Gemeenten zetten allerlei programma’s in om het gedrag van jongeren te verbeteren en ze zo uit de criminaliteit te houden, maar bij het overgrote deel is het onduidelijk of ze werken. De wetenschappelijke onderbouwing ontbreekt en de effectiviteit van de programma’s is vaak niet onderzocht. De kans is daarmee groot dat deze zogenoemde gedragsinterventies geen effect hebben en in sommige gevallen zelfs schadelijk kunnen zijn voor jongeren.
Daarvoor waarschuwen hoogleraren in de forensische orthopedagogiek (Universiteit van Amsterdam) Geert Jan Stams en Jan Hendriks in hun rapport over preventie van jeugdcriminaliteit, dat woensdag naar de Tweede Kamer is gestuurd. De onderzoekers zien ook dat het in veel gevallen onduidelijk is voor wie de programma’s precies bedoeld zijn, waardoor jongeren een te lichte of te zware behandeling kunnen krijgen.
Gedragsinterventies die gemeenten inzetten om jongeren uit de criminaliteit te houden zijn heel divers, van lessen met ervaringsdeskundigen en een project om schooluitval te voorkomen tot gezinsbegeleiding en talentontwikkeling met behulp van muziek. ‘We storten deze interventies uit op kinderen terwijl we niet weten wat ze doen en het effect net zo goed averechts kan zijn’, zegt hoogleraar Stams.
Naast dit soort programma’s zetten gemeenten in op meer algemene maatregelen zoals bijvoorbeeld extra jeugdboa’s en jongerenwerk. Vanuit het rijksprogramma Preventie met Gezag krijgen gemeenten jaarlijks 69 miljoen euro om dat te bekostigen.
Gedragsprogramma’s voor jongeren kunnen worden ingediend bij de Erkenningscommissie Interventies. Deze commissie beoordeelt ze, waarna de interventies in een speciale databank komen. Volgens de onderzoekers hebben de programma’s uit de databank wél een goede theoretische onderbouwing.
Uit een rondgang van onderzoeksplatform Investico onder 25 gemeenten die geld krijgen voor de aanpak van jeugdcriminaliteit blijkt dat zij in totaal 446 interventies inzetten of gaan inzetten, waarvan een groot deel gedragsinterventies zijn. Daarvan komen er 29 uit de databank.
Stams verbaast zich erover dat onderbouwde programma’s uit de databank zo weinig worden ingezet. ‘Er wordt nu veel geld uitgegeven aan allerlei preventieprojecten, maar ik heb liever geen interventies dan onbewezen programma’s die als een sleepnet over jongeren worden uitgegooid. In plaats daarvan moeten gemeenten kiezen voor programma’s waarvan wetenschappelijk bewezen is dat ze kunnen werken en geen schadelijke gevolgen hebben.’
In zijn rapport adviseert Stams om minder verschillende interventies te gebruiken en energie te steken in programma’s die aantoonbaar werken. ‘We hebben hele goede opvoedingsinterventies voor jongeren tot twaalf jaar, maar die worden nu nauwelijks gebruikt’, zegt hij. ‘Ook moet de gespecialiseerde forensische zorg veel meer worden ingezet.’
Bij de programma’s zonder onderbouwing ziet Stams aanwijzingen dat ze ‘hoogstwaarschijnlijk niet werken’. Verschillende gemeenten maken bijvoorbeeld gebruik van ‘Credible Messengers’. Dat zijn mensen uit de wijk, vaak ervaringsdeskundigen, die opgeleid worden tot een rolmodel voor kwetsbare jongeren. ‘Uit internationaal onderzoek blijkt dat zo’n rolmodel niet werkt.’
Gemeenten maken ook regelmatig gebruik van brede voorlichtings- en bewustwordingscampagnes die soms juist schadelijk kunnen zijn voor jongeren. Dit zijn campagnes waarbij bijvoorbeeld een ervaringsdeskundige voor de klas staat om jongeren te vertellen over de gevolgen van criminaliteit.
Jongeren kunnen er soms juist door geïnspireerd raken, toonde eerder onderzoek van Martha de Jonge (Trimbos) en Edwin Kruisbergen (Ministerie J&V) al aan. Bijvoorbeeld omdat ze horen dat je veel geld kunt verdienen met het rondbrengen van pakketjes drugs en er uiteindelijk toch nog goed mee kan wegkomen. Stams: ‘Je kunt daar beter mee stoppen, want het werkt niet of zelfs averechts.’
Criminoloog Marijke Drogt is het daarmee eens. ‘Er zit ook een ethisch aspect aan’, zegt ze. ‘Moet jouw of mijn kind, die op de basisschool zit, weten dat er drugs gedeald wordt? Dat je daar geld mee kan verdienen? En dat op zo’n jonge leeftijd. Ik voel daar bezwaren bij.’
Het ministerie van Justitie en Veiligheid zegt blij te zijn met de aanbevelingen van de onderzoekers. De bevindingen zijn niet vrijblijvend, benadrukt een woordvoerder. ‘De bevindingen moeten daadwerkelijk en op de juiste manier worden gebruikt om de interventies gefinancierd vanuit Preventie met Gezag nader te onderzoeken, bij te stellen of te stoppen.’
Investico is radicaal transparant. In verantwoordingsdocumenten maken wij onze onderzoeksmethodes en resultaten openbaar zodat publiek en andere onderzoekers ons werk kunnen controleren en erop kunnen voortbouwen. In de longread van het onderzoek hieronder verwijzen noten naar het bronmateriaal. Wilt u meer weten over onze missie en methode? Lees meer
U las de longread van dit onderzoek. Heeft u naar aanleiding hiervan een tip? Neem contact met ons op
Verdedig de rechtsstaat. Steun onafhankelijke onderzoeksjournalistiek in Nederland.