Onderzoek met bronnen
Hoe het humeur in de Vinex omsloeg
Ook in de tevreden welvarende stukjes delen van Nederland werd de VVD bij de laatste verkiezingen verlaten voor de PVV. In die middenklasselevens veranderde weinig, maar nam vooral de angst toe.
‘Kijk, dit zijn zulke prachtige huizen.’ Soepel slingert Adri Reijnhout zijn Volvo door de straten van Sveaparken, een stadswijk in het noorden van Schiedam. De houten gevels zijn in een donkerrode tint geverfd, de kozijnen zonder uitzondering hagelwit. ‘Een stukje Zweden in Nederland’, zegt Reijnhout (77). Deze wijk is zijn geesteskind. Rond de eeuwwisseling mocht hij als D66-wethouder Volkshuisvesting een ‘Vinex-wijk’ ontwerpen. En na vakanties in Scandinavië wist hij precies hoe die eruit moest zien. Hij haalde zijn inspiratie in Östersund, een door meren omsingeld stadje midden in Zweden. ‘Die architectuur vond ik prachtig: heel open en ruim, geen hoge heggen, zo karakteristiek.’
In 1991 krijgen gemeenten verspreid over Nederland de opdracht om nieuwe wijken in te tekenen.1 De Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra (‘Vinex’) is zojuist opgeleverd: de laatste keer dat er vanuit Den Haag één overkoepelende schets kwam van hoe het land eruit moest zien.2 In vijftig steden verspreid over het land, van Pijnacker tot Leeuwarden, en van Vlissingen tot Enschede mogen wethouders zoals Reijnhout naar eigen inzicht stukjes stad bouwen. In Helmond verschijnt er een heuse kastelenwijk, op het Amsterdamse IJburg komen drijvende terrassen en in Schiedam wordt het thema dus Zweeds. Ze beogen allemaal hetzelfde: rijkere bewoners van binnensteden moeten worden verleid om ruimte te maken door aan de randen te gaan wonen in dat wat je de Nederlandse suburbs zou kunnen noemen.3
Word nu Vriend van Investico en versterk de onderzoeksjournalistiek in Nederland
In een voormalige polder naast Schiedam heb je nu straten met namen zoals Tundradal, Thorholm en ABBAborg. ‘In Zweden zelf vonden ze het prachtig’, zegt de oud-wethouder. ‘De ambassadeur kwam elke paar jaar langs.’ Reijnhout werd zelfs benoemd tot Ridder in de Orde van de Poolster, de hoogste onderscheiding van het Zweedse koningshuis voor niet-Zweden. De stervormige insigne, aan een blauw-geel lintje, bewaart hij op zolder.
Om de meeste tuinen staan de lage witte hekjes, zoals Reijnhout ze ooit aan de tekentafel had bedacht. Je kan er makkelijk overheen kijken, naar de tuinsets van je buren, hun betegelde tuinen, en de gemeenschappelijke grasvelden daarachter. Maar achter steeds meer huizen staan nu zelf opgetuigde hoge schuttingen. ‘Kijk, hier heb je weer zo’n vreselijk ding,’ zegt hij rijdend over de Odinholm. ‘En die heggen daar zijn veel te hoog! Dat mag echt niet, daar hebben mensen voor getekend. Maar de gemeente handhaaft het niet meer. Jammer.’
De bewoners van Sveaparken trekken zich steeds verder terug achter hun muren. Zo bleek ook tijdens de verkiezingen van afgelopen najaar.4 Ruim 32 procent van de inwoners stemde op de PVV van Geert Wilders, tot dan toe was het altijd een VVD-bolwerk5. ‘De uitslag was voor mij een grote teleurstelling’, zegt de voormalige wethouder. ‘Ik begrijp er niets van. Dat je in zo’n wijk woont, en dan toch PVV stemt.’
In vrijwel alle Vinex-wijken sloeg de stemming om.6 De wijken stemmen zelfs net iets rechtser, iets meer op de PVV, dan de rest van Nederland. En bijna tweederde van die plekken stemt rechtser dan de stad waar ze aan liggen.7 Dat blijkt uit de uitslagen van stemlokalen in of net over de rand van de Vinex. Investico en De Groene Amsterdammer verzamelden de data van de laatste vijf nationale verkiezingen.
Wat dat leert? Waar begin deze eeuw de rechts-populistische stem eerst opkwam in oude stadswijken en de afgelopen jaren juist het platteland en de randen van Nederland bereikte, is nu ook dit ‘tussenland’ in de greep van het onbehagen van Wilders.8 Dat terwijl uit leefbaarheidsonderzoeken blijkt dat de ruim 800 duizend Nederlanders die in de Vinex wonen gelukkiger zijn dan de rest van het land.9 De inkomens zijn er bovengemiddeld.10 Bijna iedereen is er huiseigenaar en die woningen zijn groot. Er staan nét iets meer auto’s voor de deur dan elders in het land. Jarenlang was de VVD heer en meester over dit stukje optimistisch Nederland.11 Nu bleef ze weliswaar de tweede partij, maar leverde meer dan een kwart van haar stemmen in.12
Tanende VVD-positiviteit
Dierdonk is wat je met recht een burgerlijke idylle kunt noemen. De lanen zijn lang en groen, de hagen keurig gekapt, de auto’s glimmen er en de twee-onder-een-kapwoningen hebben ruime erkers en eigen oprijlanen. Het barst er van de aannemersbusjes. ‘Mensen klussen hier constant aan hun woning’, zegt Louis van de Werff, raadslid voor de lokale partij Helder Helmond. Even later zal de lokale VVD-leider die een paar straten verderop woont, iets soortgelijks zeggen. ‘Dit is een wijk voor mensen die stapjes gezet hebben. Dit is een plek waar mensen ooit eigenaar zijn geworden over hun eigen leven.’
Beide heren hebben wortels in Helmond en belandden via omzwervingen in deze Vinex-wijk. Van de Werff was wiskunde-, teken- en economieleraar en woonde in het centrum van Helmond toen hij in de lokale krant een advertentie zag voor een bijeenkomst van een projectontwikkelaar, net aan de andere kant van de snelweg. Er werden clowns, jongleurs en springkussens beloofd. Hij troonde zijn kinderen mee, begon te fietsen en belandde in Dierdonk waar modelwoningen op glooiende heuvels stonden. Hij was direct verkocht en zocht een kavel uit. ‘Toen was ik nog links trouwens, zoals alle economieleraren in Nederland, maar daar is niets meer van over.’
Op een hoek bouwde hij in drie maanden zijn eigen huis. Hij mocht doen wat hij wilde, zolang hij maar de juiste bakstenen en dakpannen gebruikte, en het dak een hoek van 60 graden had, net als bij de buren. Wandelend door de wijk kan hij precies aanwijzen ‘hoe het allemaal bedoeld was’. In het midden ligt een terp met daarnaast tennisbanen en een skateparkje. Een achttal kinderen in fluorescerende hesjes raapt met grijpstokken enthousiast afval uit de bosjes.
Maar wie frisse lucht probeert op te snuiven, voelt een penetrante brandlucht in de neus prikken. Het enige vlekje in deze Brabantse oase is het verdwijnen van de buurtsuper. In november vloog plots de Albert Heijn in de fik. Nu staat er middenin de wijk een zwarte doos waarin boodschappenwagentjes op hun kant liggen. Onder de gebarricadeerde toegangsdeur sijpelt water van een lekkage naar buiten. ‘Dit was het hart van de wijk’, zegt Van de Werff. ‘Als je dit weghaalt dan is dat heel erg voor wijkbewoners.’
Sinds de brand gaan de wildste verhalen door de buurt met als dominante lezing: jongeren wilden een TikTok-filmpje opnemen en dat liep uit de hand. Wat in ieder geval zeker is: ergens in het schap waar lampenolie en lucifers lagen, is iets afgestreken met exploderende flesjes, heftige rook en giftige dampen tot gevolg. Het pand is total loss. Dierdonk bereidt zich voor op een buurtbijeenkomst, vanavond, om dit verlies met elkaar te bespreken.
Van de Werff zal aanwezig zijn als raadslid voor Helder Helmond, een lokale partij die bij gemeenteraadsverkiezingen steevast de populistische stem weet te vangen. Het is een ideologisch lastig te definiëren partij. Zijn partijgenoten stemden bij de laatste landelijke verkiezingen op de PVV, de PvdA en de VVD. Zelf koos Van de Werff voor Pieter Omtzigt, ‘al heb ik daar nu al spijt van’. En de rest van deze wijk? ‘Dit is een echte VVD-wijk. Of naja, dat was het.’
‘Je bent hier in een deel van Nederland waar een stukje welvaartsgroei heeft plaatsgevonden’, zegt buurtgenoot Theo Manders. De lokale VVD-leider heeft als zoon van middenstanders - ze hadden een fietsenwinkel, een tankstation en een kruidenier - het liberalisme ‘met de paplepel ingegoten’ gekregen. Als puber hing hij boven zijn bed posters op van Hans Wiegel, al moest hij daar van zijn vader ook een KVP-poster naast hangen, om katholieke klanten die langs het raam passeerden niet af te schrikken.
Bevlogen vertelt hij over wat je het emancipatieverhaal van de VVD zou kunnen noemen. ‘Een wijk als deze zou een ideaal voor de rest van Nederland moeten zijn, plekken als deze verheffen mensen. Als je hier rondrijdt dan denk je: allemaal hoge inkomens! Maar het zijn geen erfenissen.’ Naar goed VVD-gebruik heeft hij de wijk stevig laten onderzoeken om uit te vinden waar zijn stemmers kunnen zitten. Wat hij daaruit leerde? ‘Bijna de helft van de wijk is praktisch opgeleid. De mensen die hier wonen komen veelal uit families die in de vorige eeuw stapjes hebben gezet. Onder Joop den Uyl konden ze met een beetje hulp van de overheid iets van hun leven maken en hun eerste huisje kopen. Ze kregen eigendom, ze werden individueler. Ze konden meedoen aan het kapitalisme.’
Het fascinerende aan Vinex-wijken is dat ze in korte tijd een zeer homogene groep mensen aantrokken: jonge stellen, met jonge kinderen. Zelfredzame huishoudens die het leven zelf konden organiseren. Het leverde buurten op met drukte op straat, uitpuilende basisscholen en in het geval van Dierdonk bijzonder veel barbecues en buurtfeesten. In de eerste jaren werd de wijk gekscherend ‘Scheidingsdonk’ genoemd omdat zo’n concentratie van dertigers op een klein stukje groen, met zoveel buurtfeesten, als vanzelf tot echtelijke ruzies leidde. Nog altijd is er een actieve wijkkrant, een levendige wijkvereniging, een wijkbestuur en er zijn vrijwilligersinitiatieven. ‘Eigenlijk is dit een soort participatiesamenleving in optima forma’, zegt Manders lachend. ‘Al staat het wel onder druk.’
Op het laatste partijcongres van de VVD voor de Tweede Kamerverkiezingen maar ook in de lokale Albert Heijn begon Manders voor het eerst geluiden op te vangen dat zij die altijd trouw op de liberaal-conservatieven stemden, overwogen om uit te wijken naar Wilders. En dat deden ze ook. 37 procent van de Dierdonkers stemden PVV, meer dan twee keer zoveel als in 2021. ‘Van hen verliezen is echt heel raar’, zegt Manders. ‘Deze wijk pást niet bij de PVV. Wij zijn een optimistische partij, wij hebben een positief toekomstbeeld en dat geldt niet voor de onvrede van Wilders.’
Maar juist dat positivisme is tanende. ‘Mensen in deze wijk hebben vermogen opgebouwd en daarmee is er ook een angst ontstaan om dat op een dag weer te verliezen’, zegt hij. Volgens Manders is die vrees met de fusie van GroenLinks en de PvdA groter geworden, plots deden zij een gooi naar het torentje. ‘Zij hebben het over erfbelasting en de auto. Terwijl hier mensen wonen die denken: straks pakken ze ons dat allemaal af.’ De onderzoekers die meewerken aan het Nationaal Kiezersonderzoek geven hem deels gelijk. Hoewel zij vooral wijzen op de strategische blunder van de VVD om de PVV niet meer uit te sluiten, zagen zij dat voormalige VVD-kiezers op het laatste moment uitweken omdat ze wilden voorkomen dat ‘links’ of ‘Timmermans’ de grootste zou worden. Het is vooral angst, benadrukt Manders. Want zijn buren hebben het nog altijd goed. ‘Het is denk ik meer beeldvorming dan realiteit.’
Het mysterieuze aan de electorale omslag is dat er op papier inderdaad niet zoveel is veranderd op plaatsen als Sveaparken in Schiedam, Dierdonk in Helmond, De Reeshof in Tilburg, zo’n beetje heel Almere en de 63 andere Vinex-wijken die Investico en De Groene Amsterdammer analyseerden. De huizenprijzen zijn onverminderd hoog,13 het aantal auto’s per huishouden bleef stabiel14, zelfs de stijgende energiekosten bleken hier door voorbeeldige energielabels en zonnepanelen niet neer te slaan.15 Ook zijn er niet meer meldingen van overlast.16 En als die wel toenamen dan was dat niet van invloed op de PVV-stem.17
En hoewel uit het Nationaal Kiezersonderzoek blijkt dat Wilders-stemmers vooral op hem stemden vanwege zijn migratiestandpunten18, zijn er in de Vinex nauwelijks asielzoekerscentra. Op plekken waar het aantal bewoners met een niet-westerse migratieachtergrond toenam, is er geen correlatie met een stijgende PVV-stem.19 Anders dan op het platteland, waar voorzieningen verdwenen, en anders dan in de oude stadswijken, waar ‘mensen hun buurt niet meer herkenden’, veranderde er in de Vinex nagenoeg niets.
Dat blijkt wanneer we de verkiezingsresultaten langs tal van cijfers leggen die het CBS bijhoudt over de wijken en haar bewoners. Ook analyseerden we de resultaten van Leefbaarometer, een onderzoek dat het Ministerie van Binnenlandse Zaken elke twee jaar laat uitvoeren naar de leefbaarheid van buurten en wijken.20 Daarnaast legden we ook de politiestatistieken in Vinex-wijken langs de verkiezingsuitslag.
De PVV-stem verklaard
In dat woud van cijfers vallen twee zaken op die wél verband houden met de PVV-stem. Allereerst blijkt dat Vinex-wijken waarin de voorzieningen verder weg liggen - van scholen tot cafés en van supermarkten tot snelwegopritten - vaker PVV stemmen.21 Wijken waarvoor dat geldt zijn bijvoorbeeld in Dierdonk en De Delftlanden in Emmen. Daarnaast zien we dat de leeftijdsverdeling in de wijken een rol speelt. Wilders scoort beter in Vinex-wijken waar relatief meer jongeren (tussen de 15 en 25) en oudere werkenden (tussen de 45 en 65) wonen.22 Dat zou kunnen wijzen op het groeiende woningtekort: ouders zien dat hun studerende of net-werkende kinderen het ouderlijk huis niet kunnen verlaten. In alle wijken hoorden wij deze klacht terug op straat.
Al in 1989 beschreef de Amerikaanse journalist Barbara Eichengreen in haar boek The Fear of Falling: The Inner Life of the Middle Class hoe een angstige middenklasse rechtser wordt. Ze vrezen niet zozeer het eigen leven, maar lijden aan het idee dat hun kinderen en kleinkinderen het slecht zullen hebben. Later door Amerikaanse sociologen samengevat als: ‘Met mij gaat het goed, met het land gaat het slecht’.23
Dat zinnetje is in Nederland inmiddels ook bekend omdat het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) het begin deze eeuw omarmde. Als reactie op de Fortuyn-revolte begon het sociologeninstituut de stemming Nederland via enquêtes en focusgroepen nauwlettend te bestuderen.24 Al die resultaten worden meerdere keren per jaar uitgebracht als Burgerperspectieven, rapporten die door politieke partijen met haast religieuze belangstelling worden gelezen. ‘In de jaren negentig waren we nog een redelijk vrolijk en optimistisch land,’ zegt SCP-onderzoeker Josje den Ridder. Het vertrouwen in de politiek was hoog, mensen keken met meer vertrouwen naar de toekomst dan in de jaren tachtig. Sindsdien vertoont het Nederlandse humeur schommelbewegingen. Zo was er rond de financiële crisis een flinke dip te zien, en leidde de coronapandemie juist tot een piek in vertrouwen. ‘Maar sinds 2021 is het maatschappelijke pessimisme en de onvrede over de politiek groter in vergelijking met eerder.’
Sinds enkele jaren ziet Den Ridder in haar onderzoeken terug dat Nederlanders hun chauvinisme beginnen te verliezen. Het dominante gevoel van dat Nederland een land is waarin de dingen goed zijn geregeld, begint af te brokkelen door onvrede over de vastlopende woningmarkt en personeelstekorten in de zorg en het onderwijs. Steeds vaker geven mensen in de focusgroepen van Den Ridder aan dat ze toenemende gevoelens van machteloosheid ervaren, dat ze ‘geen grip’ meer hebben. ‘En dan gaan mensen zich afvragen: heeft de overheid hier eigenlijk wél grip op? Dat leidt tot onvrede en lager vertrouwen in politiek.’
In een Tilburgs zaaltje naast een drukke rondweg druppelen tientallen mensen binnen voor het jaarlijkse Hete Hangijzersdebat.25 In De Reeshof, een van de grootste Vinex-wijken van Nederland, is onrust ontstaan. De gemeente is op zoek naar ruimte om tijdelijke woningen voor starters, ‘spoedzoekers’ en statushouders en heeft haar oog laten vallen op een trapveldje aan de rand van de gigantische nieuwbouwwijk.
‘We gunnen iedereen een huis’, zegt bewoner Daan Jongbloets voorafgaand aan de avond. ‘Maar het is moeilijk als dat naast je eigen voordeur moet komen te staan’. Hij woont al zijn hele leven in De Reeshof en heeft altijd van de gemeente gehoord dat de groene omgeving zo belangrijk was in de buurt, voor de kinderen. ‘En dan halen ze een van de weinige groene veldjes in de omgeving weg.’ Waar moet zijn pasgeboren zoon dan straks voetballen? Maar ook: wat doen Oekraïners, statushouders met de waarde van zijn huis? Hij hoopt het over een paar jaar goed te kunnen verkopen om te verhuizen naar een woning met een eigen oprit, want ook dat zit hem dwars: kunnen we met al die nieuwe mensen straks nog wel voor de deur parkeren? Er is nu al nooit plek in de buurt.
Samen met een aantal buren nam hij een advocaat in de arm en hij stelde een bezwaarschrift op, dat door driehonderd buren werd ondersteund.
Tijdens het Hete Hangijzersdebat probeert een moderator over het geschreeuw van spelende kinderen de avond in goede banen te leiden. Hij heet de politieagenten op de eerste rij welkom. ‘In de wijk horen we zo vaak “ik zie ze nooit, ik kan ze niet bereiken” of weet ik veel wat. Dus grijp vanavond je kans,’ zegt de wijkraadvoorzitter.
Het debat begint met gerommel over wie er eigenlijk mee mag praten. Eerder die dag is er bij een groot deel van de aanwezigen een brief op de mat geland waarin staat dat ze volgens de gemeente ‘geen belanghebbende’ zijn en dus geen recht op inspraak hebben. ‘De gemeente zegt eigenlijk: u doet gewoon niet mee!’, zegt een man achterin de zaal. Zijn vrouw, naast hem, vult aan: ‘Het kan gewoon niet! Wij wonen hier dus is iedereen belanghebbende.’ De zaal rommelt instemmend. Een man met een bril op de eerste rij zegt: ‘Ik snap het niet, want Tilburg heeft sinds kort een inspraakdeskundige, ze zouden de beste inspraakgemeente worden van heel Nederland.’
Het onderwerp waar het eigenlijk over zou moeten gaan, flexwoningen, verdwijnt steeds verder uit zicht. De conclusie waar iedereen, ook de aanwezige politici, elkaar in vindt: er gaat iets mis met de inspraak.
Willem Bartelings volgt de discussies als nestor van de buurt op de voet. Hij woont al 42 jaar in de wijk, richtte de wijkkrant en de wijkraad op en was enkele jaren gemeenteraadslid namens D66. Die organisatie was toen noodzakelijk: de eerste drie jaar dat hij in De Reeshof woonde, lag er nog geen bestrating voor zijn huis, de kruipruimtes onder de huizen van zijn buren stonden onder water. ‘Dat zijn andere problemen dan er nu spelen’, zegt hij diplomatiek.
Neem de klachten over parkeerplaatsen. ‘Toen De Reeshof gebouwd werd, was er 1,4 parkeerplaats per huis, en nu is 2,4 niet meer genoeg.’ Eigenlijk ziet hij dat in alles terug, het gevoel dat mensen iets mislopen waar ze eigenlijk recht op hebben. ‘Dat er gemorreld wordt aan wat ze voor zichzelf hebben verzameld’. En hoewel hij ook echt wel begrip heeft voor het gevoel dat er niet altijd even goed naar zijn buren geluisterd wordt, ziet hij ook daarin een verschuiving. ‘Heel eerlijk? Er is nog nooit zoveel naar mensen geluisterd als in de afgelopen tien jaar.’
Afkeer van de stad
Al bij de presentatie van zijn verkiezingsprogramma in 2010 sprak Geert Wilders over ‘Henk en Ingrid’,26 het denkbeeldige middenklassekoppel dat volgens hem woonde in de Vinex, veel auto rijdt, twee kinderen heeft en twee keer per jaar op vakantie gaat. Henk zou zijn buik vol hebben van de ‘vette volgevreten links-liberale grachtengordelelite’.27 En hoewel de PVV pas bij de laatste verkiezingen echt doorbrak in de Vinex, zag UvA-geograaf Wouter van Gent het twaalf jaar geleden al aankomen. Hij bestudeerde de PVV stem in Haagse buurten en in groeikernen. Die verrechtsing voltrok zich in deze ‘suburbs’ uitzonderlijk goed. Ook als hij corrigeerde voor de aan- of afwezigheid van etnische minderheden in de buurt. De enige verklaring die hij aannemelijk vond, was dat de rechtse stemmer zich vooral afkeert van de culturele waarden van de nabijgelegen (grote) stad. ‘De stad werd geassocieerd met criminaliteit, onveiligheid, armoede, drukte en viezigheid.’
In de Vinex-bewoner schuilt een tragische paradox: ze zien met lede ogen toe dat de steden die ze ooit hebben verlaten in hun ogen verloederen. Tegelijkertijd missen én vrezen ze de grote stad. Ideologisch gezien ligt die te dicht bij, maar geografisch juist te ver weg.
Wie van het stadhuis in Den Haag in de Vinex-wijk Ypenburg wil komen, moet inderdaad een behoorlijke reis afleggen. Slingerend door parken en buitenwijken vervoert een tramtoestel je onder een snelweg door, richting de wijk die diep in de polder ligt. Tijdens de reis passeer je door tenminste één andere gemeente. 'Ik zeg altijd dat ik in Ypenburg woon, nooit in Den Haag’, vertelt een officieuze voorzitter van een buurtorganisatie in wijkcentrum Piet Vink. Ze voerde campagne voor de lokale partij van wethouder Richard De Mos en wil niet met haar naam in het stuk. Aan de muur hangt een foto van Het Plein in de Haagse binnenstad om ons te herinneren in welke gemeente we zijn.
De voornaamste zorg in de wijk? Verval, zo vertellen de voorzitters van andere buurtverenigingen. ‘Een nieuwbouwwijk bereikt na 30 jaar een kantelpunt,” verklaart sociaal geograaf Van Gent. ‘Als een wijk nieuw gebouwd wordt, staan daar de mooiste en nieuwste huizen die interessant zijn voor hoogopgeleide gezinnen met hoge- en middeninkomens. Na dertig jaar zijn er nieuwere, nog mooiere wijken en beginnen oude bewoners achteruitgang te vrezen.
‘Als je hier rondkijkt en het vergelijkt met andere wijken in Den Haag, dan zie je dat het er hier goed bij ligt. Dat moeten we wel vast weten te houden’, zegt Simon Vroonhof, voorzitter van een buurtvereniging. ‘We staan nou eenmaal niet bovenaan het lijstje van de gemeente, we moeten ervoor zorgen dat we niet vergeten worden. Zodat we het kantelpunt voor blijven.’
Vlak na etenstijd is het ongewoon onrustig in het Helmondse Dierdonk. Kluitjes mensen komen uit alle hoeken en lanen aangelopen voor de bijeenkomst in het buurthuis. Een groepje mannen in gewatteerde jassen loopt met handen in de zakken langs de dichtgetimmerde Albert Heijn. ‘Das war einmal!’, roept er eentje. Ze lachen. ‘Dat komt niet meer terug, nee.’ Ze verzamelen zich samen met tweehonderd mensen in het hiervoor net iets te krappe buurthuis, waar de voorzitter van de wijkraad de avond opent. ‘Wij zijn zeer geschrokken’, zegt hij. ‘Onze petitie is tweeduizend keer ondertekend, of zoiets. Het is duidelijk. Jullie wíllen een supermarkt.’
Een vrouw van in de zeventig begint te roepen. ‘Ik heb dertig jaar geleden een huis gekocht en de gemeente beloofde toen: je krijgt een wijk met voorzieningen. Waar zijn die nu dan?’
VVD-leider Manders stapt naar voren. ‘De gemeente heeft een maatschappelijke taak! Deze wijk was gebouwd op een aantal mensen en een aantal voorzieningen. Waar is de maatschappelijke verantwoordelijkheid? Dit is een crisissituatie.’
‘De politiek maakt misbruik van de situatie’, roept ook Van de Werff van Helder Helmond. Er leven in de gemeenteraad plannen om op de plek van de Albert Heijn sociale huurwoningen neer te zetten. ‘Ze zetten toch ook geen vrijstaande woningen neer in een arme buurt?’
Een ‘verbindingsmedewerker’ van een maatschappelijke organisatie probeert de onvrede te bezweren. ‘Wat ik wil weten van jullie’, zegt ze door een microfoon. ‘Waarin zit je beperking nu je je Albert Heijn kwijt bent? Is dat van “shit, ik ben ter been en kan geen boodschappen meer doen”, gaat het om je woningwaarde of is dat meer iets als: ik mis een ontmoetingsplaats. Willen jullie aangeven waar je mee zit?’
De avond is een eindeloos groepsgesprek met hooglopende gemoederen. Maar de verbindingsmedewerker heeft een oplossing bedacht, denkt ze. ‘Stel dat het twee jaar duurt voordat jullie een supermarkt hebben, kunnen jullie als bewoners dan niet met elkaar overleggen over hoe je het zelf oplost? Of je boodschappen voor elkaar doet?’ De zaal explodeert in woede. Mensen pakken jassen, benen boos weg. Met moeite wordt de zaal weer gekalmeerd. Eén vrouw roept: ‘ik denk dat ik wat minder belasting ga betalen! Of anders wil ik gewoon wat voorzieningen.’ Er klinkt luid applaus.
‘Deze Albert Heijn was nou eenmaal het hart van de wijk’, zegt Van de Werff. ‘Hier ontmoette je tenminste nog eens iemand.’ Ook VVD-leider Manders zegt dat. Al moet hij ook toegeven: ‘Eigenlijk is hier niet zoveel te klagen. Er zijn groene bossen, aardige mensen en relatief weinig problemen. Behalve dan die Albert Heijn. Maar goed. Als dat je grootste zorg is dan gaat het misschien eigenlijk wel goed met je.’ Hij denkt even na, kijkt naar zijn hagelwitte overhemd, en zegt dan. ‘Weet je wat het is? Als je een blouse vol vlekken aan hebt dan valt een extra vlekje niet meer op. Maar als je blouse wit is dan zie je direct alles dat misgaat.’
-
De Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra (VINEX) kwam uit in 1991, in 1995 begon de bouw van de eerste Vinex-wijken. ↩
-
Er is nog heel lang een vijfde nota geweest, opgesteld in 2002, die heeft uiteindelijk nooit doorgang gevonden. Het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer werd in 2010 opgeheven. ↩
-
‘De Vinex-wijken moesten de zogenaamde 'goedkope scheefheid' op de woningmarkt verminderen. Dat wil zeggen dat bepaalde huishoudens in een 'te goedkope' woning wonen, waardoor deze woningen niet meer beschikbaar zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Men probeerde het tekort aan goedkope woningen op te lossen door rijkere huishoudens naar de duurdere woningen in de Vinex-wijken te lokken,’ staat op Wikipedia. ↩
-
De Groene Amsterdammer en Investico analyseerden de stemresultaten van de laatste vijf Tweede Kamerverkiezingen. We keken naar de 69 wijken die als gevolg van de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra (‘Vinex’) werden gebouwd. We gingen zelf meermaals langs in Schiedam, Den Haag, Helmond en Tilburg. ↩
-
In alle verkiezingen tussen 2010 en 2021 was VVD de grootste in de wijk. ↩
-
De PVV won in alle vinex-wijken. In de meeste was er sprake van een verdubbeling. In 57 van de 67 Vinex-wijken was de PVV de grootste. ↩
-
43 van de 69 Vinex-wijken stemde rechtser dan de stad zelf. Dat komt neer op 62%. ↩
-
“Waar in de eerste jaren van de 21ste eeuw bepaalde manifestaties van onbehagen zich vooral voordeden in stedelijke gebieden, lijkt in de laatste vijf jaar het aantal mensen dat onbehagen ervaart groter te zijn in de zogeheten perifere regio’s (de minder dichtbevolkte plekken buiten het randstedelijk gebied),” Rijksuniversiteit Groningen. ↩
-
Uit de Leefbaarometer blijkt dat de fysieke omgeving, sociale samenhang en veiligheid in de Vinex-wijken gemiddeld hoger scoort dan het landelijke gemiddelde. Uit onderzoeken van het CBS bleek al eerder dat Vinex-wijken groen, relatief rijk zijn en dat stellen er gemiddeld minder vaak scheiden. ↩
-
Op basis van de kerncijfers van het CBS verdiende men in de Vinex in 2022 gemiddeld 33.000 euro per inwoner per jaar. Dat gemiddelde is landelijk 30.000 euro per jaar. ↩
-
De VVD was de grootste in 60 van de 69 Vinex-wijken in 2021. ↩
-
In Vinex-wijken kreeg de VVD in 2021 nog 24% van de stemmen, in 2023 was dat aandeel gedaald naar 17% in de Vinex, oftewel ongeveer een kwart minder. ↩
-
De toename van de gemiddelde WOZ is sterker dan voor de rest van NL. Voor de Vinex kwam er ongeveer een ton bij op de WOZ sinds 2012. Gemiddeld in Nederland was dat 85.000 euro. ↩
-
Gemiddeld 1,1 auto per huishouden sinds 2012. In 2022 wordt dat gemiddeld 1,2 auto per huishouden. ↩
-
We zien in de kerncijfers dat het gasverbruik in de Vinex enorm is afgenomen. Elektriciteitsverbruik is enorm toegenomen. Dat is een aanwijzing voor zonnepanelen. In eerdere mediapublicaties wordt ook duidelijk dat in Vinex zuinige woningen staan.
NRC: Het aantal zonnepanelen is de laatste jaren vooral gegroeid in wijken met veel eengezinswoningen.
Energielabel: zie hier. ↩ -
Voor heel Nederland waren er in 2023 444177 meldingen van overlast, dan komt neer op ongeveer 0.026 per persoon. Voor de hele Vinex waren er 13104, dat komt neer op ongeveer 0.015 per persoon. Dus minder in de Vinex, dan in de rest van het land. Het aantal overlastmeldingen nam ook af van 2023 naar 2022, hoewel het wel meer is dan voor corona. ↩
-
De correlatie tussen overlastmeldingen en PVV-stem is zelfs licht negatief: -0.21 Dus hoe meer overlastmeldingen, hoe minder PVV-stem. ↩
-
‘Ook de nieuwe PVV-stemmer stemde vooral tegen migratie en uit politiek protest’ , Stuk Rood Vlees. ↩
-
De correlatie tussen de PVV-stem en de verandering van niet-Westerse allochtonen tussen 2012 en 2022 is -0.02, er is dus geen correlatie ↩
-
"De Leefbaarometer is een instrument van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om tot op laag schaalniveau (100x100 meter) en voor geheel Nederland een inschatting te geven van de leefbaarheid.” ↩
-
De correlatie tussen de voorzieningen in de Leefbaarometer en de PVV-stem is -0.34, dat is een licht verband, maar wel een verband ↩
-
De correlatie tussen die twee leeftijdsgroepen en de PVV-stem is respectievelijk 0.39 en 0.42 ↩
-
Het rapport ‘In het zicht van de toekomst — Sociaal en Cultureel Rapport 2004’, SCP. ↩
-
Interview Josje den Ridder, projectleider van de burgerperspectieven. Het eerste burgerperspectief verscheen in 2008, en is hier terug te vinden. ↩
-
Het debat vond in 2022, 2023 en 2024 plaats. ↩
-
NOS, 12 mei 2010. ↩
-
Inbreng van Wilders tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen van 2009. ↩
- Lees meer over
- Politiek
Wilt u onafhankelijke onderzoeksjournalistiek ondersteunen? Word Vriend van Investico