Nieuws
Rechters keren zich tegen inhaalslag via online zittingen met onervaren medewerkers
Een initiatief van rechtbankbestuurders om de achterstand in rechtszaken versneld weg te werken met online zittingen en onervaren juridisch medewerkers stuit op verzet van bezorgde rechters en de centrale ondernemingsraad, het hoogste medezeggenschapsorgaan van de Rechtspraak. Zorgvuldige rechtspraak komt in de spoedprocedures in gevaar en ‘tunnelvisie’ dreigt, stellen rechters in een onderzoek van platform voor onderzoeksjournalistiek Investico voor Trouw en De Groene Amsterdammer.
Het conflict draait om de ‘inloopkamer’; een speciaal team dat voor rechtbanken in heel Nederland achterstanden moet gaan wegwerken. Acht procent van alle rechtszaken duurt momenteel langer dan hoort. In hoger beroep-zaken is dat zelfs bijna dertig procent. De inloopkamer kan dat verhelpen door zaken uit heel het land te verzamelen en deze in bulk online weg te werken, zodat ‘meer zaken met minder mensen afgehandeld worden’, aldus de Raad voor de Rechtspraak, dat het initiatief eerder dit jaar met een klein persbericht op haar website aankondigde.
Dit jaar zullen ‘inloopteams’ minimaal zestienhonderd vertraagde zaken gaan afhandelen. Volgens bestuurders van de Raad voor de Rechtspraak gaat het om ‘standaardzaken’ zoals alimentatiezaken tussen gescheiden ouders, arbeidsongeschiktheidszaken waarbij burgers het moeten opnemen tegen het UWV en incassozaken. Later dit jaar zullen ook strafzaken over ingevorderde rijbewijzen en veelplegers via de spoedprocedure worden behandeld.
Ondernemingsraad vreest tunnelvisie
De Centrale Ondernemingsraad, die de belangen van de werkvloer vertegenwoordigt, heeft ‘fundamentele bezwaren’ tegen het plan en vreest ‘tunnelvisie’, blijkt uit interne documenten in handen van Investico. ‘De verwerking van bulkzaken met hoge productiesnelheid met behulp van nieuw te werven onervaren medewerkers heeft vaak gevolgen voor de kwaliteit’, stelt de ondernemingsraad in een negatief advies.
De regel om standaard online zittingen te houden om tijdwinst te boeken, vindt de ondernemingsraad ‘onwenselijk voor een goede rechtspleging’. ‘Niet elke burger heeft toegang tot en kennis van de vereiste digitale middelen.’ Ze vindt het ook bezwaarlijk dat de inloopkamer vooral zal werken met nieuw op te leiden juridisch medewerkers, die het werk van rechters deels moeten overnemen. Deze medewerkers gaan bovendien soms vonnissen schrijven van zittingen waar ze zelf niet bij aanwezig waren.
‘Gewoon niet doen, niet doen’, zegt hoogleraar Rechterlijke Organisatie Philip Langbroek daarover. ‘Als er al een zitting is geweest, laat het dan ook bij die rechtbank. Die rechter heeft die zitting gedaan, die heeft dat in zijn geheugen zitten.’ Langbroek noemt het geschuif met zaken ‘eigenlijk een vorm van witwassen’, omdat de zittingsrechter wél zijn naam onder het vonnis zet.
De inloopkamer zal ook gaan experimenteren met korte vonnissen waarbij de rechter de zaak niet samenvat, maar enkel zijn afweging en conclusie meedeelt. Of met mondelinge uitspraken, waarbij de rechter direct op zitting zijn oordeel geeft en er nooit een geschreven vonnis komt. ‘We hebben in Nederland eeuwen gehad dat het vonnis niet gemotiveerd werd’, zegt emeritus bijzonder hoogleraar rechtspleging Margreet Ahsmann. ‘Daar moeten we niet naar terugkeren.’
Los van de inhoudelijke bezwaren vraagt de ondernemingsraad zich af of de plannen wel tijdwinst gaan opleveren, omdat ze ‘teveel uitgaan van veronderstellingen en te mager zijn onderbouwd’.
Niets doen is geen optie
Henk Naves, voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak, erkent dat er risico’s kleven aan de inloopkamer. Maar ‘niets doen is geen optie meer’, zegt hij. Bovendien is het uiteindelijk de rechter die moet zorgen dat de procedure zorgvuldig verloopt. ‘De veiligheidsrem is dat er rechters aan het stuur zitten. Zij hebben uiteindelijk altijd de macht om te zeggen: “Nee, dit neem ik niet voor mijn rekening.” Als een rechter vindt dat er een fysieke zitting moet komen, dan gebeurt dat. Ik vertrouw erop dat die topprofessionals die verantwoordelijkheid nemen.’ Bovendien, zegt Naves, ‘heeft het advies van de Centrale Ondernemingsraad iets van eenzijdigheid. Ik merk ook heel veel enthousiasme voor dit plan.’