Nieuws
Europese lidstaten liggen bij elke griepuitbraak dwars
De falende Europese aanpak van de corona-pandemie is een herhaling van mislukkingen rond Europese uitbraken van de vogelgriep (2005), de Mexicaanse griep (2009) en het voorstel van de Europese Commissie in 2014 voor een gezamenlijke aanbesteding van medische hulpmiddelen en vaccins. Niet Brussel maar de Europese lidstaten zelf waren verantwoordelijk voor die falende samenwerking, blijkt uit een reconstructie van Platform Investico en onderzoeksplatform Investigate Europe dat vandaag wordt gepubliceerd in De Groene Amsterdammer.
In 2005 sneuvelt een initiatief van de Europese Commissie een centrale noodvoorraad aan te leggen van virale middelen tegen vogelgriep na een uitbraak in Griekenland. Het voorstel stuit op verzet bij de nationale ministers van Volksgezondheid. Onder meer Nederland is kritisch op de financiële onderbouwing en kan niet instemmen met het idee dat ‘de inzet van deze middelen voorbehouden is aan de Europese Commissie’.
Landen beconcurreren elkaar
Tijdens de uitbraak van de Mexicaanse griep in 2009 wordt opnieuw een vergeefse poging gedaan om overeenstemming te bereiken over Europese coördinatie. Landen blijven een eigen koers varen en beconcurreren elkaar zelfs op de aanschaf van vaccins. Nederland koopt zoveel vaccins dat het overschot van 19 miljoen doses uiteindelijk weer verkocht moet worden. ‘Lidstaten werden tegen elkaar uitgespeeld’, zegt Huub Schellekens, hoogleraar medische biotechnologie aan de Universiteit Utrecht.
Landen hadden toen samen moeten optrekken, stelt ook universiteitshoogleraar Frank Vandenbroucke, die aan de Universiteit van Amsterdam de sociale rol van de Europese Unie onderzoekt. ‘Zo beschik je niet alleen over een noodvoorraad, maar sta je als Europa ook sterker tegenover de industrie.’ In 2010 doet de Europese Commissie een voorstel voor gezamenlijke aanbesteding van medische hulpmiddelen en vaccins, die in 2014 wordt geformaliseerd. Ook die poging verzandt in een krachteloos compromis. De lidstaten blijken niet bereid de inkoop aan de EU over te laten.
ECDC wordt klein gehouden
Ook de oprichting van een Europees centrum voor ziektebestrijding wordt gefrustreerd en klein gehouden. Het European Centre for Disease Control (ECDC) dat vanaf 2005 een einde moet maken aan de versnippering, krijgt weinig steun en middelen en de waarschuwing van viroloog Ab Osterhaus komt uit: ‘Zolang elk land in Europa zijn eigen volksgezondheid politiek mag voeren, is het de vraag wat de status van zo’n centrum is.’ Met een budget van 59 miljoen euro valt het Europees instituut in het niet bij haar Amerikaanse evenknie; het Center for Disease Control and Prevention dat dit jaar alleen al ruim 5 miljard dollar te besteden heeft.
De aanpak rond het coronavirus verloopt dit jaar volgens hetzelfde patroon. Europese landen laten Brussel met lege handen, zegt Vandenbroucke. ‘De Europese Commissie heeft geen mandaat als het aankomt op volksgezondheid. Lidstaten willen op het gebied van gezondheidszorg de regie natuurlijk niet uit handen geven. Tijdens een pandemie moet je centraal kunnen reageren. Dat is nog niet gebeurd.’