Kamer kunnen bij alle wetgevingsoverleggen aanwezig zijn omdat zij voldoende Kamerleden hebben. Zo is de VVD als fractie bij vrijwel iedere behandeling van een wet aanwezig. ‘Kleinere fracties hebben vaak niet de tijd en expertise om zich met complexe wetgeving bezig te houden’, zegt parlementair historicus Anne Bos van de Radboud Universiteit. ‘Dat is een probleem want de Kamer biedt zo minder tegenwicht aan de regering en er is een grotere kans op slechte wetten.’

Aandacht verlegd

BBB en Omtzigt kiezen er als eenmansfracties echter bewust voor om tijd en aandacht te besteden aan het wetsproces. ‘Wij willen zoveel mogelijk doen’, verklaart medeoprichter van BBB Henk Vermeer. Omtzigt schrijft in een reactie: ‘Het is een kwestie van prioriteiten.’

De Partij voor de Dieren doet juist weinig aan de behandeling van wetgeving. De partij laat negentig procent van de wetten links liggen. ‘Wij zetten als partij al onze krachten in op de tien procent die overblijft. Daar zit de kern van onze partij’, reageert Kamerlid Eva van Esch.

Parlementariërs hebben al enige tijd kritiek op het functioneren van de Tweede Kamer als geheel. SGP-leider Kees van der Staaij concludeerde in 2021 als voorzitter van een werkgroep over verbeteringen van het Kamerwerk al dat de Tweede Kamer steeds minder aandacht had voor wetgeving. ‘Het is aan ons als Kamer om de aanbevelingen over te nemen’, reageerde Kamervoorzitter Vera Bergkamp destijds.

Nog steeds zijn Tweede Kamer-fracties kritisch op de rol van de Tweede Kamer. ‘Goede wetsbehandelingen staan wel onder druk’, schrijft de ChristenUnie in reactie op het onderzoek. ‘De Kamer lijkt soms meer aandacht te hebben voor parlementaire controle, naar aanleiding van politieke actualiteiten en incidenten, wat ten koste gaat van de wetgevende taak.’ Pieter Omtzigt: ‘De afgelopen jaren heeft de Kamer haar rol als medewetgever onvoldoende serieus genomen.’

Lees het onderzoek

Verdedig de rechtsstaat. Steun onafhankelijke onderzoeksjournalistiek in Nederland.

Word vriend