Onderzoek met bronnen
Altijd en overal vervuild
of Lees het onderzoek bij De Groene Amsterdammer
Het opruimen van PFAS-vervuiling dreigt onbetaalbaar te worden. Een Europees verbod op productie van de chemicaliën kan op sterke tegenlobby van PFAS-makers rekenen.
1. Euforie
Het is de avond van vrijdag de dertiende in 1959 wanneer het stadsbestuur van Dordrecht in restaurant Ter Merwe op een feestelijk etentje wordt getrakteerd door een Amerikaanse multinational. De menukaart1 is terug te vinden in het Dordtse stadsarchief: grapefruit-cocktail, aspergesoep, tarbot, geroosterde kip, en chipolatapudding toe. Na maanden van geheime onderhandelingen kan de boodschap nu luidkeels worden verkondigd: chemiereus Dupont de Nemours vestigt zich in Dordrecht.
Nederland was de kans bijna misgelopen. Dupont, een chemiegigant uit Amerika, zag het Belgische Mechelen ook als een optie. Het werd Dordrecht, vanwege de gunstige ligging aan de rivier de Merwede, waar de fabriek koelwater uit kan halen en afvalwater in kan lozen. Over die lozingen hoefden de Dordtenaren zich niet zoveel zorgen maken, zei burgemeester Jan van der Dussen destijds: ‘Men beschikt in Nederland over zeer voldoende wetenschappelijke lieden die dat wel kunnen nagaan. Men kan op dit punt stellig gerust zijn.’
In de jaren daarna groeit de fabriek gestaag: de kranten staan in die tijd bol van de Dupont-vacatures. In Dordrecht komen stoffen met namen als Delrin en Lycra uit de fabrieken gerold. In 19652 belegt het Amerikaanse bedrijf een persconferentie in het Amsterdamse Hilton-hotel om de komst van nog een nieuwe fabriek in Dordrecht aan te kondigen. Die zal een door Dupont gepatenteerde kunststof gaan produceren. Chemici noemen het polytetrafluorethyleen (PTFE), Dupont geeft het de merknaam Teflon.
Teflon wordt in 1938 ontdekt door de chemicus Roy Plunkett in een Dupont-fabriek in New Jersey. Zoals zo vaak in de geschiedenis van de chemie ging die ontdekking per ongeluk. Plunkett probeerde nieuwe koelgassen te maken met tetrafluorethyleen, een stof met relatief kleine moleculen.3 Maar in zijn experiment bleken al die kleine moleculen aan elkaar waren geplakt tot wat men in de scheikunde een polymeer noemt. Eentje met een vrij simpele structuur: een lange ‘stam’ van koolstofatomen, met fluoratomen als takken daaraan vast. De binding tussen koolstof en fluor is enorm sterk. Als de twee aan elkaar vast zitten, dan krijg je ze nauwelijks meer los, en komen andere stoffen er dus ook heel moeilijk tussen.
Word nu Vriend van Investico en versterk de onderzoeksjournalistiek in Nederland
Dat merkte Plunkett en zijn team bij Dupont meteen al: het polymeer dat ze per ongeluk hebben gemaakt, reageert bijna nergens mee, en is bovendien enorm glad. Zo glad, blijkt uit later onderzoek, dat het een van de weinige stoffen is waar gekko’s niet aan blijven plakken. De kleine hagedissen lopen moeiteloos een verticale muur op, maar zelfs zij glijden van het Teflon af.4
Teflon is het bekendste voorbeeld van de ‘poly- en perfluoralkylstoffen’ (PFAS). Een groep van ongeveer 10 duizend door de mens gemaakte chemicaliën die allemaal gebaseerd zijn op die uitzonderlijk sterke koolstof-fluorbinding. PFAS omvatten de grote polymeren als teflon, maar ook kleine moleculen. PFOA bijvoorbeeld, dat door Dupont gebruikt werd om Teflon te maken, of PFOS dat concurrent 3M gebruikte om de waterafstotende spray Scotchgard mee te maken.
De gladheid en onverwoestbaarheid van Teflon blijkt een goudmijn voor Dupont: binnen no-time produceert het bedrijf miljoenen tonnen van het spul. In pannen zorgt het voor een anti-aanbaklaag, het is een uitstekend materiaal om elektriciteitskabels te isoleren, en in de industrie kan het worden gebruikt voor allerlei soorten ventielen, lagers en smeermiddelen. Andere chemieconcerns, zoals het Amerikaanse 3M, het Belgische Solvay, het Amerikaanse Gore en het Japanse Daikin patenteren hun eigen varianten, en verwerken PFAS in regenjassen, medische toepassingen als katheters, make-up en bestrijdingsmiddelen. De natuur maakt geen PFAS: tot in de jaren 40 waren er op de hele aarde nauwelijks koolstof- en fluoratomen aan elkaar gebonden. Na de oorlog zit de binding opeens overal.
Sterke verbindingen hebben een keerzijde: ze gaan niet kapot als je het product weggooit. PFAS-producten werken eigenlijk te goed: ze vergaan simpelweg niet, en krijgen de bijnaam ‘forever chemicals’.
Vanaf de jaren 505 beginnen bedrijven als Dupont en 3M te onderzoeken wat daar de gevolgen van kunnen zijn.6 De eerste zorgen zijn er voor de medewerkers van de fabrieken. Dupont start studies naar ‘Teflon-koorts’7. Menselijke vrijwilligers moeten sigaretten roken waar Teflon in zit verwerkt. Negen van de tien vrijwilligers die aan de hoogste dosis worden blootgesteld, krijgen ziekteverschijnselen als rillingen, rugpijn en koorts. De resultaten van een rattenstudie8 wijzen uit dat zowel PFOA als PFOS toxisch zijn en zorgen voor leverschade. Een apenstudie wordt na twintig dagen vroegtijdig beëindigd, omdat alle proefdieren overlijden.
‘Ik was een van de eerste wetenschappers in Europa die onderzoek deed naar PFAS in het milieu’, zegt Pim de Voogt, hoogleraar Milieuchemie aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Op een congres in Wenen in 2002 hing ik een briefje op een prikbord: “Iemand geïnteresseerd in PFAS-verontreinigingen in Europa?”’, vertelt hij. Niemand wist toen hoeveel van de stoffen voorkwamen in rivieren en meren. Een van de partijen die reageerde, was Dupont dat wilde meewerken aan het onderzoek9. Later steunde het bedrijf De Voogts onderzoek ook financieel. ‘Met het geld dat ik van de industrie kreeg mocht ik zelf beslissen wat ik deed. Ik kocht een apparaat om beter PFAS in het milieu te kunnen meten.’
De Voogt heeft nooit het idee gehad dat zijn onafhankelijkheid in het geding was. ‘Bovendien was er bij de overheid destijds geen belangstelling om zulk onderzoek te financieren. Als je industrie geld kunt ontfutselen om onafhankelijk onderzoek te doen, moet je dat doen. Met hun financiering heb ik kunnen aantonen dat zij stoffen in het milieu brengen die gevaarlijk zijn.’ Natuurlijk is het zo dat de bedrijven daar ook baat bij hadden, zegt de hoogleraar. ‘Ze zaten op de eerste rij en bleven zo op de hoogte van de kennis die wij opdeden over hun producten.’
In dezelfde periode rond de eeuwwisseling slaan ook de producenten van PFAS de handen ineen om verder in kaart te brengen wat de eigenschappen en gevolgen zijn van de stoffen die ze dan al decennia produceren. Onder de vlag van belangenorganisatie Plastics Europe verenigen zij zich als de 'Fluoropolymer Product Group’. Aan tafel zaten toxicologen van bijvoorbeeld Dupont, 3M, Solvay en Arkema. Gedurende vijftien jaar, tot 2011, vliegen zij de wereld over, van Brussel tot Praag of Philadelphia en komen meer dan vijftig keer samen.10
De Nederlandse toxicoloog Watze de Wolf was voorzitter van de groep. Hij werkte tussen 2001 en 2010 bij Dupont en deed onderzoek naar PFOA, de stof die Dupont in Dordrecht gebruikte bij de Teflon-productie. In Amerika was er destijds al veel te doen over PFOA, maar in Europa hadden de autoriteiten er minder aandacht voor, zegt hij in een telefoongesprek. ‘Voor ons als bedrijven was het daarom belangrijk om proactief feiten naar buiten te brengen. Als er dan een discussie loskomt over een stof, dan wil je dat de mensen bij de autoriteiten goed geïnformeerd zijn.’
Het vergaren van kennis was niet het enige doel van de werkgroep, blijkt uit gelekte interne mailwisselingen en notulen van de groep. De documenten werden in het kader van het Forever Lobbying Project door de Franse krant Le Monde gedeeld met Investico en 28 andere Europese media (zie kader). De werkgroep met toxicologen was er ook, zo lezen we in de notulen, om in Europa ‘politieke beslissingen te beïnvloeden11.’
De strategie die in Amerika heeft gewerkt, schrijft een Dupont-collega van De Wolf, is benadrukken dat de ene PFAS-stof de andere niet is. ‘Door de verschillen te benadrukken krijg je discussie en confrontatie tussen de industrie en autoriteiten.’ De samenwerking met onafhankelijke wetenschappers kan de 'geloofwaardigheid' van de groep vergroten, aldus Dupont. De groep zelf publiceert studies die aan zouden tonen dat PFOA veilig is en niet opstapelt in de bloedbaan of de voedselketen. Op een bijeenkomst in Brussel in 2006 zegt De Wolf dat de groep moet proberen te voorkomen dat PFOA in de meer giftige ‘klasse 2’ wordt ingedeeld door de EU. ‘Er moest meer onderzoek worden gedaan naar hoe de stof precies werkt’, zegt hij daar nu over.
De discussie speelt later nog eens voor een gelijkaardige stof, APFO, een tweelingbroertje van PFOA dat levertumoren in ratten veroorzaakt. De stof, beargumenteren de toxicologen, zou die kanker teweegbrengen op een manier die specifiek voorkomt bij ratten - en is dus ongevaarlijk voor mensen. Dat argument is ook de reden dat de stof in Europa in de minder giftige categorie 3 wordt ingedeeld, lezen we in de mailwisseling. Een voorstel van enkele toxicologen uit de groep om de hypothese ook beter te onderzoeken, haalt het niet. Een negatieve uitkomst ‘zou ons argument kunnen ondermijnen’, schrijft een lid van de groep. ‘Het onderzoeksbudget kan beter besteed worden aan acties die betere resultaten kunnen opleveren voor de industrieën.’
In 2009 schrijft de groep dat ze over vijf jaar op een punt wil zijn waar ‘consumenten begrijpen dat fluorpolymeren niet inherent schadelijk zijn voor het milieu en erkennen dat fluorpolymeren veilige, waardevolle en unieke materialen zijn waar de maatschappij baat bij heeft en die hun milieukosten waard zijn.’12
In Amerika worden dan al tien jaar rechtszaken tegen Dupont gevoerd over PFOA-vervuiling. Tussen 1999 en 2005 klaagt advocaat Robert Bilott het bedrijf meermaals aan voor PFOA-vervuiling rond een fabriek in West Virginia. Koeien die van het vervuilde water dronken vielen dood neer, uiteindelijk blijkt het drinkwater van meer dan 70 duizend mensen te veel PFAS te bevatten. Dupont schikt voor 350 miljoen dollar. Over deze zaken zou later Hollywood-film Dark Waters worden gemaakt met Mark Ruffalo in de rol van Bilott.13
Het balletje begint in Nederland pas te rollen na een publicatie van onderzoeksplatform Follow the Money14 In 2015, 50 jaar nadat Dupont de fabriek in Dordrecht opende. Het bedrijf heeft alle chemie-afdelingen, waaronder de fabriek in Dordrecht dan ondergebracht onder de bedrijfsnaam Chemours. In 2016 maakt het RIVM15 bekend dat de Teflon-fabriek in Dordrecht jarenlang te hoge concentraties PFOA heeft uitgestoten. In 2023 onthulde tv-programma Zembla16 dat het bedrijf al in 1994 wist dat er door kapotte leidingen ‘grote hoeveelheden’ PFAS in het grondwater terecht waren gekomen, en er onder de fabriek ‘een stortplaats’ was ontstaan. In 2012 stopt Chemours met het gebruik van PFOA, en stapt het over op een net iets andere PFAS-variant, die als GenX bekendstaat.17
We weten ondertussen dat PFAS het immuunsysteem aantasten18: kinderen met meer PFAS in hun bloed ontwikkelen minder antistoffen na een vaccinatie19. Mensen die aan hoge PFAS-concentraties worden blootgesteld hebben grotere kans op verminderde vruchtbaarheid20, en op prostaat-, nier- en teelbalkanker. Ook worden verschillende PFAS geassocieerd met schade aan de lever en schildklier21.
Van de jubelstemming bij de opening van fabriek in Dordrecht is dan ook geen sprake meer. De provincie Zuid-Holland wil de fabriek het liefst stilleggen, maar omdat het bedrijf handelt volgens de vergunning, staat de provincie machteloos. Advocate Bénédicte Ficq deed eind 202322 namens omwonenden aangifte tegen Chemours, het Openbaar Ministerie doet onderzoek. Intussen draait de fabriek bij Dordrecht gewoon door en vroeg het bedrijf eind vorig jaar zelfs een nieuwe vergunning aan om 27 nieuwe soorten PFAS-varianten uit te stoten23.
2. Vervuiling
‘Het smerigste werk van Dupont deden we hier in Helmond.' Jan de Kloe (49) wrijft met zijn vingers over zijn grijze baardje en zet zijn bril steviger op zijn smalle gezicht. Zijn lange grijze paardenstaart danst op de wind. Hij wijst naar een kantoorgebouwtje met een lage loods erachter. ‘Custom Powders’ staat er op een bord voor de ingang. Het bedrijf droogt en mengt poeders zoals suikers, zoetstoffen en verdikkingsmiddelen. Vlak voor de eeuwwisseling krijgt Custom Powders24 er een nieuwe klant bij: Dupont verplaatst een stukje van haar productieproces naar Brabant. De in Dordrecht geproduceerde Teflon wordt in Helmond gedroogd en gescheiden van restproduct APFO (ook een PFAS)25. Dat is de stof waarvan de werkgroep met toxicologen stellig claimde dat die alleen kanker bij ratten zou veroorzaken.
De Kloe werkte in 1999 en 2000 als procesoperator voor Custom Powders. De stof kwam de fabriek binnen in grote plastic zakken, die hij in de lucht moest takelen, vertelt hij. ‘Dan prikte ik met een priem de zak door, en stroomde het vloeibare APFO eruit. Het ziet eruit als water, en ruikt een beetje naar ammoniak.’ De witte Teflon-massa bleef achter in de zak en gooide hij in een machine die het met hete lucht verder droogde.
‘Non-toxic’ stond er destijds op de papieren26 die bij de levering zaten. Tegelijkertijd waarschuwden die voor griepklachten als de hygiënestandaarden niet op orde zijn: de ‘Teflon-koorts’ die Dupont decennia eerder al op het spoor was. De Kloe werd in die periode steeds vaker ziek, hij kreeg last van zijn longen. Hij droeg wel een stofmasker, en handschoenen. ‘Maar het stof kroop onder mijn masker door. Als ik thuiskwam, zat het nog rond en in mijn neus.’
De Arbeidsinspectie doet onderzoek en schrijft in november 200027 een brief aan De Kloe dat Custom Powders geen gezonde werkplek voor haar werknemers kan garanderen: ‘de maximale gezondheidsnormen zijn regelmatig overschreden’. Een paar maanden daarna, op 1 januari 2001 loopt zijn contract bij Custom Powders28 af en wordt het niet verlengd.
‘Dat spul heeft mijn leven verwoest’, zegt De Kloe. Hij heeft last van chronische pijn, zijn spieren raken snel overbelast en zijn longen doen het niet meer goed. Toen hij bij het Helmondse bedrijf werkte, was er nog weinig bekend over de gezondheidsrisico’s van PFAS. De Kloe is ervan overtuigd dat zijn klachten het gevolg zijn van zijn werk en voert een jarenlange strijd om daar erkenning voor te krijgen. In 2023 richtte hij de actiepagina Stop Pfas Helmond29 op.
Na het onderzoek van de Arbeidsinspectie blijft het poederbedrijf draaien. Custom Powders droogt 50 tot 130 ton Teflon per jaar. Begin deze eeuw ging er jaarlijks 400 kilo PFAS via de schoorsteen de lucht in30.
Achter de loods loopt een riviertje, De Nieuwe Aa. ‘Ik vreesde al langer dat het spul in het milieu zou belanden’, zegt De Kloe. In 2017 wordt die vrees werkelijkheid: de grond en het grondwater31 om de loods in Helmond blijken ernstig vervuild32. In 2018 meet het RIVM33 hier in Helmond de allerhoogste concentratie van de PFAS-variant GenX in het grondwater, nog hoger dan bij Chemours in Dordrecht.
De gemeente en het bedrijf steggelden jarenlang over wie dat gaat betalen. Afgelopen maand vroeg Custom Powders faillissement aan. Dat was omdat ze met de gemeente ‘niet tot een gezamenlijke oplossing van dit lopende PFAS-issue konden komen’, zegt het bedrijf na vragen van Investico. Ondanks herhaaldelijk aandringen wil Custom Powders verder niet reageren op verdere vragen van Investico.34 ‘Het bedrijf heeft jarenlang gecasht en zijn verantwoordelijkheden ontlopen’, zegt Arno Bonte, wethouder in Helmond. ‘Moreel gezien is dat niet te begrijpen.’ De gemeente gaat nu zelf aan de slag om de vervuiling op te ruimen. ‘Ik wil dat ze het nu eindelijk fatsoenlijk gaan schoonmaken, zegt De Kloe. ‘Ik weet wat die troep kan doen met mensen.'
De afgelopen jaren staan de media bol van zorgwekkende berichten over PFAS. Vliegvelden, militaire bases en oefenlocaties voor de brandweer zijn ernstig vervuild door PFAS in blusschuim. Eieren van hobbykippen bevatten te veel PFAS35, net als het vlees van runderen die in Zeeland langs de Westerschelde grazen.36 Ook in de vervuiling is terug te zien dat PFAS overal wordt toegepast: een vakantiepark in het Gelderse Zelhem blijkt jarenlang schuimparty’s georganiseerd te hebben met PFAS-houdend schuim, en nu is de naastgelegen zwemplas ernstig vervuild.37
Telkens is er dezelfde reactie: omwonenden reageren bezorgd en boos en de overheid verbaasd. Het Rijk heeft vooralsnog geen idee waar al dat PFAS vandaan komt: er is geen overzicht van welke bedrijven de stoffen lozen en hoeveel. In België38 hebben ze wel zo’n lijst, maar minister van Infrastructuur en Waterstaat Barry Madlener (PVV) zei onlangs tegen de Tweede Kamer39 dat hij die in Nederland pas in 2032 verwacht. Het ministerie weet ook niet op hoeveel vervuilde plekken reeds is besloten om de PFAS weg te halen. Het zegt ‘niet bevoegd te zijn voor bodemtaken en zo’n overzicht niet te hebben’. De bevoegdheid voor de bodem was in Nederland tot 2024 namelijk merkwaardig genoeg verdeeld over de de provincies en de 29 grootste gemeenten.40
We besloten hen daarom allemaal te vragen naar het aantal locaties waar PFAS moet worden opgeruimd. We vonden zo 52 locaties waar reeds is beslist om PFAS op te ruimen, en maakten zo het eerste overzicht van waar PFAS allemaal uit het milieu wordt verwijderd. In Amsterdam blijkt de grond op de plek van de Bijlmerramp bijvoorbeeld vervuild door het schuim dat werd gebruikt om de brand te blussen. In Enschede hebben kinderen jarenlang op vervuilde grond gespeeld door vervuiling van een oude textielfabriek. En bij een voormalige legerbasis in Soesterberg zitten de chemicaliën tot in het struikgewas en moet het grondwater tien jaar lang worden gezuiverd.41
Ook de gemeente Doetinchem laat op onze uitvraag weten dat ze op verschillende plekken PFAS moet opruimen. Op een industrieterrein aan de Voltastraat bijvoorbeeld, waar ‘bodemambtenaar’ Erik Raben naar een krater in de kleigrond wijst, twee meter diep, wel vijftig meter lang en gevuld met regen en water dat opwelt uit de bodem. ‘Dit zwembad zit vol met PFAS’. Het is eind november en er gebeurt momenteel weinig: een kraan legt onder een grijze hemel wat vervuilde aarde op een hoop. Een voorbijganger zal het niet herkennen, maar hier zijn de PFAS-concentraties het hoogst van alle locaties die we verzamelden. ‘We proberen zoveel mogelijk te verwijderen’, zegt Raben. ‘Volledig schoon zal het nooit meer worden.’
Raben, geboren en getogen in de Achterhoek, wilde als kind eigenlijk zijn vader opvolgen en boer worden. Hij bleek allergisch voor koeien en koos daarom voor zijn tweede liefde, de bodem. Bij de gemeente Doetinchem viel het schoonmaken van vervuilde grond altijd al binnen zijn takenpakket, maar de afgelopen jaren gaat steeds meer van zijn tijd naar PFAS. ‘Ik kreeg echt een extra taak op mijn bord.’ Inmiddels is Raben noodgedwongen een ‘specialist PFAS’ in Gelderland. ‘Regelmatig bellen andere gemeenten mij met de vraag: hoe hebben jullie dat aangepakt?’
Het begon aan de Voltastraat meer dan tien jaar geleden met een nobel idee. Het bedrijf Rutgers Milieu wilde blusschuim recyclen en verwerken tot kunstmest. ‘Een mooi project dat de gemeente steunde', zegt Raben. ‘Maar toen ging het verkeerd.’ Het bedrijf ging failliet, en van de dertienhonderd vaten met PFAS-houdend blusschuim bleken er een aantal lek, maar niemand keek ernaar om. De kosten om de PFAS uit de bodem en het grondwater te halen worden geschat op acht en een half miljoen euro. Het Rijk betaalt grotendeels, want ‘van een kale kip kun je niet plukken.’42
Uit onze uitvraag blijkt dat de miljoenen niet alleen in Doetinchem rollen. De schoonmaak is net begonnen, maar in heel Nederland is tot nu toe al minstens 68 miljoen euro uitgetrokken om PFAS-vervuiling op te ruimen. Het principe ‘de vervuiler betaalt’ gaat daarbij nauwelijks op43, bijvoorbeeld omdat niet precies kan worden vastgesteld waar de vervuiling vandaan komt, of het vervuilende bedrijf ondertussen failliet is. In meer dan de helft van de gevallen betaalt de overheid. 10 miljoen gaat naar de vervuilde omgeving rond Custom Powders in Helmond, 11 miljoen naar de terreinen rond de speeltuinen in Enschede, en het opruimen van de PFAS bij de vliegbasis in Soesterberg kost ruim 22 miljoen. Omdat niet van alle projecten bekend is wat de kosten zijn, is het werkelijke totaal waarschijnlijk een stuk groter.44
Het verwijderen van PFAS is bovendien veel duurder dan andere gifstoffen, blijkt uit onze berekeningen45. Het kost duizend keer zoveel als het verwijderen van bijvoorbeeld kwik en lood. Waar een PFAS-producent als Chemours ongeveer twee tientjes46 rekent voor een kilo van deze chemicaliën, kost het in de meeste gevallen honderdduizend keer zoveel om dezelfde kilo uit de natuur te halen.
En dit is nog maar het begin. Onze lijst bevat slechts projecten waar de overheid weet heeft van de PFAS-vervuilling en heeft besloten om in te grijpen. Niemand weet hoe duur het zal worden om de forever chemicals de komende decennia uit ons drinkwater en milieu te halen. Om daar een beeld van te krijgen, maakten we onder leiding van onze Franse collega’s van Le Monde gedetailleerde schattingen van die kosten. Verschillende wetenschappers waren nauw betrokken bij die berekeningen.
Zelfs als we morgen zouden stoppen met het produceren en uitstoten van PFAS, zou het voor heel Europa de komende twee decennia in totaal 95 miljard euro kosten om PFAS uit het drinkwater en de bodem te krijgen.47 Blijven we doorgaan met PFAS maken en willen we voorkomen dat het allemaal de natuur instroomt, dan worden de kosten voor de maatschappij twintig keer hoger. ‘Er is niet genoeg geld in de wereld om alle PFAS in het milieu te verwijderen’, zegt Ali Ling van de Universiteit van St. Thomas in het Amerikaanse Minnesota, die meewerkte aan de berekening.
Het gekke is dat een deel van het geld dat wordt uitgegeven maar weinig milieuwinst oplevert. We vroegen bij gemeenten en provincies de gedetailleerde saneringsplannen op die bij de PFAS-schoonmaak hoorde, en berekenden aan de hand daarvan hoeveel PFAS er uit het milieu wordt gehaald en tegen welke prijs. Bij 17 projecten konden we die berekening maken.48 Het blijkt dat er soms miljoenen worden betaald om heel kleine hoeveelheden PFAS te verwijderen. In 15 van de 17 gevallen is dat minder dan een kilogram. Zo betaalde de gemeente Eindhoven een halve ton voor de verwijdering van vier gram PFAS.
Ook in Doetinchem ligt zo’n plek, op slechts enkele kilometers van het sterk verontreinigde perceel op het industrieterrein aan de Voltastraat: een bouwproject voor 300 nieuwe woningen aan de oever van de Oude IJssel. Bij de aanleg van de parkeerkelders ging het mis: daarvoor moest grondwater worden opgepompt, en dat bleek een minimale hoeveelheid PFAS te bevatten. In totaal gaat het om enkele tientallen grammen, zegt PFAS-ambtenaar Raben.
‘Wij wilden dat lozen op de Oude IJssel’, zegt hij, terwijl hij met pen en papier de situatie schetst49. ‘Dat mocht niet zonder zuivering van het waterschap en zelfs een drinkwaterbedrijf tweehonderd kilometer stroomafwaarts tekende bezwaar aan.’ De bouw van de huizen was in volle gang, dus er zat voor Doetinchem niets anders op: al het opgepompte water moest worden gezuiverd.
Uiteindelijk betaalde de gemeente meer dan een miljoen euro om 34 gram PFAS uit het water te halen. Per gram verwijderde PFAS is dat bijna duizend keer duurder dan bij het sterk vervuilde industrieterrein enkele kilometers verderop.50 ‘Er is lichtelijk gevloekt op de gang van de wethouder toen we berekenden hoe duur het werd’, zegt Raben met gevoel voor understatement. ‘Ik heb echt het gevoel dat we hier niet het juiste doen.’ Toch heeft hij wel begrip voor de beslissing van het waterschap om Doetinchem te laten zuiveren. ‘Het is pionieren: iedereen is op dit moment nog zoekende naar het juiste evenwicht tussen het milieu en de kosten voor de samenleving51.’
Het duurt nog tot 2032 voordat minister Madlener in beeld heeft welke bedrijven allemaal PFAS lozen in het Nederlandse water. Ondertussen is de waterkwaliteit daardoor zo slecht geworden dat er nauwelijks nog een druppel PFAS bij mag, en betalen pechvogels die het spul tegenkomen bij hun bouwproject daardoor miljoenen. Daar komt nog bij dat uit steeds meer onderzoek blijkt dat PFAS giftiger is dan we dachten, en de normen dus ook steeds strenger worden bijgesteld. Het voorgestelde advies voor PFAS in rivieren, drinkwater en grondwater is dusdanig laag dat alleen de regen nog voldoet. 52
Zelfs de bedrijven die geld verdienen met het opruimen van PFAS, zien dat deze situatie niet houdbaar is. ‘Het is niet alleen niet efficiënt, het is ook niet duurzaam', zeggen John van Tol en Charles Pijls van advies- en ingenieursbureau Tauw, die bij veel opruimprojecten in Nederland betrokken zijn. ‘De zuivering slurpt veel energie, tonnen aan licht verontreinigde grond eindigen op de stort en nieuwbouwprojecten zoals in Doetinchem stagneren.’ Als we op dezelfde voet doorgaan, dan is het niet meer te betalen en liggen de stortplaatsen straks helemaal vol, zeggen zij. ‘We moeten hierover met elkaar in gesprek: hoeveel risico accepteren we als samenleving en tegen welke kosten? En wat levert het uiteindelijk op voor het milieu?’
Ook Aiko Hensums, die enkele van de grootste PFAS-saneringen in Nederland leidt, vindt het niet zinvol om veel geld te spenderen aan lichte verontreinigingen. ‘De stoffen zijn dan wel toxisch, toch zullen we er gedeeltelijk mee moeten leven.’ We moeten de sterk vervuilde plekken aanpakken en zo snel mogelijk stoppen met PFAS produceren en uitstoten, zegt hij. ‘Nu is het dweilen met de kraan open en dat is onhoudbaar’, zegt hij. ‘De kraan moet dicht.’
3. Verboden?
In mei 2020 is het RIVM net als de rest van de samenleving in de ban van de ‘intelligente lockdown’ tijdens de eerste golf van het coronavirus. Maar in gebouw G22, aan de rand van het RIVM-terrein in Bilthoven, gaat het die maand niet over mondkapjes, testcapaciteit en groepsimmuniteit. Daar, op het kantoor van chemieafdeling ‘Bureau REACH’ wordt dan de eerste hand gelegd aan misschien wel het meest verstrekkende Europese verbod op chemische stoffen ooit. 53
Op 11 mei 2020 kondigt Nederland, samen met Duitsland, Zweden, Denemarken en Noorwegen aan om te gaan werken aan een verbod op het produceren, gebruiken en verhandelen van alle soorten PFAS. Het voorgestelde verbod is uniek omdat het geen specifieke stoffen betreft, maar uitgaat van een chemische definitie. Vrijwel alle stoffen die een koolstofatoom bevatten met daaraan meerdere fluoratomen vallen eronder, naar schatting zijn dat er meer dan 10 duizend.54 Er zijn uitzonderingen mogelijk, maar alleen voor toepassingen die geen PFAS-vrij alternatief hebben, zoals bepaalde medische hulpmiddelen.55
Met het verbieden van een hele stofgroep voorkom je het principe van de designer drug: zodra een stof wordt verboden veranderen de drugslabs een miniem onderdeeltje van het molecuul. Belandt XTC-variant 4-MMC op de lijst met verboden stoffen, dan komt prompt 3-MMC op de markt.
En dat gebeurt niet alleen op de markt voor verboden chemicaliën, legt emeritus hoogleraar milieuchemie Jacob de Boer uit. ‘Ik deed eerder onderzoek naar giftige brandvertragers.56 Die chemicaliën bleken op veel plekken in grote gehaltes voor te komen, we vonden ze zelfs in het spek van een potvis.’ Na lang EU-overleg werden vier van die brandvertragers verboden, zegt hij. ‘Dan ben je heel blij, en denk je als wetenschapper iets te hebben bereikt. Maar nu zijn er 70 varianten legaal op de markt, elk met net weer een andere chemische structuur.’ De Boer is daarom voorstander van het voorgestelde brede PFAS-verbod: ‘Elke keer blijken nieuwe soorten PFAS weer giftiger dan we dachten. Het wordt alleen maar erger.’
Juist omdat PFAS in zoveel producten verwerkt worden, staat meteen iedereen op zijn achterste benen als het verboden wordt. Bijna vierduizend bedrijven dienden een zienswijze in over het verbod bij het Europese chemieagentschap ECHA.57 Zo betoogt ASML dat PFAS nodig zijn om componenten voor chipmachines te maken58, en Tesla gebruikt het voor de productie van autobatterijen.59 Maar ook Menicon60, dat contactlenzen maakt, en verkeersbordenmaker Avery Dennison zeggen niet zonder PFAS te kunnen.61 Verfbedrijf Holland Colours waarschuwt dat na dit verbod geen ‘Pigment Yellow 154’ en ‘Pigment Red 242’ zal kunnen maken.62
‘Het was onze bedoeling zoveel reacties te krijgen. Zo leren wij ook in welke producten allemaal PFAS zit’, zegt Thijs de Kort, die vanuit het RIVM het Nederlandse deel van het verbod coördineert. Zelfs het RIVM was verbaasd dat de stoffen zo breed werden gebruikt, zegt hij. ‘Al die reacties van bedrijven waren daarnaast nuttig omdat we zo veel informatie hebben opgehaald over mogelijke alternatieven voor PFAS.’ Wel viel het De Kort ook op dat er bedrijven waren die maar bleven komen met nieuwe brieven, extra informatie en verzoeken tot een gesprek.
Investico onderzocht het afgelopen jaar hoe de lobby tegen het voorgenomen verbod vorm krijgt in Europa. In het kader van het Forever Lobbying Project (zie kader), namen we samen met onze internationale partners de ruim vijfduizend commentaren door die in Europa werden ingediend door bedrijven, overheden en burgers. En we deden verspreid door heel Europa 180 openbaarmakingsverzoeken om uit te vinden hoe bedrijven achter de schermen het verbod proberen te beïnvloeden.63 Vervolgens vroegen we internationale experts op het gebied van chemie en lobby om de argumenten van de industrie op waarde te schatten.64
Bedrijven als Chemours en 3M nemen het voortouw, blijkt uit de documenten die we opvroegen. Al in het voorjaar en de zomer van 2020, net nadat het verbod is aangekondigd, sturen zij brieven naar het RIVM en het ministerie van IenW waarin ze betogen dat een totaalverbod een slecht idee is.65 Daarbij gebruiken ze dezelfde argumenten als twintig jaar eerder, toen de werkgroep van toxicologen probeerde de eerste Europese regelgeving voor PFAS af te zwakken.
Als openingszet betogen de PFAS-makers wederom dat een algeheel verbod geen goed idee is: de ene PFAS is de andere niet. ‘Binnen de PFAS-familie bestaat een enorme diversiteit aan producten en een nog groter palet van toepassingen’, schrijft een lobbyist voor Chemours in februari 2020. En we lezen dat 3M ‘bezorgd’ is dat de autoriteiten wellicht van plan zijn ‘een zeer brede restrictie door te voeren’, wat volgens de PFAS-maker ‘wetenschappelijk onverantwoord’ is.
De rest van de industrie neemt die argumenten gretig over. In de jaren daarna noemen ook andere bedrijven het in brieven, vaak vergezeld van een wetenschappelijk artikel uit 2022 waarin 12 verschillende experts gevraagd werden of PFAS als één groep moeten worden behandeld. Nee, concludeert de meerderheid: niet alle vormen van PFAS zijn even giftig, dus ze moeten niet gegroepeerd worden.66
Maar wie het paper en de bijlagen goed leest, ziet dat het antwoord op die vraag minder eenduidig is dan geclaimd: drie van de twaalf wetenschappers zijn tegen een groepering, twee zijn voor en zes blijken een meer genuanceerde mening toegedaan. De studie blijkt bovendien betaald door de American Chemistry Council (ACC), de lobbyclub voor Amerikaanse chemische bedrijven als PFAS-producenten Dupont, 3M en Gore.67 Zes van de twaalf ‘onafhankelijke experts’ zijn consultants die al vaker betaalde studies in opdracht van de chemische industrie hebben gedaan.68 Het betreffende paper wordt later door 85 bedrijven geciteerd in hun verweer tegen het Europese verbod.69
De volgende verdedigingslinie van de lobby is dat de stoffen die uiteindelijk in onze producten worden verwerkt niet schadelijk zijn. De fluorpolymeren in teflonpannen en GoreTex-jassen zijn zulke grote moleculen dat ze niet in onze cellen terechtkomen, en richten dus geen schade aan in het lichaam.70 Keer op keer wordt er verwezen naar een definitie die zou zijn opgesteld door de Organisatie voor Economische Samenwerking (OESO). Honderden keren zien we dezelfde bewoording: ‘Deze stoffen zijn ‘Polymers of Low Concern volgens de definitie van de OESO’.
Polymeren zonder zorgen. Dat klinkt prettig, zeker als een gerenommeerde internationale organisatie als de OESO dat zegt. ‘Maar er zijn twee problemen met dat argument’, zegt PFAS-expert Philippe Grandjean, hoogleraar milieuchemie aan de Zuid-Deense Universiteit in Odense. ‘Je neemt de vervuiling niet mee die bij de productie van deze polymeren ontstaat, en je negeert dat deze stoffen enorm lang in het milieu blijven als de producten worden weggegooid. Daar kunnen ze weer afbreken tot giftige PFAS.’
Bovendien bestaat er helemaal geen definitie voor al dan niet zorgelijke polymeren, laat de OESO zelf weten: ‘Tussen 1993 en 2009 hebben expertgroepen bij de OESO gesproken over criteria om polymers of low concern te identificeren, maar op OESO-niveau is nooit overeenstemming bereikt over deze criteria.’71 Bij die gesprekken is nooit gekeken naar de volledige levenscyclus van polymeren, benadrukt de OESO: de productie en vernietiging van deze stoffen zijn inderdaad nooit meegenomen.
Ter wetenschappelijke ondersteuning van hun argument halen bedrijven steevast twee artikelen aan, een uit 2023 en een uit 2018. Van de in totaal 24 auteurs die aan deze artikelen meeschreven zijn er 23 werknemer of consultant bij PFAS-makers als Chemours, Gore en Solvay.72
Ten slotte proberen de meeste bedrijven niet het verbod als zodanig te verhinderen, maar lobbyen ze voor een uitzondering voor hún toepassing van PFAS. Ze benadrukken hoe betrouwbaar en duurzaam hun producten zijn, en waarschuwen ze voor het ‘concurrentievermogen van de Europese economie’ als die worden verboden. In totaal zien we meer dan 500 bedrijven betogen dat er geen alternatieven bestaan voor hun toepassing van PFAS.
‘Voor veel toepassingen bestaan wél alternatieven’, zegt Ian Cousins van de Universiteit van Stockholm, die leiding geeft aan een Europees onderzoeksproject om zulke alternatieven te vinden. Onderdeel daarvan is een omvangrijke database met per specifieke toepassing een lijst alternatieve stoffen. ‘Natuurlijk zal het soms veel tijd en geld kosten om die te perfectioneren, maar ik ben optimistisch dat PFAS in veel toepassingen kan worden vervangen.’
De vraag is of de bedrijven succesvol zijn in hun lobby: vinden zij een luisterend oor bij de overheid? Bij het RIVM zien we de industrie in de geopenbaarde stukken in ieder geval niet veel voet aan de grond krijgen. Keer op keer sturen bedrijven als Chemours en 3M verzoeken aan het RIVM om te overleggen, om nog eens van mening te wisselen, om nog eens uit te leggen dat teflonpannen juist heel duurzaam zijn omdat ze zo lang meegaan.73 En vrijwel altijd houdt het RIVM de boot af: bedrijven kunnen hun standpunten inbrengen bij de consultatierondes, en bovendien heeft het RIVM het nu veel te druk om in gesprek te gaan. ‘Natuurlijk hebben wij lobby ervaren’, zegt Thijs de Kort van het RIVM, ‘maar het enige wat we kunnen doen is al die bedrijven op het proces wijzen.’
Ook bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat staat de deur niet open. Al begin 2020 wordt het ministerie namens Chemours benaderd door de lobbyist Carlo Trojan (zijn echte naam): ‘De CEO van Chemours zou een onderhoud met de Minister zeer op prijs stellen.’ Maar zo’n gesprek ‘ligt niet voor de hand’, schrijven ambtenaren onderling: ‘Het is onduidelijk welke meerwaarde dit voor de bewindspersonen kan hebben, terwijl het wel de indruk naar buiten kan wekken dat Chemours een succesvolle lobby aan het voeren is.’74
Investico werkt altijd samen met andere media. Zo versterken we de onderzoeksjournalistiek in Nederland.
Uiteindelijk beslist Brussel over de tekst van het verbod. En juist daar lijkt de lobby wel te landen. Zo schreef de voormalige Italiaanse premier en Europees zwaargewicht Mario Draghi in een langverwacht rapport over de toekomstige Europese industrie dat het PFAS-verbod averechts kan werken bij de productie van groene technologie.75 Ook de nieuwe Eurocommissarissen leken afgelopen september in hoorzittingen voor het Europese Parlement terug te krabbelen. Zowel de nieuwe commissaris voor Industrie als die voor Milieu zeggen dat ze PFAS in consumentenproducten willen verbieden, maar bieden een opening voor de industrie om onder het verbod uit te komen: ‘Als er qua prestatie en veiligheid geen adequate alternatieven zijn, steun ik het gebruik van PFAS in industriële toepassingen.’76
Ondertussen lijken zelfs de indienende lidstaten niet allemaal meer overtuigd. De Duitse evenknie van het RIVM schreef mee aan het verbod, maar in 2023 waarschuwde de Duitse minister van Economische Zaken Habeck voor al te strenge regels voor wat men in Duitsland Ewigkeitschemikalien noemt. Hij wilde ‘geen overregulering voor de economie waar het groei en technologische ontwikkeling belemmert.’77
4. Voor Altijd
‘Wij zijn het eindpunt. Hoe giftig ook, als je het niet verbiedt, komt het uiteindelijk hier terecht.’ Hans Teunissen, Manager Verwerking bij afvalverwerker Afvalzorg, rijdt met zijn pick-up tussen de grauwe, huizenhoge afvalbergen in Nauerna, net buiten Zaandam. Hier wordt afval gerecycled. We komen langs bergen met asbest vervuilde grond of as van verbrand restafval.
Zand vervuild met PFAS van bijvoorbeeld vliegvelden en brandweerterreinen komt uiteindelijk op plekken als deze terecht. Ovens die PFAS bij meer dan duizend graden78 kunnen verbranden zijn er in Nederland niet, dus zijn er twee opties. Sterk vervuilde grond wordt meteen gestort. Of, als die niet al te vervuild is, kan de grond eerst schoongemaakt worden. ‘Daar ligt de grond die we gaan wassen,’ zegt Teunissen over de trillende, grommende stellage waarin een PFAS-wasmachine is gemonteerd. ‘Water en zand schuren zo hard langs elkaar dat de PFAS loskomt van het zand’, zegt hij, zijn handen tegen elkaar wrijvend. Onderaan de installatie kletteren donkergrijze brokken slib op de grond. ‘Daar zit alle PFAS in geconcentreerd, ze belanden uiteindelijk op onze stortplaats vijftig kilometer verderop.’
Alle PFAS die we voor miljoenen uit het milieu verwijderen belandt zo uiteindelijk op de stort. Tot iemand een betaalbare manier vindt om de onverwoestbare PFAS te vernietigen, blijven ze daar liggen. 'Het is een kwestie van zo veilig mogelijk verplaatsen, van het milieu naar de stortplaats’, zegt Teunissen. ‘Ik kan ook niet toveren.’
En dan kruipen de forever chemicals waar ze niet gaan kunnen. Als regenwater op de afvalberg valt, sijpelt het water erdoorheen. De meeste PFAS blijven in de berg zitten, maar een klein deel stroomt met het water mee. Afvalbedrijven79 vangen het water op, meten hoeveel PFAS er in zit en lozen de onverwoestbare stoffen terug de natuur in.
Kijk op foreverpollution.eu voor meer informatie over het internationale onderzoek, en zie hier voor een onderzoeksverantwoording voor dit stuk.
-
Zie berichtgeving Algemeen Dagblad, waarin ook meer wordt verteld over de plek die Dupont innam in het openbare leven in Dordrecht, bijvoorbeeld door het sponsoren van sportverenigingen en culturele evenementen. ↩
-
Zie berichtgeving Algemeen Handelsblad, 9 juli 1965, pagina 13. ↩
-
Chemours beheert de website teflon.com, waarop de geschiedenis mooi samengevat staat. ↩
-
Zie bijvoorbeeld deze YouTube-video van een onzekere gekko in een Teflon-pan ↩
-
Zie Voor altijd vervuild, door Sammie Verbeek, Aaron Bron & Lieselot Bisschop,
hoofdstuk 9 in Basisboek Groene Criminologie. Daarin staan ook de voorbeelden beschreven van de studie waarin werknemers Teflon-sigaretten roken, en de voortijdig afgebroken apenstudie. ↩
-
In The New Yorker verscheen vorig jaar een stuk over hoe 3M al decennia wist hoe toxisch PFOS was, maar weinig deed, en medewerkers zelfs steeds opnieuw dezelfde tests liet doen. ↩
-
Environmental Working Group, 28 mei, 2003. ↩
-
Dat blijkt uit een intern document van Dupont de Nemours, 9 november 1965. ↩
-
De Voogt was destijds betrokken bij twee onderzoeksprogramma’s: Perforce-1, dat begon in januari 2007. En Perforce-2, dat begon in juni 2008. Bij het eerste programma werkte Dupont-medewerkers mee, het tweede programma werd deels gefinancierd door Dupont. ↩
-
Dat blijkt uit de gelekte interne mailwisselingen notulen van de groep, die in handen zijn van het Forever Lobbying Project. ↩
-
Zie hier de selectie van de gelekte documenten: 1, 2, 3, 4 en 5. ↩
-
Het is een werknemer van PFAS-maker W.L. Gore (van GoreTex) die onder andere schrijft: ‘In five years, we would like the industry to be at a place where: consumers understand that fluoropolymers (e.g. PTFE) are not inherently harmful for the environment, consumers recognize that fluoropolymers are safe, valuable and unique materials that produce high performance products which benefit society and are worth their environmental cost.’ Andere groepsleden spreken hun waardering uit voor deze uitspraak. ↩
-
Dark Waters is in Nederland te zien op Netflix. Over Rob Bilott werd ook de documentaire The Devil We Know gemaakt, die te zien is op Amazon Prime. ↩
-
Artikel van Follow the Money Hoe DuPont met teflon een ongekende milieuramp veroorzaakte. Ook in Nederland? door Arne van der Wal, 2015. ↩
-
Risicoschatting emissie PFOA voor omwonenden : Locatie: DuPont/Chemours, Dordrecht, Nederland door RIVM, 2016. ↩
-
Uit de documentaire ‘DuPont wist 30 jaar geleden al van ernstige PFAS-vervuiling in grondwater Dordrecht’ door Zembla, 15 juni 2023. ↩
-
GenX staat ook bekend als HFPO-DA. Het is een PFAS die zes koolstofatomen lang is, en daarmee een minder lange keten heeft dan bijvoorbeeld PFOA, dat acht koolstofatomen bevat. ↩
-
Zie de website van het RIVM voor een overzicht van de risico’s van PFAS. ↩
-
Artikel in Medisch Contact, 2022. ↩
-
Onderzoek Vrije Universiteit Amsterdam. ↩
-
In rapport van RIVM, De risico's van PFAS (inclusief F-gassen) emissies - samenvatting van de onderbouwing van het REACH restrictievoorstel, 2024 ↩
-
ILT oordeelt opnieuw dat de aanvraag voor extra PFAS uitstoot van Chemours onvoldoende is ↩
-
ILT rapport over Afvalstromen van Chemours, 2018 ↩
-
Uit publiekssamenvatting gemeente Helmond, 20 november 2020. Tussen 1997 en 2012 is bij Custom Powders Teflon-poeder gedroogd dat PFOA bevatte. In 2012 is overgestapt naar het drogen van GenX-houdend Teflon-poeder. GenX is de opvolger van PFOA. GenX en PFOA zijn tijdens het droogproces vrijgekomen via waterdamp uit de schoorsteen en via afvalwater op het riool. Het drogen van Teflon-poeder is in 2017 gestopt. ↩
-
Dat blijkt uit documenten in het bezit van Investico, specifiek de zogenoemde ‘COSHH Assessment’ van Teflon. ↩
-
Dat blijkt uit een brief van de Arbeidsinspectie aan Jan de Kloe in het bezit van Investico. ↩
-
Dat blijkt uit een contract tussen Custom Powders en Jan de Kloe in het bezit van Investico. ↩
-
Dit staat in de Aanvulling op de aanvraag vergunning Wet milieubeheer van de gemeente Helmond, 11-08-2006, in handen van Investico. ↩
-
Dat blijkt uit openbare, door de gemeente Helmond gepubliceerde [Documenten]{.underline} over de PFAS-vervuiling in Helmond ↩
-
Dat stelt het College van Helmond vast op 25 mei 2021. ↩
-
Dat blijkt uit een rapport van het RIVM 'Verspreiding van GenX-stoffen in het milieu, metingen in Nederland 2013-2018. ↩
-
Investico vroeg meermaals om een interview aan de Nederlandse branche van Custom Powders. Toen daar niet op werd gereageerd stuurde Investico een gedetailleerde lijst met vragen, waarop het bedrijf alleen zei waarom ze volgens hen nu failliet gaat. Ook het Engelse kantoor van Custom Powders wil niet ingaan op vragen, en gooit de hoorn op de haak als we bellen. ↩
-
Dat blijkt uit berichtgeving van NRC. ↩
-
Zie bijvoorbeeld deze berichtgeving van de NOS. ↩
-
Zie bijvoorbeeld deze berichtgeving in het AD: ‘Hoe schuimfeesten leiden tot vervuiling van een zwemplas’ ↩
-
De Vlaamse regering heeft een informatiepagina met kaarten over PFAS. ↩
-
In het wetgevingsoverleg Water op 18 november 2024. Terug te zien op Debat Direct. ↩
-
‘Tot 2024’ omdat de situatie sinds het ingaan van de Omgevingswet op 1 januari 2024 weer veranderd is. Nu is in principe elke gemeente verantwoordelijk voor het bodembeleid, en is de verantwoordelijkheid dus nog verder versnipperd. Maar omdat het opruimen van PFAS vaak langlopende projecten zijn en het tijd kost om de bevoegdheden over te dragen, gebeuren de meeste PFAS projecten nog steeds onder het bewind van de grotere gemeenten en provincies. Daarom stuurden we een vragenlijst naar alle provincies en de 29 grootste gemeenten. Soms kregen we bovendien weer antwoord van een waterschap, omdat dat zich over de vervuiling ontfermt als die in het oppervlaktewater terechtkomt. ↩
-
Zie onderzoeksverantwoording voor een volledige lijst van alle locaties. ↩
-
Via de zogenoemde ‘Tijdelijke regeling uitkering Bodem’ stelt het Rijk geld beschikbaar voor lagere overheden die zogenoemde ‘spoedopgaven’ of ‘buitenproportionele opgaven’ hebben waar het aankomt op bodemvervuiling. Het gaat daarbij om meer stoffen dan alleen PFAS. In 2024 was ruim 137 miljoen euro beschikbaar. ↩
-
Van de 52 projecten die we inventariseerden is het slechts in enkele gevallen de vervuiler die betaalt. Zo zal Chemours voor een groot deel opdraaien voor de kosten bij het opruimen van de PFOA-vervuiling in de omgeving. Ook Schiphol betaalt zelf voor het opruimen van de vervuiling die het zelf veroorzaakte. Ook de luchthaven Maastricht Airport betaalt voor het grootste deel zelf, al krijgt het ook meer dan honderdduizend euro subsidie van de provincie Limburg. Ook Defensie betaalt zelf voor het opruimen van (een deel van) de vervuiling die is veroorzaakt door het gebruik van blusschuim bij de vliegbasis in Leeuwarden en het logistiek centrum Bathmen. In de andere gevallen betaalt niet de vervuiler maar de gemeente, het Rijk of een projectontwikkelaar of private eigenaar van het vervuilde terrein. ↩
-
Van de 52 projecten die uit de uitvraag van Investico naar voren kwamen, kon de verantwoordelijke overheid voor maar 28 projecten een prijskaartje geven. Dat kan zijn omdat het nog niet duidelijk is hoeveel het project zal gaan kosten, of omdat een private partij de vervuiling heeft opgeruimd en niet wil zeggen hoeveel het gekost heeft. Zie de onderzoeksverantwoording voor een volledige lijst van projecten met de bijbehorende kosten. ↩
-
We konden die vergelijking maken door onze cijfers te vergelijken met die van adviesbureau Tauw voor andere stoffen, zie de onderzoeksverantwoording voor de getallen. ↩
-
Dat blijkt uit berekeningen van milieuorganisatie ChemSec. ↩
-
Onze collega’s van het Forever Lobbying Project maakte zulke berekeningen voor heel Europa in veel detail, geïnformeerd door wetenschappers Ali Ling en Hans-Peter Arp. Zie voor een uitgebreide methodologie en vele andere resultaten van de berekening foreverpollution.eu ↩
-
Dit was het aantal projecten waar we zowel een totale hoeveelheid verwijderde PFAS konden vinden, als een prijskaartje. Door die twee door elkaar te delen konden we komen tot een aantal kosten per verwijderde kilogram. Zie de onderzoeksverantwoording voor een gedetailleerde uitleg van deze berekening. ↩
-
Daar had de gemeente een goede reden voor. Ook zonder de lozing zou de PFAS door het opwellen van het grondwater namelijk op termijn in de Oude IJssel terechtkomen. ↩
-
Aan de Voltastraat kost het 47 duizend euro om een kilogram PFAS te verwijderen, voor dit project gaat het om 35 miljoen euro per kilogram, dat is bijna duizend keer zoveel. ↩
-
Die afweging wordt wel degelijk gemaakt bij andere vervuilende stoffen zoals kwik, maar voorlopig nog niet bij PFAS. Bij de vervuilende lozingen van bedrijven gebeurt dat met zogenaamde ‘kosteneffectiviteitsdrempels’, de maximale kost die als ‘redelijk’ wordt geacht bij een zuivering. Die drempel ligt voor de meest vervuilende stoffen zoals kwik op 100 000 euro per kilogram verwijderde stof. Boven dat getal zijn de kosten groter dan de milieuvoordelen die worden behaald met een zuivering, is de redenering. Uit onze analyse blijkt dat 16 van de 17 PFAS-projecten die effectiviteitsdrempel ver overschrijden. ↩
-
Dat blijkt uit een risicogrens die is afgeleid door de European Food Safety Agency (EFSA). Lees er meer over in dit artikel. ↩
-
Zie hier een tijdlijn van het verbodsvoorstel op de website van het RIVM ↩
-
Voor de scheikundig angehauchte medemens: het zijn alle stoffen die een volledig gefluorineerde methyl- (CF3-) of methyleen- (-CF2-) koolstofatoom bevatten, die bovendien niet aan een ander waterstof-, chloor-, broom- of joodatoom zijn gebonden. Lees er meer over op de website van het Europese Chemieagentschap (ECHA). ↩
-
Vanaf pagina 116 van Annex XV van het voorgestelde verbod wordt er verder ingegaan op toepassingen die mogelijk kunnen worden uitgezonderd, of meer tijd krijgen (een zogenoemde derogatie). Zo wordt een uitstel van 12 jaar voorgesteld voor bepaalde airconditioners en warmtepompen, net als voor verschillende medische toepassingen als katheters en inhalers. ↩
-
Het gaat over zogenoemde PBDE’s: gebromeerde brandvertragers. ↩
-
In totaal kreeg ECHA ruim 5600 reacties. 3867 daarvan waren van bedrijven of van belangengroepen van bedrijven. Lees er meer over op deze overzichtspagina van ECHA. ↩
-
ASML gaf commentaar nummer 4473, terug te zien in Part 20 op deze pagina van ECHA. ↩
-
Tesla gaf commentaar nummer 4402, terug te zien in Part 17 op deze pagina van ECHA. Het bedrijf schrijft: 'Tesla’s comments cover the following PFAS (Per- and polyfluoroalkyl substances)-associated use cases:
1. PFAS substances used in lithium-ion battery cell manufacturing processes:' ↩
-
Menicon gaf commentaar nummer 6424, terug te zien in Part 41 op [deze pagina]{.underline} van ECHA. Het bedrijf schrijft: 'All RGP lens materials contain fluoropolymers' ↩
-
Avery Dennison gaf commentaar nummer 9034, terug te zien in Part 107 op deze pagina van ECHA. Het bedrijf zegt dat het nog PFAS gebruikt in 'Protective Overlay Films for Traffic Signs and Publi Transport Vehicles' ↩
-
Holland Colours gaf commentaar nummer 7685, terug te zien in Part 69 op deze pagina van ECHA. For example, colorants such as Pigment Yellow 154 and Pigment Red 242 would also fall under this restriction because of their -CF3 substituent. ↩
-
In totaal deden alle deelnemende media van het Forever Lobbying Project 184 openbaarheidsverzoeken, een groot deel daarvan bij verschillende onderdelen van de Europese Unie. Investico deed Woo-verzoeken bij het RIVM, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). ↩
-
Het team van het Forever Lobbying Project werd in totaal door 18 wetenschappers bijgestaan, zie foreverpollution.eu voor een uitgebreide verantwoording. ↩
-
Zie hier voor de brief die 3M schreef in juli 2020, en hier voor de brief die een lobbyist voor Chemours schreef in januari 2020. ↩
-
Het gaat om Anderson et al. (2020) Grouping of PFAS for human health risk assessment: Findings from an independent panel of experts, Regulatory Toxicology. Het abstract is hier te vinden. ↩
-
Dit werd niet verteld aan de auteurs voordat zij de vragen over het al dan niet groeperen van PFAS beantwoordden. Navraag door Le Monde leert dat sommigen daar blij mee waren, omdat ze op die manier onbevooroordeeld te werk konden gaan, maar bijvoorbeeld Ian Cousins van de Universiteit van Stockholm voelde zich ‘in de maling genomen’. ↩
-
Het gaat om de auteurs Janet Anderson, Ronald Brecher, John Lipscomb, Rita Schoeny, Jennifer Seed en Paul Price. ↩
-
Dat blijkt uit de inventarisatie van alle geopenbaarde documenten in het kader van het Forever Lobbying Project ↩
-
Belangenorganisatie Fluoropolymer Product Group schrijft bijvoorbeeld op haar website: ‘Fluoropolymers have documented safety profiles and are thermally, biologically and chemically stable, negligibly soluble in water, nonmobile, nonbioavailable, nonbioaccumulative and nontoxic.’ ↩
-
De OESO antwoordde: ‘No agreed-upon set of criteria at the OECD level was ever finalised.’ En: ‘The OECD has not conducted an assessment of fluoropolymers’. ↩
-
Het gaat om de artikelen Henry et al. (2018), en Korzeniowski et al. (2023). Henry et al. heeft 8 auteurs, daarvan werken er 5 voor Gore (2 als consultant), en 2 voor Chemours. Korzeniowski et al. heeft 16 auteurs, daarvan werken er 4 voor AGC Chemicals, 2 voor Chemours, 2 voor Arkema, 1 voor Daikin, 1 voor 3M, 3 voor Gujarat en 3 voor Solvay. ↩
-
Om met Chemours te spreken: Longer lasting means better sustainability. Because cookware and bakeware made fluoropolymer nonstick coatings last longer, they’re more sustainable.’ Dit schreven ze as antwoord op een enquête van het RIVM over mogelijke alternatieven voor PFAS in pannen. Volgens Chemours is er geen alternatief. ↩
-
Dat blijkt uit geopenbaarde documenten door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat na een Woo-verzoek. ↩
-
Het gaat om deel B van Draghi’s rapport ‘The future of European competitiveness’, dat hier te lezen is. In hoofdstuk 5, op pagina 129 schrijft Draghi: ‘A possible upcoming ban on a s et of PFAS substances would impact the use of substances needed to produce clean technologies (batteries and electrolysers), for which there are currently no alternatives. A possible upcoming ban on a set of PFAS substances may also affect the EU industry for refrigerants used in heat pumps, at a time when EU producers are adapting their production lines due to an approaching phase-out of synthetic refrigerants.’ Draghi’s woorden werden meteen triomfantelijk herhaald door de PFAS-industrie. ↩
-
Het gaat om Stéphane Séjourné, de nieuwe EU-commissaris voor Welvaart en Industriële Strategie, en Jessika Roswall, de nieuwe EU-commissaris voor Milieu, Waterweerbaarheid en een Concurrerende Circulaire Economie.
Allebei zeggen zij: ‘I will seek to ban the use of PFAS in consumer uses, like cosmetics, food contact materials and outdoor clothing. Where adequate alternatives in terms of performance and safety are not available, I would support the continued use of PFAS in industrial applications, in particular critical ones, under strictly controlled conditions until acceptable substitutes are found, accompanied by strict emission and disposal rules to limit their release into the environment, and clear incentives to innovate and veleop sustainable substitutes. ↩
-
Lees bijvoorbeeld hier bij Euractiv. ‘Gegenüber der Nachrichtenagentur dpa forderte Habeck ‘bessere Regulierung dort, wo es für den Verbraucherschutz notwendig ist, aber keine Überregulierung für die Wirtschaft, wo es Wachstum und Technologieentwicklung hemmt.’ ↩
-
Het RIVM heeft in opdracht van de Inspectie Leefomgeving en Transport een zestal adviesvragen beantwoord over de verbranding van PFAS houdende afvalstoffen in afvalverbrandingsinstallaties en over de emissies van PFAS stoffen via de rookgassen en de lozing van het afvalwater van de rookgasreiniging. ↩
-
Blijkt uit de beantwoording van de Vereniging Afvalbedrijven op vragen Investico. ↩
- Lees meer over
- Vervuiling
Wilt u onafhankelijke onderzoeksjournalistiek ondersteunen? Word Vriend van Investico