Zorgautoriteit moet ingrijpen

Ziekenhuizen hamsteren goed betalende inhaalzorg

Beeld: ANP/ Peter Hilz

Nieuws

Ziekenhuizen vertragen inhaalzorg, patiënten onnodig lang op wachtlijst

Patiënten moeten in een ziekenhuis tot vier keer langer wachten op uitgestelde zorg dan in zelfstandig klinieken. De klinieken zeggen bovendien ruimte over te hebben om meer patiënten te behandelen. Dat geldt met name voor de behandelingen die vanwege corona het vaakst zijn uitgesteld, zoals staaroperaties, knie- en heupvervangingen en het verwijderen van spataderen. En voor een simpele MRI-scan wachten patiënten in een kliniek gemiddeld zes dagen en in een ziekenhuis ruim drie weken: bijna vier keer zo lang. Dit blijkt uit een analyse van de wachttijden die de Nederlandse Zorgautoriteit publiceert door Platform voor onderzoeksjournalistiek Investico, voor Trouw en De Groene Amsterdammer.

130 duizend operaties uitgesteld

Patiënten die langer moeten wachten op bijvoorbeeld een heupvervanging zijn vaak niet in levensgevaar, maar hebben door het uitstel wel extra pijn en ongemak. Juist die planbare zorg – behandelingen die niet binnen zes weken hoeven plaats te vinden – is de afgelopen twee jaar vaak afgeschaald. Volgens de Nederlandse Zorgautoriteit zijn er 130 duizend operaties uitgesteld, de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen zegt nog tot 2023 bezig te zijn met het inhalen van operaties.

De langere wachtlijsten worden deels veroorzaakt doordat ziekenhuizen de “makkelijke” behandelingen niet kwijt willen omdat deze financieel meer opleveren dan de ingewikkeldere zorg. “Complexe patiënten zijn natuurlijk veel duurder”, zegt Rob Dillmann, bestuurslid bij de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen en bestuursvoorzitter van het Isala Ziekenhuis in Zwolle. “Je wilt als ziekenhuis ook de minder complexe patiënten graag bij je houden.” Daarnaast willen patiënten niet altijd naar een kliniek, zegt Dillmann, omdat ze gehecht zijn aan hun dokter of ziekenhuis.

Blijf op de hoogte van onze onderzoeken. Meld je aan voor de nieuwsbrief

Klinieken kunnen extra zorg bieden

Ondertussen hebben klinieken ruimte over voor inhaalzorg. Paulette Timmerman, directeur van branchevereniging Zelfstandige Klinieken Nederland waarin ruim vijfhonderd zelfstandige klinieken zijn verenigd, maakt een schatting: “Onze leden zeggen dat ze nog zeker 10 procent extra zorg kunnen bieden: ongeveer 10 duizend behandelingen per maand.” De klinieken bieden verzekerde zorg, de meeste richten zich op één of een paar specialismen, zoals oogzorg of orthopedie. “Daardoor zijn klinieken vaak efficiënter georganiseerd, zegt Timmerman.

Niet alle patiënten op de wachtlijst kunnen in een kliniek terecht. Operaties waarvoor een IC-bed nodig is, kunnen alleen in een ziekenhuis plaatsvinden. Patiënten met verschillende aandoeningen tegelijk kunnen daardoor ook niet in een kliniek worden behandeld. Maar dan nog staan er veel mensen op de wachtlijst in het ziekenhuis die wel in een kliniek geholpen kunnen worden, hoewel niemand weet hoeveel dat er precies zijn.

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) houdt toezicht op de toegankelijkheid van zorg, zegt Xander Koolman, gezondheidseconoom aan de Vrije Universiteit Amsterdam. “Die heeft de wettelijke taak om in te grijpen als mensen onterecht te lang moeten wachten op passende zorg.” Dat doet de NZa nu niet.

Maar die heeft niet ingegrepen. De Zorgautoriteit herkent de verschillen in wachttijd, zegt directeur Toezicht Karina Raaijmakers. Als een patiënt de wachttijd te lang vindt, kan die naar de zorgverzekeraar stappen om te vragen of het ergens anders niet sneller kan, legt ze uit. “En gezien het verschil in wachttijden loont dat.” De toezichthouder onderzocht afgelopen jaar meerdere keren of zorgverzekeraars wel genoeg zorg bij klinieken hadden gecontracteerd, maar vond geen overtredingen. Bovendien, zegt ze, “als ziekenhuizen en klinieken in een regio niet goed samenwerken om patiënten te verdelen, dan kunnen we dat als NZa niet afdwingen.”

“Het uitstellen van al die zorg heeft de gezondheid van tienduizenden Nederlanders geraakt. Als de NZa dan weet dat er een oplossing is voor een deel van dat probleem, maar zegt dat het niet hun bevoegdheid is, dan gaat ze daarmee voorbij aan die gezondheidsschade”, zegt gezondheidseconoom Xander Koolman. Als ziekenhuizen geen patiënten willen opgeven, dan kan de Zorgautoriteit daar formeel gezien weinig tegen doen, zegt Duco Bannink, universitair hoofddocent Governance in de Zorg aan de Vrije Universiteit. “Als een ziekenhuis zegt dat de patiënt niet naar een kliniek kan, moet de NZa die verklaring voor lief nemen. Maar daar kunnen ze meer een probleem van maken, bijvoorbeeld door om meer regels te vragen van het ministerie van VWS.

Verantwoording

Investico is radicaal transparant. In verantwoordingsdocumenten maken wij onze onderzoeksmethodes en resultaten openbaar zodat publiek en andere onderzoekers ons werk kunnen controleren en erop kunnen voortbouwen. In de longread van het onderzoek hieronder verwijzen noten naar het bronmateriaal. Wilt u meer weten over onze missie en methode? Lees meer

Verantwoordingsdocumenten

Onderzoek met bronnen

Ziekenhuizen hamsteren goed betalende inhaalzorg

Beeld: ANP/ Peter Hilz

Nu door corona uitgestelde zorg wordt ingehaald wachten sommige patiënten onnodig lang op een behandeling, ziekenhuizen weigeren hen door te sturen naar specialistische klinieken.

Nu de coronadrukte in de ziekenhuizen een beetje begint af te nemen, wacht de volgende opgave: de inhaalzorg. Volgens de Nederlandse Zorgautoriteit wachten momenteel ruim 130 duizend mensen1 op een uitgestelde operatie. De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen verwacht2 er nog tot in 2023 mee bezig te zijn. ‘Simpelweg verschrikkelijk’ noemde premier Mark Rutte het in december3 vorig jaar dat zoveel operaties en behandelingen niet door konden gaan.

Toch zijn de wachttijden voor allerlei vaak uitgestelde operaties onnodig lang. Procedures als knievervangingen, staaroperaties en MRI-scans kunnen veel sneller worden uitgevoerd in een zelfstandige kliniek, dan in een ziekenhuis. Dat blijkt uit een analyse van cijfers 4 over wachttijden van de Nederlandse Zorgautoriteit, door platform voor onderzoeksjournalistiek Investico voor Trouw en De Groene Amsterdammer

Wachttijd vier keer zo lang

Voor een MRI-scan bijvoorbeeld wacht je in een ziekenhuis gemiddeld ruim drie weken, terwijl je in een kliniek gemiddeld na zes dagen terecht kan: bijna vier keer zo snel. En dat geldt ook voor andere ‘planbare’ ingrepen die vanwege corona vaak werden uitgesteld, en die juist de specialiteit zijn van klinieken. Voor een nieuwe knie of heup staat een patiënt bijvoorbeeld ruim twee keer zo lang op een wachtlijst in het ziekenhuis dan in de kliniek, net als voor het repareren van een liesbreuk. Voor staaroperaties is de wachttijd in een ziekenhuis ruim anderhalf keer zo lang, en voor bepaalde verwijderingen van spataderen zelfs meer dan vier keer zo lang. 

Word nu Vriend van Investico en versterk de onderzoeksjournalistiek in Nederland

Steun ons

Een belangrijke reden daarvoor is dat ziekenhuizen weigeren patiënten door te sturen naar de snellere klinieken. Ziekenhuizen willen de omzet niet kwijt die dit soort betrekkelijk eenvoudige behandelingen opleveren. ‘De patiënten die doorgaans naar klinieken vertrekken zijn juist de patiënten die je als ziekenhuis graag hebt’, zei Bart Berden, bestuursvoorzitter van het Tilburgse Elisabeth Tweesteden Ziekenhuis onlangs tegen De Volkskrant. ‘Ze hebben weinig andere aandoeningen waardoor je ze flexibeler in kunt plannen, en je minder kosten hebt.’ Volgens Rob Dillmann, bestuurder bij de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen willen niet alle patiënten naar een kliniek: ‘Ze zijn vaak gehecht aan hun eigen dokter en ziekenhuis.’ Maar ook hij erkent: ‘Complexe patiënten zijn veel duurder, je wilt als ziekenhuis ook de minder complexe patiënten graag bij je houden.’

De ruim 130 Nederlandse klinieken kunnen inderdaad alleen de niet-complexe patiënten behandelen, zegt Paulette Timmerman, directeur van branchevereniging Zelfstandige Klinieken Nederland. Operaties waarbij achteraf een IC-bed nodig is, moeten bijvoorbeeld in het ziekenhuis worden gedaan. Patiënten met verschillende aandoeningen hebben, bijvoorbeeld diabetes bovenop hun versleten heup, en daardoor een verhoogd risico op complicaties kunnen daarom   niet in een kliniek worden geholpen5. Voor onderzoeken als een MRI-scan is dat verschil er overigens niet: de scan is voor complexe en niet-complexe patiënten hetzelfde.

10 duizend behandelingen per maand extra

Hoe dan ook staan er veel patiënten op een wachtlijst in het ziekenhuis die sneller in een kliniek kunnen worden geholpen. ‘In 2021 zijn er al meer patiënten naar klinieken doorverwezen dan in de jaren daarvoor’, zegt Timmerman. ‘Maar onze leden zeggen dat ze zeker 10 procent extra zorg kunnen bieden: ongeveer 10 duizend behandelingen per maand.’ 

‘We roepen al tien jaar dat ziekenhuizen minder standaardbehandelingen moeten uitvoeren en zich meer moeten richten op de complexe zorg’, zegt Marcel Canoy, hoogleraar gezondheidseconomie aan de Vrije Universiteit. De verschillen in wachttijden tussen ziekenhuizen en klinieken bestonden al: doordat klinieken vaak efficiënter zijn georganiseerd, konden patiënten ook voor corona vaak sneller terecht. Maar door alle uitgestelde zorg zijn ze alleen maar groter geworden. ‘Dit zou nu juist een moment moeten zijn om behandelingen over te dragen van ziekenhuizen naar klinieken, maar ziekenhuizen verzetten zich daartegen. Ze willen de omzet van die “makkelijke” behandelingen niet kwijt.’

Als een patiënt vindt dat ze te lang op een wachtlijst staat, is ze aangewezen op haar zorgverzekeraar. Die is wettelijk verplicht om zorg te garanderen ‘binnen een redelijke tijd en reisafstand’ en kan bemiddelen om de behandeling in een ander ziekenhuis of kliniek te laten plaatsvinden. Hebben de verzekeraars, met het oplopen van de wachttijden door alle uitgestelde zorg vorig jaar, wel genoeg mensen doorgestuurd naar klinieken?

De zorgverzekeraars zeggen zelf van wel. ‘We hebben onze verzekerden, indien mogelijk en gewenst, doorgestuurd naar een kliniek’, laat Zilveren Kruis bijvoorbeeld weten. Bovendien zegt Zilveren Kruis, net als CZ en VGZ, gedurende 2021 afspraken te hebben gemaakt met klinieken om meer zorg te leveren dan aan het begin van het jaar was afgesproken6.

Klinieken worden niet benaderd

De klinieken 7 die wij spreken, merken daar weinig van. ‘Wij hebben sowieso nauwelijks contracten met zorgverzekeraars, en daar is in 2021 weinig aan veranderd’, zegt Koray Yürük, directeur van het Amsterdamse Acibadem International Medical Center. Ook de Maastrichtse Annadal Kliniek, die bijvoorbeeld orthopedie en chirurgie doet, is niet door verzekeraars benaderd voor extra zorg. ‘Wij hebben wel meer zorg geleverd in 2021, maar dat was omdat ziekenhuizen die zorg aan ons overdroegen’, zegt bestuurder Leo Verhagen. En ook Bergman Clinics, een van de grootste klinieken in Nederland, is in 2021 niet gebeld met de vraag of ze meer zorg kunnen leveren. ‘Geen enkele verzekeraar benaderde ons actief met de vraag: kunnen jullie meer doen?’, zegt een woordvoerder.

Controleert dan niemand of patiënten te lang op de wachtlijst staan? De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), nota bene de organisatie die de gedetailleerde wachttijden op haar website publiceert, heeft in ieder geval de wettelijke taak 8 om erop toe te zien dat de zorg toegankelijk blijft voor patiënten. De NZa herkent dat er patiënten zijn die lang op de wachtlijst staan in het ziekenhuis, terwijl ze in een kliniek terecht zouden kunnen, zegt directeur Toezicht Karina Raaijmakers.

Maar de Zorgautoriteit kan volgens haar slechts toezien of zorgverzekeraars hun patiënten een snellere optie bieden als die daar om vragen9. ‘En gezien het verschil in wachttijden loont het als patiënten dat doen.’ Daarnaast onderzocht de NZa afgelopen jaar meerdere keren of zorgverzekeraars wel genoeg zorg bij klinieken hadden gecontracteerd, zegt Raaijmakers. ‘Maar we hebben niet formeel hoeven handhaven.

Als ziekenhuizen en klinieken geen patiënten willen verdelen, kan de NZa volgens Raaijmakers weinig: ‘In een ideale wereld werken ziekenhuizen en klinieken in de regio samen. Wij hebben geen bevoegdheden om die samenwerking af te dwingen, dat is nou eenmaal hoe we ons zorgstelsel hebben georganiseerd.’ 

‘Dat is een minimalistische benadering van de wettelijke plicht die de Zorgautoriteit heeft’, zegt Xander Koolman, zorgeconoom aan de Vrije Universiteit. Het uitstellen van al die zorg heeft de gezondheid van tienduizenden Nederlanders geraakt, zegt hij. ‘En de NZa weet dus dat er een oplossing is voor het probleem, dat er mensen op wachtlijsten in het ziekenhuis staan die in een kliniek kunnen worden geholpen. Als je daar zelf niets aan kunt doen, moet je dat politiek aanhangig maken. Door te zeggen dat het niet haar bevoegdheid is, gaat de NZa voorbij aan de gezondheidsschade door het uitstellen van zorg.’

NZa had veel meer kunnen doen

Duco Bannink, hoogleraar Governance in de Zorg aan de Vrije Universiteit, zegt dat het formeel gezien klopt dat de Zorgautoriteit weinig kan doen als een ziekenhuis zegt dat een patiënt niet in een kliniek kan worden behandeld. ‘Die beoordeling ligt altijd bij de arts, in individuele gevallen moet de NZa die verklaring voor lief nemen.’ Maar ook hij zegt dat de NZa veel meer had kunnen doen. ‘Ze hadden hier meer een probleem van mogen maken. Bijvoorbeeld door om regels te vragen van het ministerie van Volksgezondheid.’

Dat heeft de NZa niet gedaan. Het ministerie van Volksgezondheid (VWS) laat in een reactie weten dat het de verschillen in wachtlijsten herkent, en benadrukt ook dat niet alle patiënten in een zelfstandige kliniek kunnen worden geholpen. Volgens het ministerie aan de zorgverzekeraars om ‘de patiëntenstromen te sturen’. We vroegen het ministerie  ook wat het doet aan het probleem dat ziekenhuizen hun niet-complexe patiënten niet door willen sturen naar klinieken, maar die vraag bleef onbeantwoord.

Patiënten wachten veel langer dan nodig op een MRI-scan of een nieuwe knie, en gevraagd hoe dit kon gebeuren, gooit de overheid 10haar handen in de lucht en wijst ze naar het decentrale Nederlandse zorgstelsel. Dat is nou eenmaal hoe het hier is geregeld. Het is de zoveelste keer tijdens deze coronacrisis dat dit argument wordt gebruikt. ‘Het ontbreekt op alle fronten aan de mogelijkheid om centrale regie te voeren’, zei toenmalig minister Hugo de Jonge al in november 2020, middenin de tweede golf, tegen NRC11.

Maar op allerlei andere vlakken heeft de overheid wél een centrale rol gegrepen. Voor de coronacrisis waren er ook geen loketten waar bedrijven noodsteun aan konden vragen, maar toch gaf de staat tientallen miljarden uit om massaontslagen te vermijden. De enorme taak om 130 duizend uitgestelde operaties in te halen gaat via precies dezelfde structuren die er voor de pandemie ook al waren, waardoor de bijbehorende problemen worden uitvergroot. In het regeerakkoord van kabinet Rutte IV staat niets over hoe het stuwmeer aan inhaalzorg moet worden weggewerkt.

‘Bij de inhaalzorg wegen zorgverzekeraars en ziekenhuizen nog op dezelfde manier kosten en baten tegen elkaar af’, zegt zorgeconoom Canoy. ‘Op zoveel andere gebieden in de samenleving bleek tijdens corona ineens zoveel mogelijk, maar hier niet,’ Canoy noemt dat met gevoel voor understatement: ‘Heel onbevredigend.’


  1. De NZa zegt dat hier 

  2. NVZ-directeur Ad Melkert zegt dat hier

  3. 1 december 2021, Debat over ontwikkelingen rondom het coronavirus. 

  4. Lees voor een gedetailleerde uitleg over alle cijfers in dit artikel deze onderzoeksverantwoording 

  5. Bepaalde specialismes, zoals oncologie, traumachirurgie en kinderchirurgie mogen wettelijk gezien ook alleen in een ziekenhuis worden uitgevoerd. 

  6. We vroegen aan de vier grote zorgverzekeraars (Zilveren Kruis, CZ, VGZ en Menzis) of ze de verschillen in wachttijden herkenden en of ze meer zorg bij zelfstandige klinieken hadden gecontracteerd. Deze vier zorgverzekeraars hebben samen een marktaandeel van 85 procent. 

  7. Deze klinieken zijn een aantal van de grootste in Nederland, die allemaal meerdere specialismen uitvoeren. 

  8. De Zorgautoriteit houdt toezicht op de zorgverzekeraars, die dus de plicht hebben om patiënten binnen redelijke tijd en reisafstand een alternatieve behandelplek te bieden als patiënten daarom vragen. Dat laatste heet de ‘zorgplicht’. 

  9. De NZa kan dus alleen in actie komen, zegt ze, als patiënten die bij de zorgverzekeraar om snellere zorg vroegen, dat hele proces doorlopen en daar bijvoorbeeld over klagen. Ook kan de NZa handelen als een zorgverzekeraar zijn zorgbemiddelingsorganisatie niet op orde heeft. 

  10. Lees hier een Investico-artikel over de rol van het ministerie van VWS tijdens de coronacrisis. 

  11. Lees het NRC-artikel hier

Wilt u onafhankelijke onderzoeksjournalistiek ondersteunen? Word Vriend van Investico

U las de longread van dit onderzoek. Heeft u naar aanleiding hiervan een tip? Neem contact met ons op

Verdedig de rechtsstaat. Steun onafhankelijke onderzoeksjournalistiek in Nederland.

Word vriend