De Nederlandse stichting Christenen voor Israël heeft 300.000 euro bijgedragen aan de bouw van een nieuwe wijk in een illegale Israëlische nederzetting op de bezette Westelijke Jordaanoever. Er rust een sloopbevel op de huizen, die onder Isrealische wetgeving illegaal is. Dat blijkt uit onderzoek van Investico in samenwerking met BOOS, het Nederlands Dagblad en De Groene Amsterdammer.

De wijk werd in 2022 bijgebouwd in Revava, een Israëlische nederzetting in bezet Palestijns gebied. Volgens Bimkom, een Israelische mensenrechtenorganisatie die informatie over het landeigendom bij de Israelische autoriteiten opvroeg, is de bouw van de nieuwe wijk zelfs onder Israëlisch recht illegaal en hebben de autoriteiten daarom in 2022 een sloopbevel voor de huizen afgegeven.

De steun van Christenen voor Israël (CvI) aan de uitbreiding van nederzettingen is in strijd met Nederlands beleid ten aanzien van het vredesproces tussen Israel en Palestina. Ook gaat de Nederlandse organisatie in tegen de recente uitspraak van het Internationaal Gerechtshof, en gezamenlijk Europees beleid ten opzichte van de Palestijnse kwestie.

Sara van Oordt, hoofd communicatie bij CvI, zegt ervan op de hoogte te zijn dat ‘een claim’ van een Palestijnse burger op het land ligt waar de nieuwe wijk op is gebouwd. Volgens Van Oordt zou een Israëlische rechter uitspraak moeten doen of het land daadwerkelijk een Palestijnse boer toebehoort. Mocht de Israëlische rechtbank de Palestijn gelijk geven, dan zal CvI ‘de huisjes verplaatsen.’

De door CvI gefinancierde uitbreiding van Revava valt samen met een toename in kolonistengeweld in het gebied. ‘Het wordt hier de afgelopen vijf jaar steeds erger’, zegt Aviv Tatarsky, een Israëlische activist die al jarenlang Palestijnen uit Deir Istiya begeleidt wanneer ze naar hun olijfboomgaarden gaan. ‘In dit gebied breiden de kolonisten sinds 2020 steeds meer uit, vallen steeds vaker Palestijnse burgers aan, en verwoesten hun olijfbomen.’

‘Hier wordt een hele lijst aan mensenrechten geschonden’ zegt Anne de Jong, hoofddocent Antropologie aan de Universiteit van Amsterdam en gespecialiseerd in het conflict op de Westoever. ‘Allereerst mogen Israëlische kolonisten in beginsel geen grond onteigenen in bezet gebied, laat staan er gaan bouwen. Daarmee worden ook individuele mensenrechten geschonden, namelijk die van Palestijnen wiens grond wordt ingenomen.’

Het officiële beleid van de Nederlandse overheid op dit punt is dat Israëlische nederzettingen in de bezette Palestijnse Gebieden in strijd zijn met het internationaal recht en vormen een bedreiging voor het vredesproces. Een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken laat weten dat ze het in algemene zin onwenselijk acht dat individuen of organisaties bijdragen aan nederzettingen, maar het is Nederlandse private partijen niet verboden om (ondersteunende) relaties aan te gaan met partijen uit Israëlische nederzettingen. Wel nam de Tweede Kamer afgelopen februari een motie aan die het kabinet oproept ‘te pleiten voor sancties tegen mensen die illegale nederzettingen bouwen op de Westelijke Jordaanoever.’