Nieuws
Preventiebeleid bereikt te weinig arme laagopgeleide Nederlanders
Om de stijgende zorgkosten de komende jaren het hoofd te bieden, zet het ministerie van Volksgezondheid sinds enkele jaren in op preventie. Samen met onder meer gemeenten, zorgverzekeraars en zorginstellingen wil het ministerie zorgen dat mensen niet of later ziek worden. Zo moet het in 2018 gesloten Nationaal Preventieakkoord zorgen voor een rookvrije generatie, het aantal mensen met overgewicht sterk terugbrengen en mensen meer laten bewegen.
Maar de honderden projecten en initiatieven die de afgelopen jaren uit de grond zijn gestampt, bereiken arme laagopgeleiden te weinig. Een database van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) telt 336 gezondheidsprogramma’s die gemeenten kunnen gebruiken. Slechts twintig daarvan richten zich op mensen met een lage sociaal-economische status. Die groep vindt ook onvoldoende de weg naar preventieprojecten die uit de basisverzekering worden vergoed, concludeerde de Algemene Rekenkamer vorig jaar al.
Grote verschillen
En juist deze groep kampt het meest met gezondheidsproblemen, blijkt uit een analyse van cijfers die Investico opvroeg bij het CBS. De verschillen zijn groot. Van de mensen die arm en laagopgeleid zijn voelt slechts 46 procent zich gezond, tegenover 85 procent van de groep rijke hoogopgeleiden. Eén op de tien arme laagopgeleiden heeft suikerziekte, ten opzichte van één op de vijftig onder rijke hoogopgeleiden. Bijna een derde wordt belemmerd door pijn, bij rijke hoogopgeleiden gaat het om nog geen acht procent.
‘De mensen die gezondheidsprojecten het minst nodig hebben, profiteren er het meest van’, zegt Gera Nagelhout, bijzonder hoogleraar gezondheidsverschillen aan de Universiteit van Maastricht. ‘Het is lastig om mensen die kampen met armoede erbij te krijgen’, zegt ze. ‘Er zijn allerlei drempels: eigen risico, reiskosten, reistijd.’ Het RIVM concludeert in een raming van gezondheidsverschillen in 2040 dat het aandeel rokers sneller daalt onder hoogopgeleiden en ernstig overgewicht sneller stijgt bij lageropgeleiden. De gezondheidskloof neemt dus eerder toe dan af.
Bovendien loopt de financiering van initiatieven als het Nationaal Preventieakkoord, in totaal 170 miljoen euro, over een paar jaar af. Onduidelijk is wat er daarna zal gebeuren. Het budget voor preventie is ‘niet goed geregeld’, erkent demissionair staatssecretaris van Volksgezondheid Maarten van Ooijen (ChristenUnie) die een volgend kabinet oproept meer geld vrij te maken. De staatssecretaris vergelijkt preventie aanpakken met ‘een uitdaging in de categorie van het beklimmen van de Mount Everest’. De afgelopen jaren is de bewustwording van het probleem gegroeid. ‘Dat is al heel wat, en nu moeten we ons richten op een oplossing’, zegt hij. ‘Dat is denk ik waar we nu staan: bewust onbekwaam.’