Hoe is de opvang voor Oekraïners in Nederland geregeld?

Op en neer naar oorlogsgebied voor doktersbezoek

ANP

Verantwoording

Investico is radicaal transparant. In verantwoordingsdocumenten maken wij onze onderzoeksmethodes en resultaten openbaar zodat publiek en andere onderzoekers ons werk kunnen controleren en erop kunnen voortbouwen. In de longread van het onderzoek hieronder verwijzen noten naar het bronmateriaal. Wilt u meer weten over onze missie en methode? Lees meer

Onderzoek met bronnen

Op en neer naar oorlogsgebied voor doktersbezoek

ANP

De speciale beschermingsstatus die Oekraïense vluchtelingen hebben gekregen, had hun opvang moeten verbeteren. In plaats daarvan worden gemeenten nu overvraagd door de zoveelste decentralisatie.

Langs een verlaten kanaal in het Drentse dorp Oranje staan vervallen gebouwen bedekt met onkruid en klimop. Boven dichtgetimmerde ramen hangen wit-oranje gekleurde luifels waar de verf vanaf bladdert. Aan de muur hangt een houten bord: Ingang Lukkie’s animatie. De overblijfselen van het verlaten attractiepark Speelstad Oranje doen aan als de set van een horrorfilm. Direct hierachter ligt Pipodorp, een vakantiepark in dezelfde stijl. Maar in de vaal gekleurde bungalows, beschilderd met clowns en ballonnen, zitten allang geen toeristen meer. Her en der ligt speelgoed of hangt was te drogen. Voor sommige huisjes staan auto’s met een Oekraïens kenteken geparkeerd. De eigenaar van het park, een vastgoedeigenaar uit Wassenaar, vangt hier sinds april vluchtelingen op.

In een van de huisjes woont Helen, een jonge moeder van twee. Zij vluchtten uit Poltava, een stad vlakbij Charkiv, en komen via een bekende in Pipodorp terecht. De bungalows stonden zo lang leeg dat de eigenaar ze eerst opknapt, in sommige zat bijvoorbeeld geen keuken of verwarming. Helen slaapt de eerste paar weken met haar tweejarige zoontje in de linker slaapkamer, vanwege schimmel in de rechter, maar is blij dat ze ergens terechtkan. Haar dochter slaapt in de bungalow ernaast, bij haar oma die ook meevluchtte. 

Dat de opvang op initiatief van de vastgoedeigenaar is, lijkt in eerste instantie geen probleem. Voor haar dochtertje regelt Helen een plek op een basisschool en ze registreert haar familie bij de gemeente. Maar als Helens moeder problemen krijgt met haar gehoor, heeft ze hulp nodig. Met moeite gaat ze op zoek naar een huisarts, de gemeente regelt dit alleen voor vluchtelingen in de gemeentelijke opvang. ‘Mijn moeder kon gisteren bijna niet meer horen en niemand kan ons helpen. We kunnen pas over een maand bij de dokter terecht. Ik ben bang dat ze straks helemaal doof is. Ik ben overstuur.’ Van andere mensen op het park hoort ze dat de wachttijd zes tot acht weken is. ‘Maar voor ons is dat te lang. Ze kan al niet meer horen.’ Helens moeder besluit tijdelijk terug te gaan naar Oekraïne om haar eigen dokter te bezoeken, na twee weken is ze weer terug in Pipodorp.  

Miljoenen Oekraïners ontvluchten sinds eind februari hun land. Het is de snelst groeiende en een van de grootste vluchtelingenstromen sinds de Tweede Wereldoorlog. Europese landen geven de Oekraïners halverwege maart1 een speciale beschermingsstatus, omdat de nationale asielsystemen het anders niet aan zouden kunnen. Met die status hebben ze nagenoeg dezelfde rechten als EU-burgers en mogen ze veel meer dan andere vluchtelingen: direct aan het werk, vrij reizen en verblijven waar ze willen2. In Nederland wordt de landelijke opvangorganisatie, het COA, dan ook direct buitenspel gezet. Gemeenten moeten, zonder generale repetitie, een nieuw opvangsysteem optuigen. 

Voor De Groene Amsterdammer en dagblad Trouw volgde platform voor onderzoeksjournalistiek Investico het functioneren van dit compleet nieuwe opvangstelsel. Vluchtelingen door heel Nederland lieten hun verblijfsplekken zien en deelden maandenlang hun ervaringen, bestuurders, ambtenaren en vrijwilligers spraken openlijk over de dilemma’s waar ze tegenaan liepen. 

Het in korte tijd opgetuigde opvangsysteem is voor vluchtelingen totaal willekeurig, waardoor de ene Oekraïner in een veel beter vangnet terechtkomt dan de ander. Gemeenten krijgen – naast een paar ‘handreikingen3’ – amper ondersteuning van het Rijk. Ambtenaren die gewoonlijk bouwplannen beoordelen of wethouders ondersteunen, moeten plotseling de opvang van tientallen Oekraïners managen. Hierdoor ontstaan pijnlijke beginnersfouten, zo belandden dertig vluchtelingen pal naast een schietbaan in Lauwersoog en in Eindhoven ruim veertig tegenover een prostitutieplein4. ‘Deze groep is extra kwetsbaar, omdat het om veel vrouwen en kinderen gaat. Maar ze worden opgevangen door gemeenten die hier niet altijd expertise over in huis hebben’, zegt Suze Hageman, onderzoeker voor de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen.

Gecompliceerdere situaties en bureaucratische rompslomp

De beschermingsstatus en het nieuwe opvangsysteem beloofden verbetering: Oekraïners hoefden niet maanden of jaren te wachten op een verblijfsvergunning, ze konden direct aan het werk en vrij reizen door de EU. Paradoxaal genoeg zorgt dit juist voor gecompliceerdere situaties en bureaucratische rompslomp. Oekraïense vluchtelingen zijn niet verplicht zich voor asiel te melden, waardoor het niet altijd duidelijk is waar ze verblijven en wie alweer is vertrokken. Ze raken sneller uit het zicht, krijgen vaak moeilijk toegang tot zorg en belanden in schimmige arbeidsconstructies.

Iedere Nederlander kan in principe haar zolder of tuinhuis leegruimen en een Oekraïner opvangen. Maar het merendeel van de vluchtelingen, ruim vijftigduizend Oekraïners, komt in de opvang van gemeenten terecht5. Als premier Mark Rutte de situatie op acht maart tot een nationale crisis uitroept, is nog niet meteen duidelijk wie verantwoordelijk wordt voor de opvang6. Eerst worden de veiligheidsregio’s gevraagd, maar die blijken hier niet wettelijk toe verplicht te kunnen worden7. Dus stoft de minister van Justitie en Veiligheid, Dilan Yeşilgöz-Zegerius, een noodwet uit de jaren vijftig af waarmee ze de ruim driehonderd burgemeesters van ons land verantwoordelijk maakt, terwijl veel ambtenaren nog op adem aan het komen zijn van de coronacrisis8. Veiligheidsregio’s krijgen nog wel een rol9. Zij coördineren de opvang, het ministerie blijft voor vragen bereikbaar. Zo heeft het kabinet het hele opvangsysteem in een paar weken gedecentraliseerd. 

Daar zijn niet alle burgemeesters blij mee. ‘Wij zijn het Rijk aan het helpen met wat ze zelf niet hebben georganiseerd’, zegt de voorzitter van het Veiligheidsberaad en burgemeester van Nijmegen, Hubert Bruls stellig. ‘Dit is eigenlijk een Rijksverantwoordelijkheid.’

Welkom in Gouda. Ik hoop dat je nieuwe vrienden kan maken. De muren van het oude kantoorpand van Blokker zijn versierd met tekeningen van basisschoolkinderen uit de buurt. ‘Binnen twee weken tijd hebben we dit kantoor omgebouwd tot opvanglocatie voor uiteindelijk 270 Oekraïners’, zegt Jacoline van Rijn. De beveiliger bij de ingang reikt een geel hesje aan. Je kan er niet zomaar naar binnen, er is 24/7 bewaking in het pand. 

‘Wij als gemeente zijn van oudsher natuurlijk geen opvangorganisatie voor vluchtelingen. Ik ben eigenlijk communicatieadviseur’, zegt van Rijn. Het kantoorpand was niet geschikt om in te wonen. ‘We moesten nieuwe leidingen plaatsen zodat we douches en kookgelegenheden konden bouwen’, vertelt de communicatieadviseur. Ze wijst met een gekweld gezicht naar de liften. Buiten werking. ‘Nu dient er weer een nieuw probleem aan. Het pand is gebouwd in de jaren zeventig en de liften zijn niet gemaakt voor de ruim tweehonderd mensen die hier dagelijks gebruik van maken. Het is maar de vraag of we die kunnen repareren.’

Dit zijn relatief kleine problemen, maar ambtenaren zijn er alsnog veel tijd aan kwijt. In Goes worden bijvoorbeeld op de stoep voor een voormalige seniorenflat onverwacht containers vol tweedehands spullen geleegd. Burgers brengen oude bedstellen, matrassen en kinderspeelgoed, vrijwilligers komen met pannen gekookte rijst aanzetten. Het is de eerste beproeving voor Emile de Kok, een lange man met een randloze bril en krokodillenleren schoenen, net aangesteld als ‘coördinator vluchtelingenopvang’ te Goes. De inzamelingsactie blijkt het gevolg van de goede bedoelingen van een vrijwilliger, die een advertentie in de lokale krant had geplaatst. ‘Ik was eerst ontzettend blij met de vijftig vrijwilligers die zich meldden, totdat ik ontdekte dat ze ook allemaal aangestuurd moeten worden’, lacht De Kok, die gewoonlijk bouwplannen beoordeelt voor de gemeente. Hij stond uiteindelijk zelf op de stoep spullen te sorteren.

Meer dan alleen bedden

‘We hebben al een paar keer onze neus gestoten. Als een ervaren club dit had geregeld was dat niet gebeurd.’ De Kok zit aan tafel in het gemeentehuis. ‘Ik heb in de afgelopen maanden een paar schoenzolen versleten.’ In drie maanden tijd hebben ze er drieduizend uur doorheen ‘geramd’. Naast hem zit burgemeester Margo Mulder. ‘Het is topsport’, zegt ze. Mulder heeft kort kastanjebruin haar en vriendelijke ogen. In haar bescheiden ingerichte werkkamer schenkt Mulder zelf koffie en thee in voor haar gasten. 

Al snel wordt duidelijk dat de opvang meer is dan alleen bedden regelen. Gemeenten moeten ook onderwijs faciliteren, medische zorg aanbieden en leefgeld uitbetalen10. Het is allemaal nieuw voor ze. Om het leefgeld te storten bijvoorbeeld, zijn er speciale prepaid passen nodig. Maar omdat bijna alle gemeenten ze hadden besteld, worden die veel te laat geleverd. ‘Cash uitbetalen kon ook niet, want de gemeente heeft natuurlijk zelf geen pinpas om geld mee op te nemen’, lacht Mulder. ‘Ik heb uren op mijn werkkamer gezeten met de financieel medewerker, we kwamen in eindeloze keuzemenu’s van de bank terecht.’  

Op de prepaid passen kunnen alleen gemeenten geld overmaken. Als de Oekraïners willen werken, hebben ze daar niks aan, want er kan geen salaris op worden gestort11. Daarvoor is een Nederlandse bankrekening nodig, maar die kunnen ze vaak niet krijgen. Veel Oekraïners hebben alleen een ‘intern paspoort’ zonder RFID-chip, wat banken gebruiken om fraude te voorkomen12. Sommige gemeenten, zoals Sliedrecht, sloten daarom een deal met Bunq Bank, die een intern paspoort wel accepteert. In andere gemeenten hebben vluchtelingen nog steeds alleen een prepaid pas.13  

‘Als mensen niet kunnen werken, zie ik ze soms echt depressief worden’, zegt een ambtenaar die liever anoniem wil blijven. ‘Maar wij kunnen als gemeente geen bankrekening openen. Ik snap dat de Rijksoverheid ons verantwoordelijk heeft gemaakt, maar er wordt tegelijkertijd zo’n druk op ons gezet. Ik werk wekenlang twaalf tot veertien uur per dag. Er komt zoveel bij kijken.’

Wat doe je als gemeente bijvoorbeeld met een overlastgever? ‘Terugsturen naar het landelijk coördinatiepunt kan niet’, zegt De Kok uit Goes. Recent liep dat zelfs zo uit de hand dat hij een vluchteling uit de opvanglocatie moest zetten. ‘Dit was een uitzondering, het ging om seksueel overschrijdend gedrag. Ik wil niet in detail treden, want het was behoorlijk heftig, ik heb er nog vaak aan gedacht.’ De Kok en burgemeester Mulder wilden deze persoon niet langer in de opvang houden, tegelijk wilden ze een andere gemeente hier ook niet mee opzadelen. Daarom maakten ze een notitie achter zijn burgerservicenummer, wat andere gemeenten kunnen zien als de vluchteling zich daar meldt.

Voor deze problemen wil ik oplossingen van het Rijk. Maar toen we hierover om sturing vanuit de overheid vroegen, zeiden ze: “Los het zelf maar op”’, zegt Mulder. Het Rijk compenseert alleen financieel, en zelfs dat doet het achteraf. ‘We hebben nog geen cent ontvangen.’ De opdrachten van hogerop gaan volgens Mulder vooral om het ‘vullen van getallen’. Elke burgemeester bedenkt zijn eigen procedures, soms niet wetend dat anderen tegen vergelijkbare problemen aanlopen. Zo kan een probleem op de ene plek maanden doorsudderen, terwijl verderop allang een oplossing is bedacht. 

Overbelast zorgstelsel verder onder druk

Op het moment dat de gemeente iemand een burgerservicenummer geeft, gaat er op de achtergrond automatisch van alles lopen. In maart valt er bij zeker honderden Oekraïense vrouwen van dertig tot zestig jaar een brief op de mat: ‘Wij nodigen u uit om mee te doen aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker’. Terwijl de normale huisartsenzorg nog niet eens was geregeld, zegt huisarts Guus Jaspar uit Terneuzen, tevens bestuurslid van de Landelijke Huisartsen Vereniging. ‘We hebben wekenlang naar het ministerie gebeld, brieven gestuurd, we zijn zelfs langsgegaan om te vragen Oekraïners niet meer uit te nodigen voor het bevolkingsonderzoek. Iemand moest een vinkje in de computer uitzetten, uiteindelijk is dat gelukt, maar ik snap niet dat dat maanden moest duren.’

De unieke vluchtelingenstatus van Oekraïners zet het al overbelaste zorgstelsel nog verder onder druk. Vluchtelingen, vaak met veel klachten na traumatische ervaringen, moeten bij reguliere huisartsen aankloppen, die al jaren met personeelstekorten kampen. De Oekraïners zijn bovendien geen standaard patiënten, ze spreken de taal niet en zijn niet verzekerd. Het COA heeft niet voor niks een apart zorgstelsel voor asielzoekers, met een speciale telefoonlijn om reguliere huisartsen te ontlasten, en in of vlakbij elk asielzoekerscentrum een huisartsencentrum waar speciaal oog is voor taal- en cultuurverschillen en psychische hulp14

Het is symptomatisch voor de gehele Oekraïne-opvang: gemeenten moeten uitvinden waar het COA allang een oplossing voor heeft bedacht. Huisarts Jaspar vraagt de minister sinds maart meerdere keren om voorzieningen die al bestaan voor asielzoekers toegankelijk te maken voor Oekraïense vluchtelingen. ‘Ik vind dat wij niks geks vragen, maar toch komt er pas nu een beetje beweging in, na vier maanden niks.’

Van de Oekraïense vluchtelingen wordt in wezen verwacht dat ze ‘zelfredzaam’ zijn. Ze moeten zelf de weg vinden in een voor hen onbekend zorgstelsel. In de praktijk betekent dit dat ze wekenlang met klachten doorlopen, soms niet eens bij de huisarts terechtkomen.15

Vrijwilligers hangen uren aan de telefoon om een afspraak te regelen. ‘Ik was van de week weer tweeënhalf uur aan het bellen’, zegt een vrijwilliger in de opvangflat in Goes. De man staat midden in een geïmproviseerde woonkamer waar een cardboard aan de muur is geschroefd, met daarop grote vellen papier geprikt. _Ik loop – liep. Ik zwem_men – zwom. ‘Het enige struikelblok hier is het vinden van een huisarts. Ik ervaar een enorme drempel!’ Van de week had een jongen van acht al drie dagen koorts en een enorme blaar op zijn tong. ‘Van de huisarts die ik na uren bellen sprak, moest ik nog eens twee dagen wachten en dan maar opnieuw bellen.’

Geen vluchtelingen maar arbeidsmigranten

Oekraïners zijn vanwege hun speciale status in feite gewone burgers. Sommige gemeenten willen ze zelfs liever geen vluchteling noemen. ‘Ik heb een hekel aan het woord “vluchtelingen”, ik wil mensen geen stempel geven’, zegt een communicatiewoordvoerder van de gemeente Sliedrecht. Liever vergelijken bestuurders de Oekraïners met arbeidsmigranten, blijkt uit gesprekken. In Naaldwijk wonen vluchtelingen zelfs in hetzelfde complex. De arbeidsmigranten op de onderste verdieping zijn een verdieping hoger gaan wonen om plaats te maken, ze wonen nu met vier in plaats van drie in een appartement, voor nog steeds dezelfde huur16. Zo zijn er 110 plekken voor vluchtelingen gecreëerd, hiermee verdient de huisvester, Homeflex, zeker 55.000 euro per maand extra17. In Sliedrecht heeft de gemeente een uitzendbureau gevraagd de opvanglocatie op te zetten. ‘Zij hadden namelijk al ervaring met de huisvesting van Oost-Europese arbeidsmigranten.’ 

Als een zelfvervullende voorspelling komen Oekraïners zo in de wereld van arbeidsmigranten terecht, waar vaak slechte woon- en werkomstandigheden zijn of zelfs uitbuiting plaatsvindt. De 42-jarige Mykhailo bijvoorbeeld, opgevangen in Sliedrecht, hosselt sinds april af en toe klussen in de bouw. ‘Ik heb geen contract en ze betalen contant, maar het is wel legaal hoor’, zegt hij. ‘Ik vond laatst een advertentie op Facebook waar werk en huisvesting werd aangeboden. Ze vroegen mij negenhonderd euro te betalen, maar ik kreeg het gevoel dat ze me wilden belazeren, dus ik ben er niet op ingegaan.’

Onderbetaling, te lange werkdagen of onveilige werksituaties

Tussen de arbeidsmigranten op bungalowpark De Droomgaard in Kaatsheuvel wonen in mei dit jaar ook steeds meer vluchtelingen. In een van de honderden vervallen bungalows woont de 27-jarige Nastya, die hier via de sociale media-app Telegram terecht is gekomen. Daar adverteerde een uitzendbureau met een baan inclusief huisvesting. Ze verliet haar gastgezin in Friesland, nu plukt ze aardbeien, zes dagen per week, waarvan vijf dagen twaalf uur per dag. Die uren krijgt ze alleen niet allemaal betaald, blijkt uit de loonstrookjes die ze laat zien. ‘Mijn Engels is niet goed dus een andere baan vinden is moeilijk’, vertelt ze. Haar baas zorgt ook dat Nastya wordt ingeschreven, maar doet dat op een ander adres en in een andere gemeente dan waar ze woont, staat in haar documenten. Ze hoopt snel een nieuwe baan te vinden. ‘Ik sta elke dag om half vier ‘s ochtends op en ben om zes uur thuis.’ Ze fotografeert haar armen, rood van de uitslag, opgelopen tijdens het plukken. ‘Maar’, benadrukt ze telkens, ‘ik klaag niet, dit is mijn eigen keuze.’

Desgevraagd laat de Arbeidsinspectie weten de afgelopen maanden tachtig meldingen te hebben ontvangen over onder meer onderbetaling, te lange werkdagen of onveilige werksituaties van Oekraïners in Nederland.   

‘In het begin is er vooral ingezet op bewustwording en huisvesting, maar niet op registratie’, zegt Suze Hageman, die voor de Nationaal Rapporteur Mensenhandel werkt. ‘Zo raken vluchtelingen uit het zicht.’ Normaal moeten vluchtelingen zich verplicht melden en verblijven ze in centra van het COA. Bij de Nationaal Rapporteur maken ze zich specifiek zorgen over alleenreizende kinderen, die op aankomstplekken niet apart worden geregistreerd. ‘Alleenreizende kinderen zijn in het algemeen extra kwetsbaar om het doelwit te worden van uitbuiters of mensenhandelaren en voor seksueel geweld.’ Het COA heeft een speciale opvang voor deze groep18, maar de alleenreizende Oekraïense kinderen zijn niet eens in het vizier van toezichthoudende instanties. ‘We weten niet hoeveel gevluchte Oekraïense kinderen er in Nederland zijn, dat is heel zorgelijk.’

Het helpt ook niet dat de gemeentelijke opvanglocaties zo van elkaar verschillen. Het ene park wordt 24/7 beveiligd, terwijl een andere locatie voor iedereen toegankelijk is. ‘Hier krijg ik kortsluiting van’, zegt Hagemans collega Dyonne Pennings, die ook voor de Nationaal Rapporteur werkt. ‘Hier wonen kwetsbare mensen, dus dat je op sommige locaties gewoon naar binnen kan lopen is echt heel zorgelijk.’ Gemeenten die hier eigenlijk niet altijd expertise over in huis hebben zijn nu verantwoordelijk, zegt Hageman. ‘Dan zie je dat de opvang vaak niet duurzaam is en er vooral is gefocust op snel handelen.’ 

‘Het is hier net een gevangenis, en de situatie wordt steeds slechter en slechter.’ Zes vrouwen zitten gespannen rond een tafel achterin een koffietent vlakbij het station van Eindhoven. Evgeniya Balmashnova, een korte vrouw met blond haar en een zwaar Oost-Europees accent, neemt het voortouw. ‘Het gaat hier om mensen die zijn gevlucht van bommen maar worden behandeld als criminelen.’ Evgeniya woont al 22 jaar in Nederland en vertaalde op de opvanglocatie voor vluchtelingen. Inmiddels is ze niet meer welkom. ‘Iedereen die kritiek levert, wordt buiten de deur gezet.’

Naast Evgeniya zit Olga, een blonde vrouw van 45 jaar. Ze is een van de vluchtelingen die in een Eindhovens kantoorpand woont. ‘Allereerst wil ik iedereen in Nederland heel erg bedanken. We waarderen de hulp die we krijgen heel erg’, zegt ze zacht. De opvanglocatie was eigenlijk bedoeld als tijdelijke opvang, maar inmiddels wonen er al maandenlang vluchtelingen. Olga laat een foto zien: het ruime kantoorpand is verdeeld in kleine kamers, enkel gescheiden door houten schotten. Aan de bovenkant is het open. ‘Als er iemand snurkt of geluid maakt, hoor je dat in de kamers ernaast.’ 

‘Maar dat is het ergste niet’, vervolgt Olga. Toen ze hier aankwam moest ze een ‘leefregelcontract’ ondertekenen. ‘Ik dacht dat dat normaal was.’ Een van de regels is dat vluchtelingen niet zelf mogen koken. Bewoners leveren hiervoor 205 euro van hun leefgeld in, ze houden dan nog 55 euro per maand over. 

Beveiligers doorzoeken tassen van bewoners op scherpe voorwerpen of drugs, elke keer als de vluchtelingen binnenkomen. Kamers worden op willekeurige momenten doorzocht, ook als bewoners niet aanwezig zijn. Omdat de was- en douchecabines op de parkeerplaats staan, worden toiletspullen en schone was ook gecontroleerd. En omdat nagelschaartjes als scherpe voorwerpen verboden zijn, moeten nagels worden geknipt onder het oog van de bewaking. ‘Ik voel me behandeld als een crimineel’, zegt Olga. 

De gemeente Eindhoven besteedt de opvang van Oekraïense vluchtelingen uit aan organisaties die normaal gesproken daklozen opvangen, hulporganisaties NEOS en Springplank. Volgens de vrijwilligers aan tafel is dat de oorzaak van het probleem. ‘Ze zijn gewend aan een hele andere doelgroep en hanteren dezelfde regels en omgangsvormen.’

24-uursregeling

Het meeste vreemde voorbeeld hiervan is de ‘time-out regel’: Als je je niet aan de regels houdt, moet je één nacht ergens anders doorbrengen. Ook als vluchteling. Dat gaat zelfs nog verder: ben je 24 uur weg? Dan verlies je jouw plek in de opvang, vertellen de vluchtelingen en vrijwilligers. Een van de bewoners moest om die reden definitief vertrekken, de vrouw sliep een nacht bij haar dochter vanwege geluidsoverlast op de locatie. Ze woont nu bij een opvanggezin. Sommige vluchtelingen met kinderen gingen zelfs terug naar onveilige regio’s in Oekraïne, vertelt Olga. 

Tatiana, een tengere vrouw met bruine ogen en kort haar luistert vol medeleven naar Olga. Ze zit in een opvanglocatie een paar kilometer verderop, ook georganiseerd door een van de daklozenopvangorganisaties. ‘Bij ons was het de eerste maanden vreselijk, dat is wat verbeterd dankzij de vrijwilligers’, zegt ze. ‘Toen we nog geen leefgeld kregen, werd er eten gebracht, maar vaak niet genoeg.’ Daardoor ontstonden vechtpartijen tussen vluchtelingen, vertellen vrijwilligers. Er waren wel vaker gevechten, de politie moest meerdere keren ingrijpen. ‘En er was een bewaker…’, vervolgt Tatiana, ‘hij maakte foto’s en filmde een bewoner. Hij kwam de vrouwendouches binnen. En niet alleen in de doucheruimte, ook in de cabines. “Vanwege veiligheidsredenen”, zei hij.’ De man werd uiteindelijk na drie weken ontslagen toen vrijwilligers aan de bel trokken. ‘Ik durfde geen kritiek te leveren en wist ook niet waar. Ik was bang dat ik eruit zou worden gezet’, zegt Tatiana. 

Volgens organisatie NEOS, verantwoordelijk voor de opvang waar Tatiana verblijft, was de start niet gemakkelijk, en speelden taal- en cultuurverschillen mee. De organisatie laat desgevraagd weten dat ze direct actie hebben ondernomen toen ze de problemen ontdekte.

De organisatie Springplank, die de opvang van Olga regelt, laat weten dat het kantoorpand geen ideale plek is om voor langere tijd te wonen, ze zijn bezig vluchtelingen te verhuizen. De leefregels zijn opgesteld in overleg met de gemeente, vanwege de veiligheid. ‘Dat de kamers zijn afgescheiden door schotten en aan de bovenkant open zijn, is op advies van de brandweer.’ De vluchtelingen mogen inmiddels zelf eten opwarmen op de begane grond en niet alle kamers worden meer gecontroleerd. ‘We weten nu bij wie we wat strenger moeten zijn en bij wie niet.’ Als mensen een time-out hebben, regelt Springplank een andere slaapplek. De 24-uurs-regel was ‘om mensen te beschermen tegen mensenhandelaren’, maar nu is deze regel versoepeld. Volgens Springplank hoefde niemand permanent te vertrekken.

De gemeente Eindhoven laat weten dat ze recent een bewonersavond heeft georganiseerd, het merendeel van de bewoners tevreden was, en ze een aantal huisregels heeft aangepast. Beveiligers hebben toegezegd zich minder op te stellen als ‘securitymedewerker van een vliegveld’, en meer als ‘gastheer/vrouw’.

Het verantwoordelijk maken van gemeenten voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen was in feite een zoveelste decentralisatie. En zoals met elke decentralisatie, moesten gemeenten – in dit geval opgebrande ambtenaren na een slepende coronacrisis – zelf uitzoeken hoe ze de opvang gingen opzetten. Het gevolg is dat er de afgelopen maanden honderden kleine opvangstelsels zijn gecreëerd. Oekraïners zijn afhankelijk van de kennis die gemeenten toevallig in huis hebben of van de partijen waaraan gemeenten hun taken uitbesteden. Want zoals bij zoveel sectoren in het land leidt decentralisatie ook hier uiteindelijk tot uitbesteding en privatisatie.

De uiteenlopende kwaliteit van opvanglocaties dringt nu ook bij vluchtelingen door. Zij bespreken onderling welke plekken ‘beter’ zijn. Zo wil een vluchteling in Gouda verhuizen naar een voormalig Shell-hotel in Den Haag. Ze krijgt binnenkort een baby, haar huidige verblijf is daar veel te klein voor, zegt ze. Vluchtelingen pakken in Nederland langzaam het leven op, ze krijgen kinderen, vinden een baan, of willen verhuizen naar een stad met meer mogelijkheden. Alleen dat gaat allemaal niet zo makkelijk. Zo heeft Den Haag geen plek voor de zwangere vrouw, Oekraïners uit de noodopvang gaan voor. 

De vrijheden die de Oekraïners op papier hebben, zijn in de praktijk weerbarstig. Ze verblijven op bungalowparken en wonen in oude kantoorpanden, vaak geen houdbare woonplekken voor de langere termijn. Gemeenten worstelen al weken met de vraag hoe lang zij nog verantwoordelijk zijn. Een centraal plan ontbreekt. Ambtenaren weten ondertussen niet of ze moeten investeren in meer woonruimte, of ze de Oekraïners Nederlandse taallessen moeten aanbieden en hoe lang ze nog leerlingenvervoer moeten regelen. ‘Dat doen we nu ook niet voor Nederlandse kinderen’, zegt een ambtenaar. 

‘Ik wil weten: Moeten gemeenten door met wat ze nu doen? Richten we een nieuwe organisatie op? Of gaan we het COA versterken?’, zegt Hubert Bruls, voorzitter van het landelijk Veiligheidsberaad. De oude werkzaamheden van ambtenaren die nu de opvang coördineren stapelen zich op. ‘We kunnen dit niet één of twee jaar volhouden.’ 

 Jan de Vries, burgemeester van Sliedrecht, vraagt het Rijk samen met andere burgemeester al ‘heel lang’ om met ‘handjes te komen’. ‘Help ons met de uitvoering van deze rollen en taken. Het Rijk heeft duizenden ambtenaren.’

Wanneer is de brand uit?

Bruls begrijpt dat het COA de Oekraïne-opvang momenteel niet regelt. ‘Ze hebben genoeg moeite met de opvang voor asielzoekers. Maar het is wel raar dat je niet eens een poging doet.’ In 2015, toen er in korte tijd veel Syrische vluchteling naar Europa kwamen, ervaarde Bruls het piepen en kraken van de opvang al. ‘We leerden dat we beter voorbereid moesten zijn op plotselinge toenames, maar er is sindsdien niets veranderd. Daarom zitten we nu alweer maanden te rommelen.’

Burgemeesters en ambtenaren zeggen allemaal hetzelfde: sinds het afkondigen van de noodsituatie afgelopen maart zijn er nauwelijks meer stappen gezet door het Rijk. ‘Juist door de Oekraïne-opvang in een crisissfeer te trekken, en daarin te houden, kom je niet tot beslissingen voor de lange termijn’, zegt Erwin Muller, hoogleraar veiligheid en recht aan de Universiteit van Leiden. Dit is volgens Muller een terugkerend probleem, ook zichtbaar tijdens de aanpak van de coronapandemie. ‘Het is namelijk veel makkelijker om een crisis te beginnen dan hem te beëindigen. Want wanneer is de brand uit? Dat moet je zelf definiëren. Is dat als er dagelijks minder dan duizend vluchtelingen binnenkomen of pas bij honderd?’ 

Zolang een einde niet gedefinieerd is, blijven gemeenten de opvang regelen. Stiekem lijkt er zelfs nóg een taak bij te komen. Premier Rutte, die de opvangsituatie in Ter Apel afgelopen maand óók heeft uitgeroepen tot een officiële crisis, kijkt opnieuw naar de lokale bestuurders, ondanks dat de gemeentelijke opvang van Oekraïners nog door niemand is geëvalueerd of onderzocht. Gemeenten moeten nu tijdelijk een deel van de reguliere asielzoekers opvangen. Bruls en zijn collega’s trapten daarom vorige week op de rem. ‘Er zit een grens aan wat veiligheidsregio’s en gemeenten kunnen doen om het Rijk te blijven ondersteunen’, schrijft Bruls aan premier Rutte. Hij zegt de extra noodopvang voor asielzoekers na 1 oktober niet te garanderen19.  

Toch ligt er zelfs al een advies op tafel om dit op de langere termijn de nieuwe standaardprocedure te maken. De Adviesraad Migratie denkt dat gemeenten kunnen helpen bij het oplossen van de asielcrisis, door verplicht een aantal “kansrijke” asielzoekers op te vangen20. Niet alle burgemeesters staan hierom te springen. ‘Het opvangen van vluchtelingen is een professie en vraagt om goede organisatie’, zegt de burgemeester van Sliedrecht, De Vries. ‘We hebben veel tot stand gebracht voor de opvang van Oekraïners en daar ben ik trots op, maar meer kun je niet van onze medewerkers vragen.’ 

De namen van Mykhailo en Tatiana zijn gefingeerd, hun echte voor- en achternaam is bekend bij de redactie. 


  1. EU-lidstaten besluiten op 18 maart Oekraïners de tijdelijke beschermingsstatus te geven. 

  2. De rechten die de tijdelijke beschermingsstatus geven, en de aanvullingen hierop in Nederland. 

  3. De twee handreikingen over gemeentelijke opvang en particuliere opvang. 

  4. Dagblad van het Noorden en De Telegraaf over de opvang in Lauwersoog, het Eindhovens Dagblad en een interview met onderzoekers die voor de Nationaal Rapporteur Mensenhandel werken. 

  5. Op 21 juli 2022 zijn er 52.736 ‘bedden in gebruik’, dit zijn alleen gemeentelijke opvangbedden. 

  6. De toelichting van premier Rutte op de situatie in Oekraïne, zie rond 07:00 minuten. 

  7. De Wet veiligheidsregio’s biedt geen bevoegdheden die zien op het onderdak verschaffen aan vluchtelingen. 

  8. Op grond van artikel 4, eerste lid, van de Wet verplaatsing bevolking (1952) krijgen burgemeesters de wettelijke taak om zorg te dragen voor de opvang, waaronder begrepen de huisvesting en verzorging en de registratie, van ontheemden uit Oekraïne, alsmede de voorbereidingen daartoe. 

  9. Aan de voorzitters veiligheidsregio is een coördinerende rol toebedeeld in de uitvoering van de opdracht die de staatssecretaris van JenV aan gemeenten heeft opgelegd om voor Oekraïense vluchtelingen en asielzoekers opvangplekken te organiseren. 

  10. Gemeenten moeten naast het realiseren van opvang, ook zorgen voor de eerste levensbehoeften, en zorg en onderwijs

  11. Dit is op 19 juli bevestigd door de BNG Bank, die de prepaid passen verstrekt. 

  12. Zie meer informatie in berichten van Vluchtelingenwerk en RTL Nieuws

  13. Blijkt uit gesprekken met gemeenten, onder meer Gouda en Goes. 

  14. Meer informatie over de zorg voor asielzoekers op de website van het COA. 

  15. Blijkt uit gesprekken gevoerd met vluchtelingen en vrijwilligers. 

  16. Blijkt uit gesprekken met meerdere arbeidsmigranten op de locatie. 

  17. De gemeente Sliedrecht laat desgevraagd weten vanaf 125 euro per week per vluchteling te betalen aan de organisaties die huisvesting regelen voor vluchtelingen, en dat er op de locatie van HomeFlex tussen de 110 en 115 vluchtelingen verblijven. Per week is dit minimaal minimaal 55.000 euro. Homeflex heeft hierop niet gereageerd. 

  18. Meer informatie over de opvang van alleenreizende minderjarige vluchtelingen op de website van het COA

  19. Brief van Voorzitter Veiligheidsberaad, Hubert Bruls, aan premier Rutte, ‘ontbrekend perspectief in de asielcrisis’, 19 juli 2022, in handen van Investico. 

  20. Meer informatie over het advies van de Adviesraad Migratie en de ROB. 

Wilt u onafhankelijke onderzoeksjournalistiek ondersteunen? Word Vriend van Investico

U las de longread van dit onderzoek. Heeft u naar aanleiding hiervan een tip? Neem contact met ons op

Verdedig de rechtsstaat. Steun onafhankelijke onderzoeksjournalistiek in Nederland.

Word vriend